Dieren Kootwijkerbroek werden volgens rechter terecht geruimd: "We mogen het aan God overgeven"
Het ruimen van de meer dan 60.000 dieren in Kootwijkerbroek in 2001 was terecht. Dat was gisteren de uitspraak van de hoogste economische rechter in Nederland. Boeren uit het dorp hadden een zaak aangespannen omdat het ruimen van dieren wegens een uitbraak van mond-en-klauwzeer (MKZ) volgens hen onterecht was.
Eerder deze week besteedde Nieuwsuur al uitgebreid aandacht aan dit nieuws. Daarin kwam onder meer de landbouwminister van die tijd (Laurens Jan Brinkhorst) aan het woord. Overigens vindt de rechter wel dat de zaak veel te lang heeft geduurd. Daarom hebben de boeren een schadevergoeding toegekend gekregen. In een brief aan de Tweede Kamer laat Carola Schouten, de huidig minister van Landbouw, weten dat ze deze schadevergoeding zo snel mogelijk wil afwikkelen. Bovendien schrijft ze ook dat ze binnenkort in gesprek wil met veehouders uit Kootwijkerbroek om hun verhalen aan te horen. Ze erkent dat het ruimen van dieren grote impact heeft gehad. “Er zijn ingrijpende maatregelen genomen om de ziekte zo snel mogelijk te beheersen. De maatregel om de bedrijven in Kootwijkerbroek te ruimen heeft enorme impact gehad op de betrokken veehouders, hun gezinnen en de gemeenschap.”
Betrokkenen reageerden teleurstellend op de uitspraak. Zo spreekt het Reformatorisch Dagblad met Gerard Broekhuizen. Bij hem werden er een kleine 500 vleeskalveren geruimd in 2001. Hij vertelt boos te zijn, maar niet boos te blijven. “Afgelopen zondag citeerde een predikant in onze kerk Bonhoeffers uitspraak: 'Geef je verzet aan God.' We mogen het aan Hem overgeven.”
Ook sprak het dagblad met ds. C. G. Visser, hervormd predikant in Kootwijkerbroek. Hij vertelt dat veel mensen in het dorp hun vertrouwen in de overheid zijn verloren. “Het gevoel dat ze onrecht is aangedaan, overheerst. Ik probeer een luisterend oor te bieden en te helpen om een begaanbare weg te vinden. De overheid is van God gegeven en is er om chaos te voorkomen. Tegelijk hoeven we niet in de overheid te geloven, maar mogen we ons vertrouwen stellen op God.”
Praatmee