Waarom christelijke Amerikaanse artiesten een blad voor hun mond nemen (en niet praten over Trump)
In Amerika zijn er genoeg grote christelijke artiesten die veel in de melk te brokkelen hebben. Zangers van het genre "contemporaty Christian music" zoals Michael W. Smith en Chris Tomlin verkopen miljoenen albums, zingen in megakerken en hebben veel invloed op social media. Smith zong zelfs op de Republikeinse Nationale Conventie in 2004. Toch is er een onderwerp waar ze zich opvallend weinig over uitspreken, reconstrueerde CNN. De politiek.
CNN beschrijft de duidelijke aanwezige problemen in het land die door seculiere artiesten veelvuldig worden benoemd. Maar onder christelijke zangers gebeurt dit maar zelden. Zo bracht Mandisa een liedje uit "Bleed the Same" over rassengelijkheid. Maar de zangers houden zich vrijwel allemaal buiten de discussies die gaande zijn.
De schrijver van het stuk vraagt zich af of artiesten dit niet meer zouden moeten doen. Maar Dan Keen, docent muziek aan de Belmont University in Nashville, zegt dat de zangers ook met hun huidige muziek een signaal afgeven. "Er zijn veel mensen die zeggen dat dit de meest relevante, extreme boodschap is die je kan brengen. Dat je in deze tijd stopt haatdragend te zijn en van anderen wil houden."
Wel is er in de christelijke Amerikaanse kring sprake van veel vrijgevigheid, waarmee ze discussies in hun daden niet uit de weg gaan, ziet Keen. "Ze ontwijken niets, denk ik. Ik zie dat ze proberen Christus te volgen en dat vooral te doen met hun gedrag."
Praatmee