'Ik heb geen persoonlijke vijanden - wat moet ik met de psalmen waarin het over vijanden gaat?
'Ik las onder andere de Psalmen 10, 11, 12, 13 en daarbij gaat het vaak over vijanden. In het persoonlijk onderzoeken van deze Psalmen vroeg ik me af: hoe moeten we dat dan nu zien? Ik heb, gelukkig, geen persoonlijke vijanden. En al helemaal niet mensen die me naar het leven staan. Ook in ons Nederland mogen we nog in vrijheid naar de kerk gaan. Toch lijkt het me dat ook deze Psalmen wel een persoonlijke boodschap hebben', aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
"In de door jou genoemde psalmen wordt inderdaad veel over vijanden gesproken", antwoordt Bart Bolier, ouderling in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland te Elspeet. "Dit waren letterlijke vijanden van de psalmdichter, die hem naar het leven stonden of bespotten. Het kan geen kwaad om te onderstrepen dat het van groot belang is je allereerst de vraag te stellen: wat betekende dit voor de dichter en zijn doelgroep in die tijd?
We mogen daarbij niet vergeten dat de psalmdichters in een cultuur leefden waarin het heel ‘normaal’ was dat vervloekingen en zegeningen werden uitgesproken. Ook wisten zij nog niet zoveel over God en Jezus als wij. In het Nieuwe Testament heeft God Zich in de Heere Jezus ten volle bekend gemaakt. In het Oude Testament had men minder zicht op het komende eindoordeel van Christus, maar leefde men meer bij het directe ingrijpen van God. Wij leven in een andere periode, een andere fase van de wereld- en heilsgeschiedenis. Wij kennen de woorden van Jezus: 'Hebt uw vijanden lief.'
Zaken die in het Oude Testament in letterlijke zin beleefd werden, hebben in het Nieuwe Testament dus een meer geestelijk karakter gekregen. Inderdaad kunnen we stellen dat de gehele Bijbel ons ook nu wat te zeggen heeft. Nadat we helder hebben wat de boodschap tóen had te zeggen, mogen we onszelf de vraag stellen: Wat wil de Heere mij hiermee leren? We mogen dergelijke teksten over ‘vijanden’ dan ook toepassen op de geestelijke vijanden, zoals de Heidelberger Catechismus het uitdrukt in zondag 52: 'Dewijl wij van onszelf alzo zwak zijn, dat wij niet een ogenblik zouden kunnen bestaan, en daartoe onze doodsvijanden –de duivel , de wereld, en ons eigen vlees- niet ophouden ons aan te vechten, zo wil ons toch staande houden en sterken door de kracht uws Heiligen Geestes'."
Praatmee