‘In tijden van corona denk ik aan Ethiopiërs en hun gebrek aan water en goede hygiëne’
Afgelopen zondag was het Wereldwaterdag. Water is een zaak van leven of dood, zeker in Shalla in Ethiopië. Janita Kranendonk, communicatiestrateeg bij Woord en Daad was bij de lancering van het project voor een goede watervoorziening in dit achtergebleven gebied, waar soms 50.000 mensen het moeten doen met één kraan. “Shuko, één van de vrouwen in Senbatu Shalla liet me in haar hut het water zien waar ze van drinkt. Het is bruin, vies en modderig.”
“Het is logisch dat Shuko’s kinderen, en de andere kinderen in Senbatu Shalla, vaak ziek zijn. Pas was er een cholera-uitbraak waardoor er zomaar 60 kinderen ernstig ziek werden. Shuko’s dochter was er daar één van.” De lancering van het waterproject waar Kranendonk bij was, vond een aantal weken geleden plaats, in het bijzijn van projectleiders van Woord en Daad en lokale partners en de leiders van de gemeenschap. “Het is erg complex om iets neer te zetten waar de community echt baat bij heeft, ook op lange termijn. De community-leiders zijn heel betrokken en willen verantwoordelijkheid nemen. Dat is mooi."
Water uit een modderpoel
De sfeer in Senbatu Shalla was anders dan op andere plekken in Ethiopië waar Kranendonk is geweest. “Vanaf het moment dat we de hoofdweg afdraaiden en de ‘community’ inreden, veranderde de sfeer. In het gebied ervoer ik frustratie. Tijdens de launch verwoordde één leider die frustratie heel treffend. Hij zei dat hij er met dankbaarheid in zijn hart stond, maar tegelijkertijd ook dacht aan al die kinderen die overleden waren vanwege het slechte water. ‘Voor hen is dit project te laat’, zei hij. Dat kwam hard bij me binnen. Je voelt op deze plek de enorme urgentie dat er iets gebeuren moet. En je voelt je ook meteen beschaamd voor je eigen luxe leven.”
In het gebied wonen ongeveer 50.000 mensen. Een regio met verschillende wijken, die de inwoners de ‘community’ noemen. De slagkracht van het waterproject reikt echter verder: ongeveer 146.000 mensen zullen het effect merken als het waterproject is gerealiseerd. Kranendonk vertelt dat ze bij verschillende mensen thuiskwam, die op dit moment op hun eigen manier voor water zorgen. “Dorpelingen hebben een grote put gegraven en daar vangen ze het regenwater op dat valt. Maar nu het geen regenseizoen is, bestaat het opgevangen water alleen uit dauw die uit de bosjes om de put naar beneden valt. En dan is er nog een modderige vijver. Het alternatief is 15 kilometer verder lopen naar een waterpunt. Waar de mensen soms twee dagen moeten wachten op hun beurt. Dat water is nu echter zo duur dat veel gezinnen het niet kunnen betalen.”
Water is leven
Als er water komt, komt er leven. Dat is ook de achterliggende gedachte achter het project van Woord en Daad. “Het begint met het hele basale, daar moet verandering in komen. Het is nu de taak van vrouwen en meisjes om water te halen. We horen regelmatig dat vrouwen hun ongeboren baby verliezen vanwege het gewicht dat ze moeten dragen. Als er dichterbij schoon water komt, betekent dat dus letterlijk leven, en een betere gezondheid voor het hele gezin. Waterhalen vraagt van kinderen nu een groot gedeelte van hun dag, waardoor ze niet naar school kunnen. Er gaat ook veel geld op aan water en ga zo maar door. Met het aanpakken van het begin, het water, verandert op termijn hun hele leven.
Hoop voor Shalla
De rit terug naar het vliegveld voerde langs de school van een partnerorganisatie van Woord en Daad. “Die school is van Hope Enterprise, en zorgt ook écht voor hoop”, zegt Kranendonk. “Het is ontzettend knap dat er in zo’n droge regio een prachtige school staat waar positiviteit heerst en de kinderen zingen. Ze zongen voor ons een prachtig lied over de liefde van God. En dan voel je hoe nodig het is dat er ook in Senbatu Shalla hoop komt.”
In het ziekenhuis
Onderweg terug naar Addis Abeba bezoekt Kranendonk ook een kliniek in Debre Zeit, in de wijk Denbi. Daar hoort ze over de slechte gezondheidszorg voor deze mensen. Ze hoort over de vele jonge vrouwen die verkracht worden en zwanger raken, zonder dat iemand ze ooit seksuele voorlichting gegeven heeft. Ze hoort over het meisje van 15 jaar, dat bij het lokale ziekenhuis lang moest wachten op hulp bij haar bevalling, waardoor ze bij de keizersnee de ernstig beschadigde baarmoeder moesten verwijderen. Wat is er nog over van haar toekomst? Kranendonk: ‘In deze tijden van corona, waarin ziekenhuizen veel in het nieuws zijn, denk ik ook aan de mensen in Ethiopië, en hun gebrek aan water en goede hygiëne. Wat gebeurt er met deze mensen, nu het virus ook daar is?’
Gelijk en verbonden
“Tijdens de lancering hield een lokale leider een vlammend betoog”, vertelt Kranendonk. “‘In de wereld is voldoende kennis, voldoende onderwijs en ook voldoende water. Maar: niet iedereen heeft het’, zei hij. ‘Hoe dat komt? Omdat we niet de verbondenheid voelen dat we verantwoordelijk zijn voor elkaar. Laten we samen bidden voor eenheid en verbondenheid!” En dat zette haar aan het denken. “Toen ik tegenover Shuko stond voelde ik mij gelijk en verbonden op een bijzondere manier. We zijn allebei niets meer en niets minder. Dat is één van de kernwaarden van Woord en Daad: we zijn allebei geschapen naar het beeld van God. Ieder mens is gelijkwaardig. Als we dat op ons in laten werken doet het ook iets met onze houding tegenover een ander, dichtbij én ver weg.
Ik zie bij onze partners dat ze de mensen echt zien. Mensen die zolang door alles en iedereen genegeerd zijn. Ze zien hen, ze bidden voor hen, ze dragen bij waar ze kunnen. Ze betrekken de partijen die nodig zijn om een echte, duurzame verandering teweeg te brengen. Dat vraagt soms tijd en geduld, maar de problemen die ze zien zijn te complex voor een simpele oplossing. Dat heb ik met eigen ogen gezien in Senbatu Shalla.’
Complex, maar hoopvol. Dat is hoe Kranendonk dit project beschrijft. ‘En dat gaat verder dan hoop op een goede watervoorziening. Om met de woorden van onze directeur te spreken: ‘Hoop op een toekomst, en een Toekomst.’ Want in die Toekomst met een hoofdletter zal er geen rouw en jammerklacht meer zijn, lezen we in Openbaring 21:4. En als we doorlezen naar vers 6 glimlach ik: ‘Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens.’
Elk jaar beklimt een groep sportievelingen de Mont Ventoux voor een project van Woord en Daad. Dit jaar is dat voor het waterproject in Shalla. Ga jij de uitdaging van Sport for Others aan, of sponsor je iemand die meedoet?