Moeten wij onze planeet redden?, vraagt Piet Vergunst zich af
Waarom zou je behalve naar wetenschappers, groene politici of desnoods jeugdige klimaatspijbelaars niet vooral luisteren naar wat de Bijbel ons leert over de aarde? De aarde, ‘ze is van de HEERE’, schrijft Piet Vergunst in De Waarheidsvriend.
Vooral na de intensieve hitte en de grote schade in de natuur door de droogte van 2018 is ook Nederland wakker. Hoewel ‘2018’ niet uit de lucht kwam vallen. Martin Hendriksma schrijft in zijn biografie van de Rijn: ‘Misschien waren ze, achteraf, het eerste serieuze signaal van ons wijzigende klimaatbeleid: de rivieroverstromingen van 1993 en 1995. Hogere temperaturen, heftiger regenval, lange perioden van droogte.’ Na 25 jaar is er meer dan een eerste signaal, is code oranje of code rood aan de orde. Verkiezingen voor de Provinciale Staten cirkelden dit voorjaar rond het klimaatbeleid. Niemand kan het ontkennen, ook dichtbij huis is de leefwereld van de mens uit balans, al weten wij niet van misoogsten, overstromingen, natuurgeweld. Dat laatste maakt mededogen en medeleven met de lijdende Afrikaan of Aziaat ondertussen meer dan nodig.
Die disbalans in de natuur dringt zich sterk aan ons op. Het raakt je als er over heel de wereld code rood gegeven wordt omdat de insectenpopulatie overal in rap tempo afneemt, acht keer sneller dan bij zoogdieren en vogels. Insecten, ze zijn nodig voor bloemen en vogels, voor een gezonde bodem.
Van de Heere
Gaan wij de aarde redden? Móeten wij de aarde redden? Of ziet een christen vooral (verlangend) uit naar een nieuwe aarde, een nieuwe hemel?
Een centraal gegeven in de Bijbel is dat de aarde niet ons bezit is. ‘De aarde is van de Heere en al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen.’ Op de zeeën heeft God de aarde gegrondvest, zij is Zijn eigendom. Het boek dat ik van een vriend leen, breng ik netjes terug. Zo zou behoedzaamheid en zuinigheid mijn omgang met de schepping dienen te kenmerken.
De Eigenaar van de aarde schakelt voor het beheer de mens van meet af aan in. Bewerken en onderhouden, dat is de opdracht. Haar vervullen en over haar heersen. Zorg voor de schepping staat daarmee in het kader van het eren van mijn Maker. Een levensdoel op zichzelf was het onderhouden van de natuur niet, laat staan dat we de natuur vergoddelijken. Dát mag nooit aan de orde zijn én gebeurt altijd weer als de levende God uit het vizier raakt. Lees Romeinen 1, over Zijn toorn over de heidenen: ‘Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid.’
Rentmeester
Waartoe de mens geschapen werd? Om in een nadrukkelijke gemeenschap met de Schepper over de schepping te heersen, een taak die de zondeval niet tenietgedaan heeft. De opdracht om rentmeester te zijn, die blijft na Genesis 3. Calvijn heeft dit woord ‘rentmeester’ al uit zijn pen laten vloeien. Luieren is niet voor de mens, schrijft hij; nee, ‘hij mag de tuin van God bewerken en beheren, om deze aan zijn nakomelingen over te leveren, zoals hij die ontving óf nog wat beter bebouwd’. Rentmeester geeft in een bijbels verband de unieke positie van de mens tegenover God en tegenover de overige schepselen aan: evenals de natuur geschapen door God, maar wel als enige geschapen naar het beeld van God.
De opdracht over de schepping te heersen heeft niets van doen met verwaarlozing van de schepping of zelfs uitbuiting van de natuur, vooral actueel nadat de industrie ergens in de negentiende eeuw fors meer gewicht kreeg. Nee, als een onderkoning onder God mag de mens zorgend en dienend heersen, verantwoordelijk voor het toevertrouwde pand. Ter wille van de mens schiep God alles, zegt Calvijn, opdat we ‘niet twijfelen dat we voorwerp zijn van de zorg van deze algoede Vader’. Voor zijn voedsel is de mens afhankelijk van plant en dier, waarbij uitputting van dier en natuur zondig is. ‘De rechtvaardige kent het leven van zijn vee, maar barmhartigheid van goddelozen is meedogenloos.’ (Spr.12)
Alle dingen nieuw
Het gelaat van deze aarde gaat voorbij. Die boodschap tekent de Bijbel, onder meer in Psalm 102: ‘U hebt voorheen de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van Uw handen. Die zullen vergaan, maar Ú zult standhouden; zij alle zullen verslijten als een kleed. U zult ze verwisselen als een gewaad en zij zullen verdwijnen.’ Niet alleen het leven van de mens is eindig, zélfs hemel en aarde zullen vergaan, maar God is eeuwig.
Tegelijk zegt de Heere: ‘Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’, woorden uit Jesaja 65 die terugkeren in het visioen dat op Patmos aan Johannes getoond wordt. Opvallend – en uitzonderlijk in het boek Openbaring – is dat de apostel (Openb.21:5) Gods eigen stem hoort: ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar.’ Geen twijfel aan dus!
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier het volledige commentaar van Piet Vergunst.
Praatmee