Arie van der Veer legt uit waarom engelen en mensen veel op elkaar lijken
Engelen zijn geen mensen. Toch kunnen engelen en mensen veel op elkaar lijken.
Niet alleen omdat de bijbel ons vertelt dat engelen de gedaante van een mens kunnen aannemen. Maar ook omdat het werk dat zij doen soms hetzelfde is. En dat is: als zij boodschappers van God zijn.
Dan vervullen mensen dezelfde rol als engelen.
Als zij boodschappers van God zijn.
Boodschapper van God zijn is niet alleen weggelegd voor engelen. Ook mensen gebruikt God voor die taak.
Het woord ‘engel’ is de vertaling van het Hebreeuwse woord ‘malak’ en het Griekse woord ‘angelos’. Beide woorden hebben dezelfde betekenis en worden vertaald met ‘boodschapper, bode’.
Boodschappers worden in de Bijbel ‘angeloi’ genoemd. En dat kan zijn in een geschiedenis 
waarin engelen een rol spelen, maar het kan ook over gewone mensen gaan. Ook zij worden dan boodschappers, ‘angeloi’ genoemd.
Een mooi voorbeeld daarvan is de voorloper van de Here Jezus, Johannes de Doper. Hij was een echte boodschapper van God. Hij kondigde de komst van de Messias aan. Als Matteüs over hem schrijft, vertelt hij dat Jezus Johannes zag als de engel van wie de profeet Jesaja geprofeteerd had. Lees maar Matteüs 11 vers 10:
Jezus zei: ‘Deze is het van wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn engel (Statenvertaling) voor uw aangezicht uit, die uw weg voor U heen bereiden zal.’
De Nieuwe Vertaling van de Bijbel heeft voor het woord bode gekozen. De vertalers dachten zeker dat wij het anders niet zouden begrijpen. Johannes was immers een mens van vlees en bloed en geen engel. Maar u weet het nu: Een bode is in de letterlijke zin een engel, een ‘angelos’. De engel van Jesaja bleek daarom later de angelos Johannes te zijn. De grote boodschapper van God.
Er zijn dus heel wat meer engelen, ‘angeloi’, dan de engelen van wie we zo’n driehonderd keer in de Bijbel lezen. Lees je van engelen, weet dan dat er dan niet alleen sprake is van de hemelse personen die God dag en nacht omringen: de aartsengelen, de serafs en de cherubs. Ook anderen worden ‘angeloi’, boodschappers genoemd. Soms gewone mensen. Mensen zoals u en ik.
Ik vraag me af of de vertalers soms niet te ver gegaan zijn door voor ons al een keuze te maken. Vinden zij dat je met gewone mensen te maken hebt, dan vertalen ze ‘angelos’ met bode. Zijn ze van oordeel dat het hemelse wezens zijn, dan vertalen ze angeloi met engelen.
Zo worden de mannen die bij Abraham op bezoek waren en engelen blijken te zijn, in die geschiedenis van Lot en Sodom engelen genoemd. Je zou denken dat ze er toen anders uitzagen. Maar dat is niet zo. Want ook de mannen van Sodom zagen hen aan voor mannen. De vertalers kozen voor het woord ‘engelen’, maar het had ook boodschappers kunnen zijn.
Ook vertelt de vertaling dat Jakob toen hij op weg naar Ezau was engelen Gods ontmoette. Later 
stuurt Jakob boden naar zijn broer. De ene keer wordt ‘malak’ (angelos) vertaald met engel, de tweede keer met bode... Waren het nu engelen of gewone mensen??
Vragen genoeg.
Maar houdt u zich daar niet het meeste mee bezig. Belangrijker is dat wij ons afvragen in hoeverre wíj een ‘engel’ genoemd zouden mogen worden. Geen eenvoudige vraag. Wat is de boodschap van ons leven?!
‘Doe het werk van een evangelist,’ staat er in de Bijbel.
Evangeliseren heeft alles met engelenwerk te maken. Voor het gemak zal ik een paar letters met een vette letter schrijven: Evangelie. Ziet u het woord staan? Angel, angelos, engel: brenger van de blijde boodschap.
Bent u het?
Een engel?
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee