De gelovige pechvogel hoeft zich nooit een loser te voelen
Veel gelovigen zeggen nadrukkelijk ‘Als God niet bestond zou ons leven zinloos zijn’ Atheïsten zoals Dawkins zeggen dan dat je heel menswaardig kunt leven als atheïst. Het ligt toch wat gecompliceerder dan beide partijen veronderstellen.
Toen ik jarenlang 100% zeker wist dat God niet bestond moest ik zelf doel en zin geven aan mijn bestaan. Dat moet ik als gelovige nog steeds doen, want God eist dat we alles doen wat we kunnen!. Zelfs al kunnen wij niet veel (Mattheüs 25:14-30). Als gelovige weet ik dat ik verantwoording af moet leggen bij God. Dus moet ik leven volgens Gods normen. En het valt niet mee voor een arme zondaar om te leven volgens de normen van de Heilige God!
Als atheïst had ik het wat dat betreft makkelijker. Want toen meende ik (ten onrechte) dat ik kon leven volgens mijn eigen normen. Zolang mijn geweten me niet aanklaagde was alles in orde. Maar toen ik atheïst was, hing werkelijk alles af van mijn succes. Als mijn plannen mislukten had ik voor niets geleefd. Maar nu ik gelovig ben, is al mijn inzet een bescheiden bijdrage aan het grote plan van God.
De Bijbel geeft mooie voorbeelden van hoe God ons inschakelt bij Zijn plan. De wonderbare visvangst bijvoorbeeld. (Johannes 21:21-14) De discipelen hadden de hele nacht gevist. Maar ze vingen vrijwel niets. Vlak voor zonsopgang stond er iemand op het nog halfdonkere strand. En hij riep: ‘Kinderen, hebben jullie iets te eten?’ Petrus antwoordde: ‘Het spijt ons, maar we hebben niets gevangen!’ Waarop de onbekende riep: ‘Gooi het net dan uit aan de andere kant van de boot!’ Petrus mopperde tegen de anderen: ‘Daar heb je weer zo’n landrot die denkt dat hij het beter weet.’ Maar Johannes zei mild: ‘Ach, laten we die man nu een plezier doen. Het kan geen kwaad.’ Petrus bromde: ‘Vooruit dan maar!’ Ze gooiden het net aan de andere kant van de boot. En binnen enkele minuten zat het net tjokvol vis! Het was teveel voor hun boot, dus riepen ze hun collega’s toe: ‘Help ons asjeblieft met jullie boot!’ Even later zaten beide boten zo vol, dat ze nog net niet zonken! My Lord, what a morning! Johannes zei: ‘Die man op het strand, dat moet de Heer zijn!’
Petrus was meteen enorm enthousiast! Hij had in zijn blootje gewerkt, dus trok hij gauw iets aan. Daarna sprong hij uit de boot, en waadde door het ondiepe water naar het strand. De andere discipelen kwamen ook. Ze namen allemaal een vis mee voor de Heer. Maar als ze niets hadden gevangen was het ook niet erg geweest. Want de Here Jezus had op het strand al een vuurtje met brood en gebakken vis. ‘Leg jullie vis er maar bij, die bakken we straks wel’.
De moraal van het verhaal is: God zorgt voor ons, maar Hij verwacht wel dat wij ons inzetten voor de zaak. Het gaat vooral om de inzet, niet zozeer om wat we te bieden hebben (Mattheüs 25:14-30). Vandaar dat de gelovige pechvogel zich nooit een loser hoeft te voelen. Hij weet: ‘Als mijn plannetjes niet lukken is dat geen drama. Want Gods grotere plan is er ook nog. Als ik maar mijn best heb gedaan! Dan is de Heer tevreden.’ (Openb. 3:7-13)
Maar de atheïstische pechvogel heeft alle reden om zich ellendig te voelen. Immers: als zijn plan mislukt is hij zelf ook mislukt! God kan ons altijd gebruiken, maar vaak op een andere manier dan we hadden gewild. De Bijbel zegt: ‘Ken Hem in al uw wegen en Hij zal uw paden recht maken.’ Dat betekent niet: ‘Zeg Hem wat je plannen zijn en dan maakt Hij er een succes van.’ Het betekent: ‘Vertel Hem wat je graag zou willen, maar zeg tot slot: ‘Verhoor het alstublieft naar Uw wijsheid’. Dan zou het wel eens kunnen dat God je een heel wat betere route wijst dan je zelf had bedacht!
Praatmee