Keelin heeft veel vragen over het geloof: “Het kan gewoon niet, dat je van vijf broden en twee vissen voor een heel dorp eten maakt”
Hoe wordt er onder de christelijke jongeren gekeken naar het geloof en de kerk? Het Nederlands Dagblad interviewt deze zomer acht zeventienjarigen over dit onderwerp. Zo ook Keelin Meines uit Amersfoort.
Het geeft Keelin geen fijn gevoel dat God als een vader is: “Ik heb geen leuke vader gehad. Mijn moeder en oma hebben me grootgebracht. Mijn oma heeft me precies gegeven wat mijn vader me niet gaf.”
Tot haar elfde was Keelin lid van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt. Nu hoort ze bij de Oud-Katholieke Kerk. Haar oude kerk mist ze niet: “We werden erg beoordeeld op wat we deden. Mijn oma was alleenstaande moeder van vier kinderen, zorgde voor pleegkinderen en voor haar kleindochter. Ze beoordeelden haar negatief, omdat ze ging scheiden. Daar heeft ze last van gehad. In de Oud-Katholieke Kerk was iedereen er voor haar.”
Levensvragen
Keelin heeft te maken met lastige levensvragen. Voor haar familie is het leven niet makkelijk, waardoor vragen als ‘waarom is God er niet voor hen?’ de kop opsteken. “De ene dag denk ik: God doet dat om je sterker te maken. Andere dagen zou ik willen dat God een persoon is en dat ik hem neer kan slaan. Gewoon even mijn woede eruit slaan, boos worden, discussie voeren. Dat zou ik zó graag willen, discussie met God.”
Ook de Bijbel kan vragen bij Keelin oproepen. Zo zet ze haar vraagtekens bij de geschiedenis van de vijf broden en de twee vissen: “Het kan gewoon niet, dat je daarvan voor een heel dorp eten maakt. Aan de andere kant is dat wel wat we geloven. En het is ook gewoon de kracht van Jezus.”
Bidden voor het eten en God zoeken in moeilijke tijden blijven gewoontes voor de zeventienjarige: In lastige tijden heeft Hij me erdoorheen geholpen. Mijn oma zegt: als je het moeilijk hebt, moet je gewoon bidden.” Daarnaast las Keelin vroeger voor het slapengaan uit de Bijbel: “Dat heeft mijn oma me meegegeven. Maar op dit moment heb ik er geen tijd meer voor. Ze zeggen wel dat je voor God tijd moet maken. Maar ik moet ook nog tijd voor mezelf hebben.”
Praatmee