Arie van der Veer las een verschrikkelijk Bijbelgedeelte: God breekt Zijn wereld af en Zijn oordeel wordt geprezen
“De grote hitte verzengde de mensen en ze lasterden de naam van God, die macht heeft over deze plagen. Ze toonden geen berouw en bewezen hem geen eer” - Openbaring 16:9
Ik zou ze best willen overslaan: die visioenen van het laatste oordeel. Het zijn verschrikkelijke beelden. En wat over God wordt verteld, stuit je tegen de borst.
God is in dit eindgebeuren zo anders. Anders dan zoals je Hem hebt leren kennen.
Je hele leven heb je gepreekt over een God van liefde en genade. Maar nu lees je over wraak nemen, over bloed vergieten. God doet wat Hij in Zijn woord ons altijd verboden heeft. Wij mogen geen wraak nemen. Als iemand ons op de ene wang slaat, worden we gevraagd hem onze andere wang toe te keren.
En nu lees je dit:
Johannes ziet zeven engelen, als priesters gekleed, zeven gouden schalen gevuld met Gods toorn over de aarde uitgieten. Eén voor één treden de engelen naar voren en doen hun verwoestend werk. Verschrikkelijke dingen zijn het die Johannes ziet gebeuren. Het zijn de tien plagen van Egypte is het groot. De hele wereld wordt getroffen.
Verschrikkelijke beelden.
God breekt Zijn wereld af. Hij maakt de wereld, die Hij geschapen heeft, onbewoonbaar. En Hij straft op die dag alle mensen die niet in Hem wilden geloven.
Maar niet alleen wat gebeurt, is verschrikkelijk. Daar komt nog bij wat in de hemel gezegd en bezongen wordt. Gezegd wordt door een engel: “Ze hebben het verdiend.” Het oordeel wordt geprezen. De hemel wordt opgeroepen om Gods oordeel te bezingen. En dat gebeurt ook: “Halleluja! Gods vonnis is rechtvaardig. Hij heeft wraak genomen.”
Het is heel, heel moeilijk.
Juichen om de ondergang van een ander.
Van mensen, die je misschien zelf hebt gekend.
Maar is ons gevoel van afkeuring terecht?
Wat ging en gaat nog altijd aan dit laatste oordeel vooraf?
Hier de geschiedenis van Gods handelen in vogelvlucht:
God schiep de wereld. En het was zeer goed. Vervolgens keerde de mens Hem de rug toe. Toch besloot God de wereld te redden. “God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”
Mensen redden. Mensen van het kwaad verlossen. Jezus dronk daarom een lijdensbeker die zo vol en zo zwaar was, dat Hij uitschreeuwde: “Vader indien het mogelijk is laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan.” Maar Hij ging door. Maakte Zijn werk af. Overwon de dood. Gaf Zijn discipelen en daarna Zijn kerk dit goede nieuws wereldwijd bekend te maken. Ook om te waarschuwen. Eens zal het einde komen. Het onherroepelijk einde aan alle kwaad: het laatste oordeel.
Juichen om de ondergang van een ander.
Elk mens kan dus ontkomen aan dat oordeel. Omdat Hij het oordeel gedragen heeft. God wil dat alle mensen gered worden door geloof in Christus.
Het laatste oordeel komt niet zomaar. Voor dit verschrikkelijke hoofdstuk staan vijftien andere hoofdstukken. Alle vertellen van Gods geduld.
‘In de hel zitten zij tegen wie God na heel veel geduld zegt: ‘uw wil geschiede.’ - (C.S.Lewis)
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee