Carl en Astrid proberen te kijken met Jezus' ogen: "We moeten de hongerigen te eten geven en vreemdelingen gastvrij onthalen"
Het is druk bij het inloophuis van De Hoop in Dordrecht. Aan een tafel leest een bezoekster de krant, bij de koffieautomaat wordt een interessant gesprek gevoerd en in een pop-up salon wordt een gast geknipt. Carl en Astrid van den Berg werken al weer twaalf jaar bij het inloophuis en zwaaien hier de scepter. Ze vertellen over hun drijfveren, delen wat ze bezighoudt en waar ze in de toekomst naar toe willen.
Carl laat ons het pand in vogelvlucht zien. Als we binnenkomen zien we een hoek waar je comfortabel kunt zitten en, natuurlijk, de koffieautomaat. Ook is een bar ingebouwd, waar eten uitgedeeld wordt. We gaan een openstaande deur door. De kapster is er vandaag, er wordt precies iemand geknipt. We kijken verder. "Kijk, hier kunnen gasten zich even douchen. Bedoeld voor bezoekers die op straat slapen of zelf geen douche hebben. Ze krijgen een muntje en douchespullen en kunnen zich toch opfrissen." De deur door, naar de keuken, een hok met allerhande spullen; van kleding tot scheerschuim. "Als iemand iets écht nodig heeft, proberen wij dat te regelen."
Scrabblen met een paar bezoekers
Een paar kamers verder is het kantoor van Carl. Ook Astrid, zijn vrouw, komt erbij zitten. "We zijn begonnen met heel weinig mensen", vertelt de coördinator van het inloophuis. "Eerst werkte ik in de handel, en op een gegeven moment besloot ik voor mijzelf te beginnen. Maar ik dacht: is dit leven?" Carl zag de vacature voor een coördinator van het inloophuis en besloot te reageren. "Zo zijn we erin gerold." Het huis was eerst nog veel kleiner dan het nu is. Alleen het voorste gedeelte was beschikbaar. "Later werd het steeds drukker en voller. We hadden meer ruimte nodig." De lunchroom Breadline, ook van de Hoop, zat in het pand, evenals een chocolaterie. Beiden zijn in de loop van de jaren ook aan het Inloophuis toegevoegd toen deze om verschillende redenen stopten.
Dat er zoveel gasten kwamen was een verhoring van gebed, vertelt Astrid. "Aan het begin waren we soms met meer vrijwilligers dan gasten. Zat je te scrabblen en dacht je: is dit het nu?" Carl: "Maar toen we voor het eerst het inloophuis binnenliepen zei jij: 'Het zal gonzen van de mensen'. Dat zagen we toen nog niet, maar nu zijn we 12,5 jaar later en hebben we dat wel gezien.''
Bij het inloophuis komen veel verschillende soorten mensen, zegt het echtpaar. ''We zijn wijkgericht én zijn er voor dak- en thuislozen. Dat zit door elkaar en maakt het dynamisch. Hier gebeurt altijd wat.'' Carl: ''Soms maak ik een rondje door het pand en zie ik mensen een spelletje spelen, met elkaar bidden, de haren knippen en zijn mensen bezig met de schuldhulpverlening. Dan gaat mijn hart sneller kloppen. Dat is zo mooi en uniek!'' In het pand wordt er vooral geluisterd naar de wensen van gasten. Een kopje koffie drinken of je haren laten knippen is voor iedereen mogelijk. Astrid: ''Je moet hier niets. Maar als er mogelijkheden zijn, verwijzen we graag naar bijv. de polikliniek van De Hoop, naar behandelteams. Daar hebben we een nauwe samenwerking mee. We willen gewoon present zijn en er voor de bezoekers zijn.''
Kijken met Jezus' ogen
Het christen-zijn wordt in het pand onder meer door Bijbelstudies vormgegeven. ''Natuurlijk zijn mensen vrij om weg te gaan. Soms zijn dat er één of twee. En alles zit erbij, van hindoes tot moslims en atheïsten. En mensen voelen het vaak helemaal niet als bedreigend: we blijven bij onszelf op een eerlijke manier. Dat moet wel echt, maak er geen showtje van.'' De motivatie van de twee heeft duidelijk een christelijk fundament. ''Jezus zegt in Mattheüs 25 dat we de hongeren te eten moeten geven, die dorst hebben drinken en de vreemdeling gastvrij moeten onthalen. Dat is onze drijfveer en daarom behandelen we mensen als onze gelijke. Jezus zegt dat we niet moeten kijken naar wat voor ogen is, al zit dat diep in ons. Maar we moeten anders kijken, met Zijn ogen.''
Na 12,5 jaar is veel van het meubilair aan vervanging toe. Dat is één van de belangrijkste doelen van de crowdfunding. ''Er staat nu van alles wat'', geeft Carl aan, ''maar we zouden graag iets nieuws en fris neerzetten. Verder zijn er steeds meer verwarde mensen en we willen onze vrijwilligers trainen hoe ze met hen moeten omgaan. We zijn geen specialisten, maar wat meer back-up is goed. Ten derde zouden we graag blijvend warme maaltijden aanbieden. Daar is echt behoefte aan; als we dat aan bezoekers doorgeven, staat er een rij tot buiten het pand. We leven met het inloophuis alleen van giften, alles wat je ziet is gekregen.''