De familie Keijzer woont 3 jaar in Israël: "Dit land heeft God heel hard nodig"
Drie jaar geleden verhuisden Daniël en Riwkah Keijzer met hun vier kinderen van Amersfoort naar Na’ale, een dorpje in Samaria, dat tot de zogeheten ‘Westbank‘ behoort. Ze voelden zich door hun achtergrond geroepen om als Joodse volgelingen van Jezus het land en volk Israël tot zegen te zijn. Inmiddels zijn Daniel en Riwkah op diverse gebieden actief in de Israëlische samenleving. In hun dorp ontstaat intussen een veelkleurige huisgemeente.
De familie is inmiddels aardig geworteld in hun nieuwe thuisland, ook al blijven er dingen die anders zijn dan in Nederland. Zo pak je hier in het bergland niet even gauw de fiets voor een boodschap en is alles hier twee keer zo duur als in Nederland. Daniël: "Het leven speelt zich hier af in een veel hogere versnelling dan in Nederland. Je voelt de enorme politieke en geestelijke druk die op het land ligt. Om 4 uur ’s nachts hoor je de imam al oproepen tot het gebed vanuit de moskee. Een aantal Arabische dorpen hier in de regio is in 2018 overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit. Gesprekken en discussies gaan hier écht ergens over. We concluderen altijd dat dit volk heel hard God nodig heeft."
Je doopt je pita in dezelfde humus
Het dorp Na’ale behoort tot de zogeheten yeshuvim, Joodse nederzetting met een omheining die voortdurend bewaakt worden door militairen. In het dorp rijden wel regelmatig Palestijnse auto’s met groene kentekens rond. Het zijn de bouwvakkers en werklieden. Daniël: "Alles wat hier gebouwd wordt, gebeurt door Arabieren. Ook de tuinaanleg doen ze. Ik werd eens uitgenodigd om mee te lunchen met een aantal Palestijnse bouwvakkers. Ik ben tussen hen gaan zitten en we hadden een gesprek met handen en voeten. Je eet met elkaar, je doopt je pita in dezelfde humus. Ik geloof daarin. Het is goed dat ze hier kunnen werken. Jonge Palestijnen zonder werk zijn gevaarlijk want die zijn veel gevoeliger voor extremisme. Je hoort wel eens dat Palestijnen met messen door een hek proberen te komen. Maar in ons dorp is nooit iets gebeurd."
Nederlandse kinderen zullen niet meteen jaloers zijn op de kinderen van Daniël en Riwkah als ze horen dat ze in Israël zes dagen per week naar school moeten. Yaron van 15 en Ethan van 13 gaan met de bus naar Modi’in, een uur heen en een uur terug langs alle opstapplaatsen. Noam van 9 en Jaïr van 6 gaan naar een school in het dorp. De kinderen hebben zich snel aangepast aan het Israëlische systeem. Komende zomer verhuist het gezin binnen het dorp naar een groter huis. Op deze manier willen ze ruimte bieden aan vrouwen die ongepland zwanger zijn en tijdelijk een veilige plek nodig hebben.
Dat laatste heeft alles te maken met het werk van Riwkah bij Be’ad Chaim, de Messiaans-Joodse organisatie voor hulp aan ongewenst zwangeren. Riwkah is sinds kort, op vrijwillige basis, de landelijke psycholoog van de organisatie. Vrouwen in grote nood worden naar haar doorverwezen. Dit varieert van vrouwen met een misbruikverleden, doodgeboren kindjes tot vrouwen die kampen met Post Abortus Syndroom. Onlangs klopte er een meisje van 17 aan dat ongewenst zwanger was geraakt. Haar familie wilde de baby niet en probeerde haar te dwingen tot abortus. Dit ging zover dat ze haar probeerden te vergiftigen in de hoop dat ze de baby zou verliezen. Deze mensen wil de familie Keijzer een tijdelijke en veilige plek bieden.
Kinderziekenhuis
Daniël is vanwege zijn medische achtergrond werkzaam op de beademingsafdeling in het kinderziekenhuis Alyn in Jeruzalem. Daar ligt iedereen naast elkaar: Israëlische Arabieren, Palestijnen, seculiere en ultra-orthodoxen Joden. Daniël: "Ik zorgde voor een meisje dat was aangereden bij Hebron. Ze was er ernstig aan toe. Een Israëlische militair zag het gebeuren en sprak de vader aan die het kind naar een Palestijns ziekenhuis wilde brengen. De soldaat vroeg hem om het kind naar een Israëlische ziekenhuis te mogen brengen en zo kwam ze op de beademingsafdeling bij mij. De vader ontdekte er dat iedereen gelijk is in Israël, iets wat hij niet wist. Met google translate heb ik gecommuniceerd met hem. En gevraagd of ik voor hem mocht bidden. Ik bid heel simpel, leg kinderen de handen op. Het is wonderlijk, want deze vader heeft liefde voor Israël gekregen. Het meisje is inmiddels volledig hersteld."
Thuis in Na’ale is op een organische manier de afgelopen jaren een huisgemeente ontstaan. Riwkah: "Er kwamen diverse gelovige mensen in het dorp wonen. We zijn een whatsappgroep gestart en toen hebben we iedereen uitgenodigd voor een sabbatsmaaltijd op vrijdagavond. We waren met 15 volwassenen en 19 kinderen." Inmiddels komen de volwassenen elke woensdagavond bijeen. De sabbatsmaaltijd is één keer per maand met de hele groep inclusief zo’n 25 kinderen. Het verlangen is om binnen afzienbare tijd ook samen te gaan komen op de zaterdagmorgen.
Kiddoesj
De gemeenschap is nogal gemêleerd. Mensen komen uit Duitsland, Polen, Zweden, Oezbekistan, Amerika, Israël en Nederland. Er zijn gemengde huwelijken van wie de partner bijvoorbeeld een rooms-katholieke achtergrond heeft, maar er komen ook mensen die Joods zijn geworden of een religieus-Joodse achtergrond hebben. Onder wie een rabbijn die een keer was meegenomen door iemand.
Daniël: "We doen altijd een heel relaxte sabbat zonder al te veel religieus vertoon en bovendien vertelde niemand hem de eerste keer over Jezus. Maar hij bleef terugkomen want hij vond de sfeer zo bijzonder. Toen het op Jezus kwam, vertelde hij dat hij was uitgekeken op alle uitwendige symbolen in de synagoge. Inmiddels doet hij soms bij ons de kiddoesj (zegen over de wijn). Ik geloof dat er meer religieuzen zijn die weten hoe het zit. Dit is een mooi getuigenis: een intelligente rabbijn komt bij je eten en proeft dat het anders is en komt terug. We willen laten zien wie Jezus is door relatie met mensen te hebben."
Hoewel de focus op Israël ligt, ontdekt Daniël meer en meer de noodzaak om de verbinding te leggen met gelovigen in andere landen. Bij een spreekbeurt in Nederland kwam hij in contact met een voorganger uit Kosovo. Onlangs heeft hij met een team dit land bezocht en er het evangelie mogen delen met mensen. "Er is zoveel verwarring rond Israël in de kerken. Er zijn extremen naar alle kanten, er is weinig balans. Maar er is maar één Messias. Israël kan niet zonder de Kerk tot z’n volledige bestemming komen en de Kerk niet zonder Israël. Ik ga naar het buitenland om relaties met gemeenten en groepen te bouwen. In Kosovo hebben we zelfs de vice-minister-president ontmoet en hij sprak zijn liefde voor Israël uit. Daniel heeft voor hem kunnen bidden. Dat is ook mijn passie: om vanuit Israel, net zoals de gelovigen uit de eerste gemeente, in andere landen het Evangelie te brengen en de relatie te leggen met Israël."
Praatmee