Dr. Van Kooten verdiept zich in het leven van Jakob: "In zijn huwelijks- en gezinsleven ging van alles mis"
Profetie. Daar draait het volgens dr. R. van Kooten voor een groot deel om in het leven van Jakob. “Het begon met Gods profetie tegenover Rebekka over de tweeling in haar schoot. Aan het einde van zijn leven profeteert Jakob over de (verre) toekomst van de twaalf stammen.” Onlangs publiceerde de hersteld hervormde predikant uit Apeldoorn het derde deel van zijn boekenreeks over Jakob. ‘De heilzon daagt’ gaat over de laatste zeventien jaar van zijn leven in Egypte.
We zijn in uw boek getuige van het ontroerende weerzien tussen vader en zoon en van het audiën-tiebezoek aan de farao. Wat valt u op aan het weerzien tussen Jakob en Jozef?
“Het grootste gevaar voor een predikant is dat hij bij bekende Bijbelverhalen al denkt te weten wat er staat. Maar door getrouwe woord- en vervolgstudie ontdek je zaken die je nooit geweten hebt. Wat dat betreft bieden de drie delen over Jakob hele nieuwe en treffende details. Dat geldt ook van de ontmoeting tussen Jozef en Jakob. Als zijn zonen terugkeren en uitroepen dat Jozef nog leeft, krijgt hij ter plekke een hartstilstand. Hij kan het niet geloven, want zijn zonen hebben hem vaker bedrogen. Als zij alles vertellen wat Jozef gezegd heeft, herkent Jakob in hun woorden zijn zoon. Pas daarna zijn de wagens van de farao voor Jakob een bewijs. Dat waren ze op zichzelf niet, want zijn jongens hebben vaker buit gemaakt door anderen te overvallen (Sichem).
Jakob trekt op met Gods zegen. Egypte wordt tot ark voor de aartsvader en zijn nageslacht (woorden uit de zondvloedgeschiedenis worden gebruikt!). En dan de ontmoeting! Jozef valt om de nek van zijn vader en huilt heel lang. De rollen zijn omgekeerd. Tot nu toe was Jakob de man van emoties en Jozef de man die leefde uit het geloof. Jakob roept uit dat hij nu kan sterven. Ouders van wie een kind nooit meer gevonden is, begrijpen hem. Je kunt eigenlijk niet in vrede sterven zolang die vraag wat er met je kind is gebeurd is en waar de lichaamsresten zijn, niet is opgelost. Jakob krijgt er echter nog zeventien jaren bij.”
Wat is hét grote verschil tussen de familieverhoudingen voor en na dit weerzien?
“Na de verkoop van Jozef als slaaf, hebben de zonen van Jakob geen rust en vrede meer. Israël begint uit elkaar te vallen. Juda trekt weg en trouwt met een heidense vrouw. God brengt Juda langs een bizarre weg tot bekering. Er is echter geen cohesie in Jakobs gezin. God drijft dan door de zware hongersnood Jakob en zijn nageslacht naar Egypte. Dit bewaart hen voor vermenging met de Kanaänieten. De Heere laat hen door het voorstel van de farao in de afzondering van het vruchtbare Gosen leven. Hier begint er eenheid te ontstaan. Het stremsel komt als het ware in één kaasvat. En de verdrukking zal straks de rest doen: de verdrukking maakt het stremsel tot één kaas. Het geslacht dat uiteen dreigde te vallen door allerlei scheuren in de familie wordt één volk.
Ruben, Simeon en Levi zijn hun positie kwijt. Tijdens het tweede bezoek aan Jozef, waarbij Juda zich in de plaats van Benjamin aanbiedt, verkrijgt Juda gezag. Jozef geeft verder zodanig leiding dat er cohesie begint te ontstaan in het nageslacht van de aartsvaders. Gods weg met Israël is wijs en wonderlijk. Zeventien rijke jaren leeft Jakob met zijn geslacht in afzondering en rust. Eindelijk gebeuren er geen schokkende dingen meer in Jakobs leven. Vandaar dat de schrijver verder gaat met de laatste fase: Jakob regelt met Jozef zijn begrafenis. Hij neemt de zonen van Jozef als zijn eigen zonen op onder de twaalf stamvaders. De een krijgt de plaats van Jozef, de ander die van Levi. Jozef verkrijgt het eerstgeboorterecht in plaats van Ruben (1 Kron. 5:1-2) en krijgt in zijn zonen een dubbel deel van Kanaän, nu niet omdat Jakob hem als lieveling voortrekt, maar omdat de Heere het wil. Gods plan zorgt voor Zijn twaalftal tot in de Godsstad met de paar’len poorten.
We ontdekken geen groepen meer verdeeld over de vrouwen, meer en meer worden ze een.”
De Heilzon daagt als Jakob in zijn sterfkamer tot zijn zoon Juda spreekt. Wat gebeurt er op dat moment? En waarom is dit moment zo bijzonder met het oog op Jezus?
“Wij spreken over het zegenen van Jakob van zijn zonen op zijn sterfbed. Het gaat echter om profetie. Jakobs hele leven is omsloten door profetie. Het begon met Gods profetie tegenover Rebekka over de tweeling in haar schoot. Aan het einde van zijn leven profeteert Jakob over de (verre) toekomst van de twaalf stammen. Bij Juda roept hij uit: ‘Jij bent het, jou zullen je broers loven’. Niet Jozef maar Juda krijgt de eer van koningsstam. De scepter zal van Juda niet wijken, totdat Silo komt. Dit is ook zo mooi als je het echt bestudeert. We kennen alleen de plaats Silo, maar dat schrijf je net anders. Wat betekent Silo dan? Als het een aanduiding voor de Messias geweest zou zijn, zouden we die veel meer tegenkomen in het Oude of Nieuwe Testament. Dat gebeurt echter niet. Door de klinkers net anders te kiezen (het OT is alleen met medeklinkers geschreven) staat er ‘tot Hij komt Die er (namelijk: de scepter) recht op heeft’ (Verg. met Ezechiël 21:27!). Zo heeft de Griekse vertaling uit de tweede eeuw voor Christus - die ook de apostelen gebruikten – het vertaald. Dit is Christus. Er volgt immers direct erna ‘Hem zullen de volken gehoorzamen’. Christus heeft recht op de scepter. En wat er volgt past helemaal bij Christus. Dat is een tijd van overvloed. De jonge ezel wordt vastgebonden aan de wijnstok. Hij gaat ervan eten. Dat geeft niet, er is zo’n geweldige overvloed! Hij wast zijn kleren in wijn en zijn gewaad in druivenbloed. Er is zo’n onmetelijke hoeveelheid. En dan wordt Hij beschreven met beelden uit het Hooglied. Christus glimt van overvloed. Het is echt directe profetie!”
Wat kunnen we van de laatste 17 jaar van Jakob leren?
“Dat Jakob door de Heere echt gelouterd is. Het was Jakob altijd om de zegen te doen, maar hij probeerde steeds zelf die te realiseren. Hij was daarbij ook gewiekst. De Heere heeft hem dat afgeleerd in de ontmoeting met Ezau. Dan moet Jakob de gestolen zegen terugbrengen. Dit is bevrijdend!
Er was ook in zijn huwelijk- en gezinsleven van alles mis. Dat komen we in de eerste delen heel scherp tegen en dat heel concreet en actueel. Die dingen missen wij in de laatste periode van Jakob. God geeft Jakob rust en God herstelt wat Jakob naliet of verkeerd deed. God brengt bij de begrafenis verzoening tussen de broers, als de broers pas echt gaan geloven dat Jozef geen wraak zal nemen. Jakob mocht werkelijk in vrede in zijn graf bijgezet worden.”
Praatmee