Een coach voor de dominee: een goed idee?
Hoe kijk ik als gemeentelid naar mijn dominee? Is hij de man die ‘met de vermoeide een woord op de juiste tijd spreekt’ (Jes.50:4)? Maar, als dat woord hem nu ontbreekt? Of als hij zelf een vermoeide geworden is? Piet Vergunst schrijft in De Waarheidsvriend over oog en oor voor de herder.
We kennen de boekjes voor ambtsdragers die verschenen onder de titel ‘Een voortreffelijk werk’. En die typering blijft staan, omdat Paulus gelijk had, toen hij Timotheüs liet weten dat ‘als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, hij een voortreffelijk werk begeert’ (1 Tim.3:1). Voortreffelijk, omdat onze Schepper het waard is om gediend te worden, met hart en verstand – en niet van 9 tot 5 uur.
Moeheid en traagheid
En tegelijk, als we vandaag inzoomen op de predikant, zien we dat het ambtelijke werk niet vanzelf goed gaat. Ook als hij een herder is en geen huurling. Ook als hij zich geroepen weet tot de dienst van het Evangelie. Tragisch mag je dat best noemen, als je de menselijke kant belicht. Gemotiveerd in de studietijd, vol elan in de gemeente begonnen, toegewijd en met de ontvangen gaven je inzetten… en toch: er is een moeheid en traagheid ingeslopen vanwege de lastige relatie met die naaste collega. Er is onzekerheid gekomen door soms heftige reacties op de zondagse prediking. Er is onvermogen om geestelijke leiding te geven, nu de diversiteit in de gemeente toeneemt en mensen elkaar niet willen verstaan. Er is die voortdurende aarzeling om te focussen op wat zowel belangrijk is als haast heeft.
Rafels aan je ambtskleding, ze zijn er ineens. En met het benoemen van de geestelijke kant – zoals dat de dienaar niet meer is dan de meester –, ben je even niet geholpen, al erken je de waarheid van dit woord uit Johannes 13. De vreugde van de dienst kan zomaar wegglippen, door de kieren van het catechisatielokaal of de kerkenraadskamer.
Geen voetstuk meer
Het is een nuchtere constatering dat de onderlinge liefde in de kerk niet maakbaar is, dat de broederband in een kerkenraad niet vanzelf groeit. Al zijn we ertoe geroepen en al zijn we als mens en christen verantwoordelijk, de Heilige Geest is het Die ons aan Christus en aan elkaar verbindt.
Ten aanzien van de menselijke kant maakte de christelijke gereformeerde ds. D. Quant als lid van het deputaatschap Voortijdige Beëindiging Predikanten ooit deze nuchtere opmerking: ‘Op papier is de zaak helder: een opener en mondiger samenleving vraagt om dito predikanten.’ De dominee en zijn voetstuk – het is nooit een gewenste combinatie geweest, al paste die in het cultuurpatroon van een bepaalde tijd. Vandaag is een extra accent op respect voor het ambt en de ambtsdrager nodig, vandaag houden we het besef levend dat de kerkelijke ambtsdrager niets minder dan het gezag van Christus vertegenwoordigt.
Schriftgeleerde
In onze tijd lijden we vrijwel allen aan innerlijke onrust, zijn we te veel als Martha en te weinig als Maria, die verkeerde aan de voeten van de Heere Jezus. Voor niemand is dit goed – en daarom de oproep van de Heiland om te kiezen voor het goede deel. Wie als predikant in pastoraat en catechese én in de vele vergaderingen veel taken heeft, moet op den duur vastlopen in de roeping van een schriftgeleerde in het Koninkrijk: om nieuwe en oude schatten tevoorschijn te halen (Matt.13:52).
Hoe kom je hier als predikant vandaag goed uit? Je hoeft niet in een bijzondere situatie te verkeren om toch te ervaren dat een vorm van professionele begeleiding helpend kan zijn. Je hoeft geen specifieke problemen te hebben – laat staan een conflict – om buiten de kerkenraad en de gemeente geholpen te zijn met een luisterend oor, een goed advies, in een veilige ruimte. Je hoeft sociaal niet wat onhandiger te zijn om toch te ervaren dat bepaalde gemeenteleden je leeg kunnen zuigen. Is het de ervaring van velen niet dat je uit kunnen spreken al helpend is?
Begeleidingstraject
In de zorg voor haar predikanten heeft de Protestantse Kerk bovenstaande onderkend. Sinds november 2017 is elke dominee verplicht om één keer in de vijf jaar een begeleidingstraject te volgen: supervisie, begeleide intervisie, coaching, geestelijke begeleiding. Je bent niet zwak (alsof het trouwens erg is in jezelf zwak te zijn…) als je erkent dit nodig te hebben. Het omgekeerde lijkt me eerder waar, namelijk dat het een teken van zwakte is om te denken zelf staande te blijven.
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier zijn volledige artikel.
Praatmee