Ds. J. Westland schrijft over 'Goed en zinvol leven': "Het gevaar dat je als christen je eigen weg uitstippelt is groot"
“Wat is wijsheid, wat is het goede leven en wat brengt geluk?” Dit staat centraal in het boek Goed en zinvol leven, geschreven door emeritus-predikant J. Westland van de hervormde kerk. Hij neemt ons mee door de geschiedenis en laat zien wat de Bijbel over dit onderwerp te zeggen heeft. CIP.nl sprak met hem.
"De aanleiding voor het schrijven van het boek was een vraag over de deugdenethiek vanuit de redactie van de Artios-reeks. Wat zijn waarden? Hoe moeten wij leven en hoe denkt men hierover buiten de kring van het christelijk geloof? Hoe moeten we ons hierin oriënteren als christenen? Dat is de grote vraag van het boekje.”
“In bepaalde kringen geldt nauwelijks meer dat je openstaat voor de zin die je aangereikt wordt; dat je echt luistert naar de Ander. Men wil nog wel eens luisteren naar mensen die aanwijzingen geven voor menselijke mogelijkheden; denk aan de Griekse filosofen en ideeën van de verlichting. Men zoekt mogelijkheden in de mens, maar luisteren naar wat God te zeggen heeft, wordt in de samenleving waarin wij leven niet breed gedragen.”
“Het is een lijn die je door de hele geschiedenis kunt zien. Iedere keer wel met een andere insteek. Filosofen uit het verleden spraken over de deugden, die wel te maken hebben met het goddelijke, maar het goddelijke wordt vaak in de mens geplaatst: “Dat moet ik ontwikkelen; daar moet ik me op richten”. Na de Verlichting kreeg dit een meer menselijke kant; je eigen gevoel waardoor je je laat leiden. Het zoeken naar wat in de mens zit is in de Westerse samenleving heel zichtbaar geworden. Tegelijkertijd heeft het een enorme verbrokkeling teweeggebracht. In de tijd van Plato werd veelal gedacht: “Er is een geheel; een orde. Als onderdeeltje van die orde moeten we ons schikken; dan zijn we deugdzaam en gelukkig.” Maar het grote geheel is weggegevallen. Iedereen doet het op zijn eigen wijze. Nu wordt er vaak gedacht: “Wat jij redelijk vindt, hoeft een ander nog niet redelijk te vinden”. Zo ontstaan er allemaal kleine eilandjes van redelijkheid.”
“Het gevaar dat je als christen je eigen weg uitstippelt is groot. Je kan je zo laten beïnvloeden door de moderne tijdsgeest, dat je je ‘gevoel’ gaat volgen. Dat kan ook goed zijn; op een gegeven moment kan dat om een stukje individualiteit draaien; God heeft ons immers allemaal verschillend geschapen. In die zin mag je je hart wel volgen, maar je moet bedenken dat dat hart van huis uit niet deugt; dat hart moet op Gods weg gericht worden.”
“Ik ben nagegaan hoe je deze kenmerken terugvindt in de geschiedenis. Zo vind ik het boeiend om te zien welke ommekeer theoloog Johannes Hermanus Gunning maakte. Gunning vertelde dat hij tijdens de preken teksten van de filosoof Spinoza zat te lezen. Naar eigen zeggen werd hij daarvan bekeerd. “Tot Gods persoonlijkheid in mijn leven zelf; Die van buitenaf tot mij komt in Christus en waaraan ik mij mag onderwerpen.” Mensen wilden toen al hun eigen weg gaan. Men kan zich bij ‘Gods persoonlijke aanwezigheid in je leven’ weinig voorstellen, maar dan raak je een eind van de Bijbel af.”
Discussies binnen de kerken over bijvoorbeeld de doop, zijn volgens Westland punten die het hart van het geloof niet raken: “Dat hoort bij ons samen zoeken naar God; daar kunnen verschillen in zijn. Maar als we praten over de deugden, het leven door de Geest, de liefde; dat zijn zulke fundamentele christelijke dingen en ook daar bestaan flink wat verschillende meningen over. Het mooie is wel dat je geloven mag dat de Bijbel een wonderlijk boek is en dat wij in de eerste plaats niet iets met het Woord doen, maar dat het Woord iets met ons doet. Het vraagt van ons zaken als nederigheid, onderwerping en een luisterende houding.”
“Ik denk dat wij als christenen in deze moderne wereld met moed mogen blijven staan voor wat wij ontvangen hebben uit Christus. Dat is de moeite waard om voor te leven. Omdat dit de moeite waard is, geven we het met vreugde door aan onze kinderen. We proberen te laten zie dat het goed is om zo te leven. Het is aan hen om daarmee verder te gaan. Ik ben geen profeet en weet niet hoe dit in de toekomst zal gaan, maar ik hoop dat het boekje daar een positief aandeel in mag leveren.”
Praatmee