"Ik stond voor de spiegel en vroeg: ‘Wie ben ik? Wat gebeurt er met mij?’ Maar antwoorden had ik niet"
Aneline (35) kwam uit Aruba naar Nederland, raakte zwaar verslaafd, zocht onwillig hulp, en kreeg een heel ander leven.
Aneline vertelt: “Op 16 februari 2011 vertrok ik uit Aruba. Ik hield het daar niet meer vol. Ik werd gepest omdat mijn moeder een lichamelijke beperking heeft. Mensen waren daarnaast jaloers omdat ik een goede baan had. Mijn auto werd bekrast, de banden lekgestoken.” En er is meer: “Voor mijn werk met toeristen kwam ik vaak langs een plek waar ik als kind ben misbruikt. Als ik de geuren daar rook, kwamen de herinneringen terug. Een vriendin in Nederland zei dat ik naar haar toe moest komen, dat zij me zou helpen.” Zo gezegd, zo gedaan, maar van hulp blijkt geen sprake: “Een jaar lang logeerde ik bij haar en haar vriend. Elke dag rookten we wiet en gebruikten we speed. Na een tijdje voelde ik de kleren van mijn lichaam vallen: ik werd steeds magerder. Ik stond voor de spiegel en vroeg: ‘Wie ben ik? Wat gebeurt er met mij?’ Maar antwoorden had ik niet.”
Bovenraam
Aneline besluit te stoppen met drugs, maar dat blijkt niet gemakkelijk. “Mijn vriendin zei: ‘Aneline, we hebben een jaar lang samen gebruikt en nu laat je ons alleen?’ Ze deed de voordeur op slot; ze wilde niet dat ik wegging. Ik ben ontsnapt door een bovenraam. Maar daarna ging alles fout. Ik was agressief en kwam in aanraking met de politie. Ik heb op het politiebureau en in een kliniek gezeten. En dan kwam ik weer ‘thuis’ in de wereld van gebruikers, maar dat wilde ik niet meer. Ik vluchtte opnieuw, naar een appartement waarvan ik wist dat het leeg stond. Ik heb mezelf daar vier dagen opgesloten, zonder speed. Mijn lichaam begon vreselijk te trillen en ik kon niet meer slapen. Ik ging terug naar de kliniek.”
Blok steen
De ouders van Aneline horen wat er aan de hand is. Haar moeder wil niets met haar te maken hebben nu ze verslaafd is. Maar haar vader komt naar Nederland. Aneline vertelt: “Gaven mijn vader en ik elkaar een knuffel toen we elkaar zagen? Nee! Ik bevroor en mijn vader ook. Hij zei: ‘Aneline, ik herken je niet. Wat is er met je gebeurd?’ Ik, zonder emotie, zonder tranen, zei: ‘Wat doe je hier?’ Ik was zo boos. Ik was een blok steen. Maar Godfried, een man die mee was gekomen met mijn vader, zorgde er toch voor dat we praatten. Hij regelde ook een andere kliniek voor me, De Hoop. Hij vertelde dat het er christelijk is. Ik dacht: ‘Christelijk? Ik ga echt niet de hele dag de Bijbel lezen!’ Maar ik ging toch. Ik voelde dat ik daar liefde zou krijgen.”
Handen van God
Op 17 december 2012 arriveert Aneline bij De Hoop. “Een begeleider liep mee naar mijn kamer en controleerde mijn koffers. Ik voelde me in een gevangenis en wilde het liefst gelijk weer weg. Maar ik kon nergens heen. Ik vierde mijn eerste Kerst in De Hoop. We gingen naar de kerk. Ik ging helemaal achterin staan. Daar kwam een Antilliaanse meneer naar mij toe, kaal en met één oog. Ik verborg mijn gezicht onder mijn petje. Hij zei: ‘Schuil niet onder je petje; God wil je gezicht ook zien.’ Ik reageerde: ‘Luister, ik wil met niemand praten. Weg jij.’ Maar hij zei: ‘Kijk, dit is voor jou. God heeft met me gepraat. Hij zegt: geef dit cadeautje aan haar.’ Waarop ik zei: ‘Ik hou niet van cadeautjes en zeker niet van onbekenden.’ Maar hij gaf me toch een sleutelhanger met daarop Johannes 14:6. Ik ging nadenken. Tijdens Kerst en de jaarwisseling hoorde ik niets van mijn ouders. Tijdens het vuurwerk vroeg ik mij af: ‘Moet ik al mijn pijn en zorgen dan in de handen van God leggen?’ Het antwoord voelde als een dikke JA. Maar ik kocht wel een agenda waarin ik iedere dag aftelde hoe snel ik weg kon bij De Hoop!”
Kracht
Het jaar 2013 is intensief voor Aneline. Ze gaat met een psycholoog en psychiater zware gesprekken aan. Ook is ze bezig met traumaverwerking. Daarnaast bidt ze veel. “Vroeger huilde ik nooit. Maar nu soms wel; ik wist zelf niet waarom. Mijn kracht werd mijn Bijbel. Ik maakte mijn eerste lofprijsavond mee, en mijn eerste christelijke conferentie. Ik leerde: Open je hart voor God, vergeef jezelf en anderen. Tijdens de bidstond elke week kwamen mensen naar me toe die heel spontaan voor mij wilden bidden. Dat was een nieuwe ervaring voor mij. Het was supermooi om te voelen dat God altijd bij mij is. Ik vroeg gebed voor herstel in de relatie met mijn ouders. Dat de pijn in mijn hart wegging, en de haat voor bepaalde mensen. Nadat er voor mij en anderen gebeden was, voelde ik rust. Ik hield niet meer bij hoelang ik bij De Hoop was. Opeens was ik al maanden clean.”
Geen cliënt
Aneline verhuist mettertijd naar een andere afdeling en gaat werkervaring doen bij Maatwerk, onderdeel van Werkvisie De Hoop, en bij Vrienden van De Hoop, de stichting waar fondsen worden geworven. “Dat was een ervaring op zich,” vertelt ze. “Wil je huilen? Wil je dat iemand de tijd neemt om jouw verhaal te horen? Dat kon allemaal. Ik was welkom bij de kerstlunch, bij verjaardagen van collega’s. We vierden samen Sinterklaas. Ik was geen cliënt, maar een mens die van harte welkom is. Ik ging naar school en haalde mijn eerste diploma. Ik was naar Nederland gekomen om te werken en nu kreeg ik steeds meer die ruimte.”