Commotie om 'godlasterlijke' stripverhalen Algemeen Dagblad
Twee stripverhalen in het Algemeen Dagblad van stripfiguur Dirkjan hebben behoorlijk veel stof doen opwaaien. In de verhalen speelde God een hoofdrol en christelijke lezers klommen in de pen en deden hun beklag bij het dagblad. Het dagblad besloot hier vervolgens een uitgebreide analyse over te maken.
In de bewuste strip komen er twee Jehova’s getuigen aan de deur bij Dirkjan. Wanneer hij open doet, vragen ze aan hem of hij de “Here God” kent. Dirkjan loopt daarop terug de kamer in waar met in een biertje in zijn hand voor de televisie een man met grijs haar, grijze baard en een wit gewaad zit. “Het is voor jou”, zegt Dirkjan tegen hem. Veel christenen ervaren deze strip als kwetsend, zo blijkt uit de brieven die het AD heeft gekregen. Zo vraagt Ruurd Heida uit Veenendaal zich af waarom juist christenen op deze manier op de korrel genomen moeten worden. “AD, stop alsjeblieft met de cartoons over God. Toon respect voor alle christenen in Nederland.”
Verschillende christenen tonen hun ongenoegen. Opvallender is echter dat er ook behoorlijk wat christenen zijn die vinden dat dit wel moet kunnen. Theoloog Alain Verheij is daar een voorbeeld van. Hij vertelt tegenover het AD dat hij zelf ‘met een knipoog’ naar het geloof kijkt. “De strips moeten juist als grappig worden ervaren in plaats van kwetsend”, vertelt hij tegen de krant. “Zo’n strip doet niemand kwaad en het geeft mij juist een fijn gevoel. Geloof speelt dus nog steeds een rol als erover wordt geschreven.” Ook op Twitter stellen tal van christenen het juist grappig te vinden en helemaal niet gekwetst te zijn door het stripverhaal.
Mark Retera, de maker van de strip reageert ook voor de camera van het AD. “Dit is gewoon een geintje. Dit is natuurlijk niet de God van de christenen, maar de God van Dirkjan. Er zijn zeven miljard mensen op aarde en ik ben daarom van mening dat er ook zeven miljard goden zijn. Want iedereen heeft natuurlijk zijn eigen god die hij fabriceert in zijn hersenpan. Ik ga geen excuses maken.” Hij vertelt echter wel iets te willen doen en maakt vervolgens een tekening waarop hijzelf wordt getroffen door de bliksem. Daarmee wil ik zeggen: “Nooit spotten met God. Ik hoop dat het toch een soort genoegdoening is voor de gekwetste lezers.”
Praatmee