Afrikaanse ex-moslim gedoopt in Rotterdam: "De liefde die ik hier voel, ken ik niet vanuit de islam"
Billish, een ex-moslim uit Sierra Leone, werd onlangs gedoopt in de Rotterdamse kerkgemeenschap MEER dan BeverWAARD (foto). Het verhaal van Billish’ bekering en doop begint bij een tramhalte in Rotterdam. Of nee, eigenlijk begint het al veel eerder. Billish wordt geboren als zoon van een stamhoofd en als moslim grootgebracht in een arm gezin. Met liefde spreekt hij over zijn vader en moeder, met pijn over de armoede en met walging over het inwijdingsritueel van jonge mensen. Meisjes worden besneden en jongens worden zonder eten het oerwoud ingestuurd, in de hoop dat ze er na vele nachten levend weer uitkomen.
Billish’ thuisland Sierra Leone kreeg de afgelopen jaren veel te verwerken. Eerst was er de burgeroorlog, gevoed door de strijd om diamanten. Toen was er ebola. Maar steeds als een probleem overwonnen wordt, blijft de conclusie dat armoede, corruptie en stammenstrijd níét verdwenen zijn. Deze zaken, maar ook de uitzichtloosheid en barbaarse gewoonten die er heersen drijven hem uit zijn vaderland. In Billish’ eigen woorden was het kiezen tussen een langzame dood zonder uitzicht in een Afrikaans land, of een (vermoedelijk) snelle dood tijdens zijn reis naar Europa. Mét de hoop op een beter leven, ooit.
Via Ivoorkust reist Billish naar het noorden. Voor de oversteek van de Sahara, koopt hij in Niger een plekje in een pick-uptruck van smokkelaars, die hem samen met 45 anderen naar Libië zullen brengen. Er is genoeg water ingeslagen... voor de smokkelaars! Níét voor de 46 personen vluchtelingen achterin de truck. De tocht wordt een ware hel. Slechts 8 van de 46 personen overleven het. Billish begraaft 18 van de slachtoffers met zijn eigen handen. Als hij erover vertelt, brengt hij verbaasd uit: “Why me? Waarom ik? Waarom ben ik niet in de woestijn begraven?”
De 8 overlevenden worden in Libië opgepakt en vastgehouden door een militie, die losgeld eist van hun families. Zolang zij niet betalen, worden de 8 mishandeld en geslagen. De littekens op Billish’ lijf spreken boekdelen. Mensensmokkelaars brengen zicht op een uitweg. Omdat zijn familie geen geld heeft, besluit hij te bluffen. Zonder aarzelen gaat hij in op hun aanbod: zij brengen hem naar Italië en daar betaalt hij hen 30.000 euro. Zonder enig idee van de omvang van dat bedrag, stapt hij in een bootje, de Middellandse Zee op. Op weg naar het beloofde land... tot het ventiel van de boot loslaat. De boot maakt water en begint te zinken. Met hun ogen op de kust van Italië, kijken de tientallen opvarenden de dood in de ogen. Tijdens zijn doopdienst vertelt Billish wat er toen gebeurde! Hoe er redding kwam. Uit het water duiken plotseling drie dolfijnen op. Zij duwen het slappe bootje voort, tot de Italiaanse kustwacht hen in het vizier krijgt en redt. Eindelijk is Billish op het continent waar hij zoveel van verwacht.
Leven in Italië blijkt zwaar en moeilijk. Dus pakt Billish na twee jaar de trein naar België, met de adem van zijn smokkelaars nog altijd in zijn nek. Zij hebben nog steeds geld van hem tegoed. In België krijgt hij een sterk gevoel dat hij naar Nederland moet. Hij heeft alleen geen geld meer. Als de Belgische politie hem oppakt, is zijn enige antwoord steeds: “I just wanna go to Holland”. Na een nacht in de cel, mag hij de volgende dag vertrekken: mét een ticket naar Amsterdam in de hand. (En tegen alle nationale en internationale asielafspraken in!) Zo eindigt zijn barre tocht vanuit Sierra Leone in het AZC van Beverwaard. En wordt hij enkele dagen later aangesproken door pastor Ruard, bij de tramhalte.
Over zijn kennismaking met de kerkgemeente MEER dan BeverWAARD zegt hij: “Ik voelde hier liefde, en liefde en liefde! De hele nacht heb ik er wakker van gelegen, nagedacht en gezocht. Ik kende die liefde niet vanuit de islam. Het trok me aan en liet me niet meer los. En nu ken ik Jezus, als Heer en Redder!” Billish is vol lof over Gods liefde en macht. Al is zijn toekomst -naar de mens gesproken- onzeker. De smokkelaars wisten hem op te sporen, hebben hem bedreigd en zijn broer in Sierra Leone ernstig mishandeld. Ze willen het geld dat Billish hen had beloofd, maar dat is er niet. Hier en in Sierra Leone heeft de zaak politieaandacht, maar de spanning blijft. Ook is het de vraag of hij in aanmerking komt voor een verblijfvergunning. Vanwege zijn situatie en de dreiging hoeft Billish niet terug naar Italië; hij mag in ieder geval een jaar in Nederland blijven. Maar daarna...? Toch is hij vol vertrouwen. Want waar zijn reis verder ook naartoe gaat, God gaat met hem mee. In Beverwaard, Italië of Afrika.
Praatmee