Predikant Gereformeerde Bond: "Doop volgt op rijke verkondiging Evangelie"
Zoals de geloofsbesnijdenis dé Bijbelse besnijdenis en de huisbesnijdenis dé Bijbelse afgeleide daarvan is, zo is de geloofsdoop dé Bijbelse doop en de huisdoop dé Bijbelse afgeleide daarvan. Dat zei Ds. A. J. Mensink dinsdag volgens het Reformatorisch Dagblad tegen theologiestudenten tijdens een studieweek van de Gereformeerde Bond.
Het meest expliciete voorbeeld van de doop op geloofsbelijdenis vindt ds. Mensink de kamerling uit Morenland. "Op zijn vraag wat hem verhinderd gedoopt te worden, antwoordt Filippus dat het geoorloofd is als hij van harte gelooft. Ook Cornelius, Lydia en de cipier van Filippi worden gedoopt nádat zij het Evangelie van Christus ontvangen hebben.”
De predikant uit Elburg noemde Romeinen 6 hét beslissende getuigenis van het Nieuwe Testament over de betekenis van de doop. "Paulus’ spreken over de doop in dit hoofdstuk volgt ook op de rijke verkondiging van het Evangelie. Het Nieuwe Testament zet bij het spreken over de doop niet in bij het verbond, de besnijdenis of het huisgezin, maar bij de betekenis van kruis en opstanding van Christus voor degenen die in Hem geloven.”
Zelf hanteert de hervormde predikant uit Elburg de kinderdoop. Hij geeft toe dat die in het Nieuwe Testament niet expliciet wordt genoemd. Desondanks vindt hij wél argumenten die voor de kinderdoop pleiten. "Bij de doop van een huis kan niet gedacht worden aan de doop van individuele, tot geloof gekomen gezinsleden, maar aan de doop van alles wat tot het huisgezin behoorde." Mensink voegt toe dat Jezus kinderen zegende en kinderen als onderdeel van de gemeente worden aangesproken.
Praatmee