Het coronavirus door een profetische bril: we bevinden ons nu aan het eind van Openbaring 7
Sommige mensen vragen zich af wat de wereldwijde verspreiding van het coronavirus – met alle gevolgen van dien – betekent in geestelijk opzicht. Ik ben één van die mensen. Wat ik tot nu toe mis is een profetische duiding. Hierbij ga ik die geven.
Ik ben overigens geen profeet. Ik moet – wanneer ik meer wil weten op dit punt – me gewoon in de Bijbel verdiepen. Natuurlijk zijn daar voor de gelovige wel het gebed en de Heilige Geest. Daarmee helpt God om de Bijbel te begrijpen, ook op dit punt. Ik ontwikkel met hulp van God de gave van de profetie (1 Korintiërs 14). Via het boek Daniël ben ik een Bijbelse toekomstverwachting op het spoor gekomen. Dat spoor loopt van Daniël over de eschatologie van Heere Jezus, Paulus en Johannes met zijn boek Openbaring. Je kunt het hele verhaal lezen op mijn website.
Bijbelse onderbouwing
God heeft vrij veel bekend gemaakt over de komende tijd. Ook stimuleert de HEERE ons om ons te verdiepen in de eschatologie. God zegt in Daniël 12:4 dat de kennis zal toenemen en prijst de persoon die het boek Openbaring hardop voorleest - Openbaring 1:3. Voor de gelovigen is het niet onbelangrijk om te weten wat hen te wachten staat. Vergelijk het met een zwangerschap. Het is een blijde gebeurtenis – de geboorte van een kind – zo ook de geboorte van Gods Koninkrijk op aarde. Maar het heeft wel wat voeten in de aarde voordat het zover is. De HEERE heeft het in dit verband ook over de weeën, zoals in Marcus 13:8 en er zullen aardbevingen zijn in verscheidene plaatsen en er zullen hongersnoden zijn en onlusten. Deze dingen zijn het begin van de weeën. De persweeën vormen wat mij betreft de eindtijd.
Wij vragen ons nu af waar – in de tijd – we ons ongeveer bevinden tussen de hemelvaart en de wederkomst van Christus. De Heere Jezus meldt in Zijn eschatologie dat – voor het zover is – het Evangelie eerst alle hoeken van de aarde bereikt moet hebben - Marcus 13:10. En het Evangelie moet eerst gepredikt worden aan alle volken. Er zijn gedurende de 2000 jaar altijd wel zaken voorbijgekomen die we kunnen opvatten als weeën. We weten allemaal dat de zwangerschap zo’n negen maanden duurt, maar wij vragen ons af wanneer we op het punt van de weeën zijn aangeland die voorafgaan aan de persweeën van de eindtijd. De apostel Paulus en Johannes kunnen ons in dat opzicht verder helpen.
Gods toewending tot Zijn oude volk Israël (1)
De apostel Paulus besteedt drie hoofdstukken in zijn Romeinenbrief 9-11 aan de positie van Israël. Hij is zelf een christen met een Joodse achtergrond. Paulus is redelijk geschokt als hij nadenkt over de vrij brede afwijzing van de Heere Jezus door zijn volk Israël. Maar Paulus ziet ook een positieve kant. Door de afwijzing van het Joodse volk keert God Zich met de boodschap van het Evangelie tot de volken - Romeinen 11:11. Dat is gunstig voor de mensen uit de volken. De consequentie voor de Joden liegt er niet om: God straft hen met verharding en ook worden allerlei Joodse takken afgebroken van de olijfboom die staat voor Gods volk om ruimte te maken voor de volken.
Maar de apostel heeft ook goed nieuws voor zijn volksgenoten. Er komt namelijk een moment dat God Zich opnieuw tot Zijn oude volk zal wenden in genade. Hij zal op dat moment de gedeeltelijke verharding van hun hart wegnemen, zodat ze ervoor open staan om het Evangelie van de Heere Jezus te aanvaarden. De apostel noemt dit nieuws een geheimenis, waarmee hij maar wil zeggen ‘dat hij het via een openbaring van God heeft ontvangen’. Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan - Romeinen 9:25.
Waarschuwing aan de volken
Het staat er dus met de volken goed voor. Zeker! Maar wie Romeinen 11 leest zal het niet ontgaan dat Paulus de gelovigen uit de volken direct een ernstige waarschuwing meegeeft. Ze moeten niet op het Joodse volk neerzien, anders zal het hen duur komen te staan. God kan zich namelijk ook afkeren van de volken en Zijn oude volk Israël weer opzoeken. Iemand zal zich afvragen of dit moment de toewending van God tot Israël reeds gepasseerd is? Het antwoord is: JA.
In de jaren 1940-1945 heeft het eens christelijke Europa een meedogenloze vuist gemaakt tegen het Joodse volk. Dat gebeurde in de persoon van Hitler Duitsland met zijn ‘Endlösing der Judenfrage’. Zes miljoen Joden vonden de dood. Dit was het moment waarop de volken het Joodse volk behandelden als ‘der Untermensch’. Dit is het moment van de omslag – van Gods toewending tot de volken – naar Gods toewending tot Israel. Daarna gaan de zaken snel. Het Joodse volk ontvangt in 1948 van de volkerenbond toestemming om een deel van Palestina tot hun eigen woongebied te maken. Daar werd de staat Israël gesticht waarin inmiddels miljoenen Joden hun toevlucht vonden en een bestaan opbouwen. Het feit dat het Joodse volk – ondanks alle aanvallen van buiten – staande is gebleven kan men herleiden tot militair inzicht en capaciteiten, maar ieder gelovig mens zal daarin ook de beschermende hand van God zien.
Gods toewending tot Zijn oude volk Israël (2)
Niet alleen Paulus verwacht dat het er – tegen het eind van de tijd – voor Israël goed uit gaat zien, maar Jezus is ook die mening toegedaan. Jezus begint namelijk – met de woorden: ‘geen steen op de andere’ – te zeggen dat Jeruzalem verwoest zal worden, hetgeen in 70 na Christus gebeurd is. Jezus huilt om de stad (Lucas 19:41-44). Toch loopt de eschatologie van de Heere verderop opnieuw uit op de tempel in de stad Jeruzalem (Marcus 13:14). De Heere veronderstelt dus een herstel voor Israël en Jeruzalem. In Lucas onderstreept de Heere de zienswijze dat God Zich – na de volheid voor de volken – opnieuw tot Israël zal wenden. En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn - Lucas 21:24.
Niet alleen de Heere en de apostel Paulus zijn deze mening toegedaan, maar ook aan Johannes is dit inzicht geschonken in het boek Openbaring. Wanneer zes zegels van de boekrol zijn ontsloten in Openbaring 6 keert de Heere Zich – vlak voor het opengaan van de zevende zegel – opnieuw tot Zijn volk Israël. En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten - Openbaring 7:4 . In de laatste fase van de geschiedenis keert God Zich opnieuw in genade tot Zijn oude volk Israël. Het is opmerkelijk dat in het begin van de laatste fase de gelovigen uit ‘de volken binnengaan’ (Openbaring 7:9). Wanneer in Openbaring 8 het zevende zegel wordt geopend, breekt een periode aan waarin de HEERE God – langs de weg van plagen en rampen – de mensen uit de volken wil brengen tot omkeer. Daarna (Openbaring 11) zal het moment van de persweeën aanbreken waarin de volken zich dreigend tegen Israel en Jeruzalem en de God van Israël zullen keren. Christus zal op dat moment terugkomen en reddend ingrijpen. Daarop volgt het laatste oordeel en het Nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt met de gelovigen uit Israël en de volken op de nieuwe aarde.
We bevinden ons tegen het eind van Openbaring 7 en aan het begin van 8 en 9. Niet iedereen zal zich kunnen vinden in deze zienswijze, maar wees eerlijk: Het is een poging om vanuit de studie van de Bijbel tot inzicht te komen. Met Bijbelse argumenten ben ik tot het inzicht gekomen dat we ons ongeveer bevinden tegen het eind van Openbaring 7 en aan het begin van Openbaring 8 en 9. Dat wil zeggen, we bevinden ons als gelovigen in een periode waarin de HEERE God ruimte geeft aan het kwaad en de wereld zal bestoken in een uiterste poging om de mensen tot inkeer te brengen. Het coronavirus is een van die plagen, maar wat te denken van de klimaatverandering? Opmerkelijk is dat deze zaken wereldwijde effecten hebben en alle mensen raken. Wij zullen als mens zeker proberen om de verandering van het klimaat te stoppen en het
coronavirus te bestrijden, maar belangrijker nog is omhoog te kijken ons te bekeren. Wie Gods Koninkrijk wil binnengaan moet alleen op God vertrouwen en alles weg doen wat tegen Zijn wil ingaat.
Drs. Gerard de Lange is emeritus-predikant binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). Hij schreef een doctoraalscriptie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) over ‘de verwoestende gruwel’ in Marcus 13:14. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee