Ds. P. J. Visser: Alle lijden uitbannen is in strijd met Gods liefde
Als God goed was, zou Hij al Zijn schepselen volmaakt gelukkig willen maken. Als Hij almachtig was, zou Hij dat ook kunnen doen. Schepselen zijn echter niet gelukkig. Daarom denken veel mensen: God is niet goed of niet almachtig of geen van beide. Volgens C.S. Lewis klopt deze redenering echter niet, schrijft ds. P. J. Visser in De Waarheidsvriend.
Zelfgenoegzaam
Helder en overtuigend laat Lewis zien dat wij onze vrije wil gebruikt hebben om heel slecht te worden. Niet alleen in de zin dat wij in staat zijn tot allerlei kwaad, maar vooral ook daarin dat wij geneigd zijn ons volkomen los van God te ontwikkelen en te vervallen in een hardnekkige zelfgenoegzaamheid. Zo lang er geen vuiltje aan de lucht is, is er ook geen enkele reden of behoefte om daarmee te breken en dat op te geven. Als God dus alle lijden zou uitbannen en ons enkel goed zou doen en louter geluk zou bezorgen, zou Hij ons stijven in onze vervreemding van Hem. Daarmee zou Hij Zijn goedheid en macht echter ten kwade gebruiken. Dat is faliekant in strijd met Zijn liefde waarin Hij wil laten delen, met alle leven en zegen van dien.
Lijden in meervoud
Deze exercitie beslaat maar liefst vijf hoofdstukken van het boek, maar ze is nodig als basis om tot zijn punt te komen. Hierna legt Lewis uit hoe God door het menselijke lijden heen het ‘complexe goede’ tot stand zoekt te brengen. Overigens moeten we daarbij wel een onderscheid maken in het lijden dat ons los van anderen overkomt én de pijn die wij elkaar op talloze manieren aandoen. Volgens Lewis beslaat dat laatste vier vijfde deel. Hij gaat in zijn boek vooral in op dat eerste lijden, maar laat en passant zien dat God ook door die tweede vorm van lijden veel goeds kan bewerken: door bij slachtoffers vruchten van geduld, volharding, vertrouwen, zelfbeheersing en vergeving te laten rijpen én bij omstanders meelijden en meeleven gaande te maken.
Gods megafoon
Vraag is nu: hoe werkt Gods goedheid in dat eerstgenoemde kwaad, dat ons niet door anderen wordt aangedaan maar dat ons ‘als bij donderslag’ overkomt? In zijn antwoord wijst hij eerst op de realiteit van pijn. Ik citeer: ‘Pijn is niet alleen een onmiddellijk herkenbaar kwaad, maar ook een kwaad dat we niet kunnen negeren. We kunnen tevreden berusten in onze zonden en stommiteiten; en wie wel eens iemand gulzig zich met het heerlijkste voedsel heeft zien volproppen, alsof hij niet eens wist wat hij at, zal toegeven dat we zelfs genot kunnen negeren. Maar pijn eist aandacht.’
Dit geldt altijd en is onontkoombaar. Zelfs de geringste kiespijn of het kleinste vuiltje in ons oog doet dat al. Via de pijn, zeker als die heftig en hevig is, vindt er dus een soort inbraak plaats en wordt onze zelfgenoegzaamheid doorgeprikt. Ineens ontdekken we dat we kwetsbaar zijn, broos, sterfelijk en hulpeloos. In die ervaring kan eerder verdrongen kwaad zich plots opdringen of kan weggepraat schuldgevoel beginnen te spreken. Ineens zijn er vragen naar reden en doel (waarom? waartoe?) en komen er gedachten aan God, wat onbestemd of juist heel bewust. Opnieuw citeer ik Lewis – en kom daarmee tot hét punt dat hij maken wil in dit boek: ‘God fluistert in onze genietingen, Hij spreekt (via woorden en daden) tot ons geweten, maar Hij roept ons in het lijden. Het is zijn megafoon om een dove wereld wakker te schudden.’
Averechts effect
Het spreekt overigens niet vanzelf dat het lijden deze heilzame uitwerking heeft. Lewis geeft eerlijk toe dat hoe verder de samenleving seculariseert – en de referentie aan Hem dus steeds minder voor de hand ligt – hoe moeilijker het wordt om in het lijden iets van Góds stem te horen. Bovendien kan het lijden ook compleet averechts werken. Ik citeer opnieuw: ‘Als het lijden Gods megafoon is, is het ongetwijfeld een verschrikkelijk instrument; het kan namelijk tot definitieve rebellie leiden. Tegelijk is het de enige kans voor een slecht (verhard) mens om een beter (open) mens te worden. Het prikt onze illusies door; het plant de banier van waarheid in de vesting van onze zelfgenoeg zame en opstandige ziel.’
Dr. P. J. Visser is pionier‑predikant van de Noorderkerkgemeente te Amsterdam. Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 12 maart 2020, of download hier de gratis pdf.
Praatmee