Ouderling uit GerGem baalt van 'buitenkant-christendom': "Materialisme wordt ‘gecompenseerd’ door een arsenaal aan tradities die als heilig worden beschouwd"
"Laten we eerlijk zijn: we (reformatorische christenen, red.) hebben geen enkele reden om te roemen in onszelf. Wat wordt er onder ons een zelfgenoegzaamheid en een afgeven op andersdenkenden/andersgelovigen gevonden! Materialisme en wereldzin worden ‘gecompenseerd’ door een arsenaal aan gewoonten en tradities die als heilig worden beschouwd en als je je maar schikt naar die regels, kan er voor de rest heel wat mee door." Dit schrijft ouderling J. P. van den Brink in de vragenrubriek van Refoweb.nl in antwoord op een vraag over 'buitenkant-christendom'.
De ouderling uit de Gereformeerde Gemeenten onderstreept dat "buitenkant-christendom door de Heere nog strenger wordt veroordeeld dan het heidendom." Van den Brink citeert Lukas 10:13: 'Wee u, Chorazin, wee u, Bethsaïda, want zo in Tyrus en Sidon de krachten geschied waren, die in u geschied zijn, zij zouden eertijds, in zak en as zittende, zich bekeerd hebben.' Ook verwijst hij naar Lukas 11:42-52. "Het veelvoudig wee over de huichelachtige wetgeleerden en Farizeeën eindigt met: 'Wee u, gij wetgeleerden, want gij hebt den sleutel der kennis weggenomen; gijzelven zijt niet ingegaan, en die ingingen, hebt gij verhinderd'.”
Het valt de vragensteller op dat niet-christenen in deze omgeving heel negatief praten over kerkmensen. De ouderling geeft advies: "Ga nooit de zonde verdoezelen of verdedigen; probeer zelfs te voorkomen om de zonden (die wellicht door karikatuurvorming in de beleving of weergave een scheeftrekking zijn van de werkelijkheid) te relativeren. Maar probeer dit te doen zonder met je eigen vinger naar anderen te wijzen.
Probeer het gesprek om te buigen van de zonden van mensen naar de goedheid en grootheid van God", vervolgt Van den Brink. "Jaren geleden had ik eens een lunchdiscussie met medestudenten. Mijn gesprekspartners hadden het helemaal gehad met de kerk, met de Bijbel en met God. Van huis uit rooms-katholiek waren ze inmiddels door allerlei teleurstellingen in mensen ervan overtuigd dat de kerk en de Bijbel de zonden, speciaal als dat zonden van geestelijken betreft, in de doofpot stopt. In zekere zin had ik het makkelijk omdat ik niet uit de rooms-katholieke traditie kom, maar in de kritiek werd alle kerkelijke en Bijbelse autoriteit over één kam geschoren.
Ik had mijn Bijbeltje in mijn tas en na een kort moment van nadenken en stil bidden heb ik de vrijmoedigheid genomen (en gekregen!) om de geschiedenis van Juda en Thamar te vertellen. Die geschiedenis staat niet in de Bijbel als lekker smeuïg verhaal waar je rode oortjes bij krijgt en overeenkomstige schunnige gedachten en gevoelens, maar om te benadrukken dat God dwars door de zonden en het dwaze gekonkel van ons mensen heen werkt. Thamar is een van de moeders in het geslacht waaruit eens Jezus geboren is. God verdoezelt onze zonden niet, Hij ontdekt onze zonden, en Hij vergeeft beleden zonden en Hij maakt recht wat wij krom hebben gemaakt.
Het is zo waardevol om die God te kennen en te dienen: om Hem zelf, niet zozeer om wat mensen die zich christenen noemen er allemaal (niet) van terecht brengen. Gelukkig kunnen we ook getuigenissen geven van mensen, die door die goede God in het hart gegrepen zijn en die, zoals dat in de Bijbel beschreven staat: leesbare brieven van Christus zijn."
Praatmee