Kerkenraad en vertrokken predikant over kwestie Opheusden: "Geen verband tussen scheuring en bespreken 'misbruik'"
Een vervolgvergadering van de synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) heeft zich uitgelaten over het verband tussen het vertrek van ds. A. van Voorden en de benadering ten opzichte van de incestzaken in de gemeente. Volgens het Reformatorisch Dagblad geeft zowel de kerkenraad als de toenmalige predikant aan het verband tussen de scheuring en het bespreken van mogelijk misbruik echter niet te zien.
De Gelderlander meent dat ds. Van Voorden weg moest omdat hij taboeonderwerpen bespreekbaar wilde maken. Incest en huiselijk geweld zouden daaronder vallen. De predikant zou hier open over hebben willen zijn en het medium stelt dat dit een rol gespeeld zou kunnen hebben bij zijn gedwongen vertrek. Dat meldden diverse bronnen. Wat dit medium optekende staat in contrast met de uitspraken van de kerkenraad en predikant nu. Het Reformatorisch Dagblad meldt verder dat er in de synodevergadering ook gesproken is over een vermeend onderzoek door de plaatselijke kerkenraad. Dat onderzoek is niet aan de orde, stelt het moderamen.
Ook heeft de synode de synodale commissie gevraagd in contact te treden met de gemelde incestslachtoffers en zorg te dragen voor professionele behandeling en begeleiding. Onafhankelijke deskundigen zullen de resultaten van het onderzoek bekijken om de aanpak te toetsen, tekent het dagblad op. Ouderling G.R.J. van Heukelom uit Nieuwerkerk is woordvoerder in de zaak.
Nadat de predikant van de GGiN-gemeente Opheusden weg moest, scheurde de kerk en besloot de volledige kerkenraad af te treden. Naar deze scheuring is onderzoek gedaan door het allerhoogste kerkorgaan.
Praatmee