Man en vrouw zijn geroepen tot zegenrijk samenspel in de gemeente: gelijkwaardig, niet gelijk
Onafhankelijk van de open brief van zeven (oud-)synodeleden die op 16 januari gepubliceerd werd over de vrouw op de orthodoxe kansel, was dagblad Trouw al bezig met een reportage over dit onderwerp. Op 23 januari verscheen het in de katern de Verdieping, schrijft ds. A. J. Mensink in De Waarheidsvriend.
Het artikel bestond niet alleen uit verschillende stemmen van voor- en tegenstanders. Het werd aangekleed met een veelzeggende illustratie: op een kansel staat een vrouw met breed uitgestrekte armen. In elke hand heeft zij een Bijbel. Met dit verschil: de ene Bijbel houdt ze op z’n kop. Er staat een naar beneden gericht kruis op.
Uitvoerige studie
Treffender konden mijn gedachten rond de open brief niet zichtbaar gemaakt worden. Moet je, om tot openstelling van de ambten voor vrouwen te komen, de Bijbel niet ondersteboven houden? Om teksten het omgekeerde te laten zeggen van wat er staat? Of om weerbarstige bijbelwoorden eruit te schudden? Nu weet en erken ik dat mensen die het met de strekking van de open brief eens zijn, niet onzorgvuldig wat willen roepen. Ook zij willen zich er rekenschap van geven dat de Heilige Schrift bron en norm is van ons kerkelijk denken en spreken. Zij willen een bewuste weg van lezen, verstaan en toepassen bewandelen. Over dit thema moet daarom een gesprek op niveau kunnen plaatsvinden.
Dienende liefde
De roeping van de man is (in liefde!) als hoofd verantwoordelijkheid te nemen en leiding te geven. Daarom koos de Heiland twaalf mannen als discipelen, aan wie Hij de volmacht van het Woord gaf. Daarom worden in de christelijke gemeente apostelen, opzieners en oudsten van de gemeente uit de mannen gekozen – en dat is niet omdat dat conform de toenmalige cultuur was. Paulus bindt het de mannen op het hart om slechts met de liefde van Christus met de/hun vrouwen om te gaan (Ef. 5:25‑ 29). Dat kunnen ze alleen als ze zelf buigen onder hun Hoofd, Jezus Christus (1 Kor. 11:3). Van macht uitoefenen mag geen enkele sprake zijn, ook in het ambt niet. Want in het ambt geeft Christus door Zijn Geest leiding aan de gemeente, als een heilzaam Tegenover. Zijn stijl is reinheid, zuiverheid en dienende liefde.
Niet overvraagd
De roeping van de vrouw is (in liefde!) dienstbaar te zijn en zo haar gaven te benutten. Zij is bepaald niet werkloos. Zij verricht ook niet het vuile werk dat mannen niet willen doen. Integendeel, de Heilige Geest geeft aan christenvrouwen gaven die mannen niet of minder hebben. Daarmee krijgen zij een eigen betekenis in bijvoorbeeld pastoraat en diaconaat. Niet voor niets worden in de apostolische brieven veel namen van vrouwen genoemd die zich in de gemeente inzetten.
Wanneer mannen in liefde verantwoordelijkheid nemen en onder het Hoofd Christus leidinggeven, is het voor vrouwen geen zware opgave om in liefde mede dienstbaar te zijn en zich door het hoofd te laten leiden. Dan worden vrouwen ook niet overvraagd door iets te moeten zijn wat ze ten diepste níet zijn: vrouwen zijn niet gelijk aan mannen en hoeven dus ook niet hetzelfde te kunnen als mannen. Wat een zegen om wel gelijkwaardig maar niet gelijk te zijn! Vrouwen en mannen dienen elkaar wel die eigen ruimte te geven en te laten. Anders ga je elkaar domineren, door op een zondige en heersende wijze hoofd te spelen over elkaar. Dat is de oertrek van de zondeval: hoofd willen zijn zonder hoofd boven je. De situatie in 1 Korinthe 11 is een voorbeeld van dit zondige heersen.
Zegenrijk samenspel
Als het gaat om het ambt (met name het predikants- en ouderlingenambt) trekt het Nieuwe Testament deze lijnen door naar de praktijk. In gedeelten als 1 Timotheüs 2:9-15 wordt het zegenrijke samenspel van mannen en vrouwen in de gemeente zichtbaar, doordat aan mannen de Woordverkondiging is toevertrouwd en aan de vrouwen de liefdedienst in de gemeente. Beide zijn nodig! Wij geloven dat de Heere in Zijn Woord ook over dit onderwerp dingen zegt die voor alle tijden en plaatsen van belang zijn. En dat het niet aan ons is om eigenmachtig uit te maken wat in de Schrift hoofd- en bijzaken zijn, om vervolgens aan deze zogenoemde bijzaken een andere of zelfs tegenovergestelde uitleg te geven.
Open brief
Wij zijn geroepen om de gehele Schrift te verkondigen. Niet met gemakkelijk getrokken en voor de hand liggende conclusies. Niet om alleen maar te bevestigen wat we al dachten, vonden en wisten. Maar wel in een grondig verantwoorde uitleg onder de leiding van de Heilige Geest, Die ons gewillig en bereid maakt om naar de stem van de Herder te horen, ook als deze stem ons vanuit het Woord tot bekering en andere wegen roept.
Ik denk aan een andere ‘open brief’: de brief van de verhoogde Christus aan de gemeente in Filadelfia (Openb. 3:7-13). Waar Hij andere gemeenten bestraft, omdat ze in woord en wandel hun eerste liefde hebben verlaten, prijst Hij de gemeente in Filadelfia, omdat zij Zijn Woord in acht heeft genomen. Daarom wordt de kerk, ook de Protestantse, rond een open Bijbel samengeroepen. En kunnen we er geen vrede mee hebben ‘dat we er met de Bijbel niet meer uitkomen’.
Misschien moeten we de Bijbel maar weer eens rechtop houden. Dan verliezen we minder uit haar rijke schat.
Ds. A. J. Mensink is predikant van de hervormde gemeente te Elburg en voorzitter van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
Praatmee