Piet Vergunst vraagt zich af of excuses aan de remonstranten noodzakelijk is
De Protestantse Kerk erkende vorige maand ‘het leed dat remonstranten berokkend is op de synode van Dordt’. Maar, excuses kregen ze niet. Over subtiel taalgebruik en het omgaan ons het verleden, schrijft Piet Vergunst in De Waarheidsvriend.
In Dordrecht kwam vier eeuwen terug de strijd tussen een confessionele kerk en een tolerante kerk tot een ontknoping. Het eindigde met het wegsturen van de remonstranten, over wie ds. Johannes Bogerman zei: ‘Gij zijt met leugens begonnen, gij zijt met leugens geëindigd. Gaat heen.’
En nu, vier eeuwen na dato, spreekt de scriba van de Protestantse Kerk, dr. R. de Reuver, van ‘een pijnlijk moment, in het bijzonder voor de remonstranten’. Ja, dat was het zeker, ook omdat de kerk van Christus verder verdeeld raakte en in Antwerpen de Remonstrantse Broederschap opgericht werd.
J. P. Coen
Met excuses over het verleden kan een mens ook weinig als het doel slechts is om afstand van het verleden te nemen én aan te geven dat onze tijd echt ‘verlichter’ is. ‘Diepe spijt’ betuigde ons land in 2001 op de antiracismetop van de Verenigde Naties over de slavenhandel. Een jaar later onthulde koningin Beatrix het ‘Nationaal monument slavernijverleden’, maar… tot excuses kwam het niet. Want excuses kunnen gepaard gaan met schadeclaims en de roep om financiële compensatie.
Vorige zomer kreeg de J.P. Coenschool in Amsterdam-Oost een andere naam, nu we weten dat ten tijde van het regime van de zeventiende-eeuwse gouverneur van Nederlands-Indië velen vermoord zijn. Dat is een keuze – al moet je een mens altijd in de context van zijn tijd laten staan. Belangrijker is echter hoe wij vandaag omgaan met ‘slavernij’. Wegkijken als we horen over gedwongen prostitutie, over mensenhandel, over uitbuiting is vele malen erger dan een Amsterdamse tunnel naar J.P. Coen vernoemen…
Verdraagzaamheid
De erkenning van de pijn van de remonstranten is een leeg gebaar als hiermee gecommuniceerd wordt dat verdraagzaamheid uitgaat boven het belijden van de kerk. Dr. De Reuver liet de Remonstrantse Broederschap terecht weten wat we niet zonder elkaar kunnen als het om het verstaan van de waarheid gaat. Om de liefde van Christus in haar hoogte en diepte te kennen, zijn al de heiligen onmisbaar. Daarom is er in de kerk het gesprek gaande over waarheid en eenheid, juist de kerk die voortdurend bedreigd wordt door dwalingen in haar midden en aanvallen van buitenaf. Als een brullende leeuw zoekt de duivel de gemeente van Christus immers te verslinden.
Bij een getuigend gesprek hoort verdraagzaamheid naar de ander, omdat ten diepste de Heilige Geest mijn naaste inwint voor de waarheid van het Evangelie. In de gebrokenheid van dit leven, waarin we ten dele kennen, zoeken we het goede voor de ander en voor onszelf. In die context leert Paulus ons (Kol.3:13): ‘Verdraagt elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft.’
Vergeving
Echter, dat is verdraagzaamheid naar de ander, niet naar (Gal.2:4) ‘misleidingen met mooiklinkende redeneringen’. Omdat God de zonde niet verdragen kan en omdat Christus Zijn leven gaf voor de heiligheid van Zijn gemeente, belijdt de kerk het geloof in de Vader, de Zoon en de Geest. Op kruispunten in haar geschiedenis deed ze dat ook. Erkenning van een breuk in haar verleden is dan allereerst de roep om vergeving, vergeving die we vragen aan God Zelf.
We raken hiermee niet alleen aan kerkelijk jargon, maar beseffen dat de bijbelse notie van de vergeving dieper gaat dan sorry zeggen en excuus maken. Als de kerk de plek is waar Jezus samenwoont met zondaars, dan leeft remonstrants en gereformeerd of luthers van Zijn vergeving. Liefde tot die Heiland leert ons de ander om vergeving te vragen, leert vergeving te schenken. In het bijzijn van een zondares zei Jezus het in het huis van een Farizeeër ooit zo: ‘Haar zonden, die veel waren, zijn haar vergeven, want zij heeft veel liefgehad.’
Het Woord als een lamp
Spreek ik woorden van excuus over de zonden van mijn overgrootvader of ben ik vandaag vergevingsgezind naar de ander? Besteedt de kerk aandacht aan haar geschiedenis met de remonstranten uit 1619, in de behandeling van de afgescheidenen uit 1834, in het negeren van diepe armoede in de negentiende eeuw… of getuigt ze vandaag van de waarheid, heeft ze morgen een diaconaal hart?
Praatmee