NEM-directeur Piet Jonkers ziet God aan het werk in het Midden-Oosten: “Je ziet kleine vonkjes die het vuur steeds verder aanwakkeren”
In 1963 werd Near East Ministry (NEM) opgericht als een interkerkelijke stichting die aan de ene kant diaconale werkers uitzendt naar het Midden-Oosten en aan de andere kant onderwijsactiviteiten organiseert in Nederland en België. Directeur Piet Jonkers vertelt in dit interview met CIP.nl over zijn organisatie en hoe hij en zijn medewerkers Gods hand terugzien in het werk dat zij doen.
“We zijn een organisatie die een visioen uit Jesaja 19 als leidraad neemt. Jesaja ziet een snelweg, in de Bijbel een ‘heerbaan’ genoemd. Deze weg zal ooit lopen van Egypte naar Irak, toen nog Assyrië genoemd. Egypte zal in Assyrië komen en vice versa. Samen zullen zij de HEERE dienen. Daar lees je heel makkelijk overheen, maar die HEERE is de God van Israël; onze God. Het is best bijzonder dat dit in de Bijbel staat: de mensen uit het Midden-Oosten zullen God gaan dienen. Daarnaast staat er in dit Bijbelgedeelte dat Israël de derde zal zijn na Egypte en Assyrië, dus blijkbaar zal Israël zich bij die Arabische landen gaan voegen tot zegen voor de hele aarde.”
“Er is hoop voor het Midden-Oosten”, vervolgt Jonkers. “Dat zou je niet zeggen in de huidige situatie; meestal gaan de eerste gedachten bij die landen over oorlog en geweld. Daarom sturen wij mensen naar het Midden-Oosten die onvoorwaardelijk, vanuit de liefde van Jezus willen dienen. We werken vanuit Israël, omdat we vanuit NEM geloven dat God dit volk heeft gekozen om Zijn volk te zijn. Dat betekent niet dat we geen oog hebben voor de Arabische landen eromheen. Daar wonen afstammelingen van Ismaël, de andere zoon van Abraham. God belooft in Zijn Woord dat Hij ook hem zal zegenen. We hopen dat we door het uitzenden van vrijwilligers een brug kunnen bouwen tussen deze twee werelden.”
God aan het werk
We zien zegen op ons werk, maar wat de meeste indruk op me maakt is dat je God Zelf bezig ziet; soms gebeuren er dingen die we zelf niet in de hand hebben, maar waar we wel bij betrokken worden. Laatst hadden we een bijeenkomst onder het thema Het evangelie breekt muren af en bouwt bruggen. Daar werd gesproken over de dingen die God nu doet in het Midden-Oosten. Vaak is het klein, maar het zijn bijzondere verhalen. Zo waren er twee vrouwen in Egypte, die onafhankelijk van elkaar door het lezen van Romeinen 11 liefde voor Israël kregen. Dat begrepen ze zelf niet. In dit Bijbelgedeelte zegt Paulus dat God het volk dat Hij van tevoren heeft uitgekozen niet heeft verstoten. Die vrouwen dachten: “Dat klopt niet; God heeft Israël juist wel verstoten, omdat ze Jezus niet hebben aanvaard.” Die tekst bleef ze bezighouden: “Als ik dit Bijbelgedeelte niet geloof, waarom zou ik de rest van de Bijbel dan wel geloven?”
“Op onverklaarbare wijze kregen ze vervolgens liefde voor Israël in hun hart. Dat terwijl ze nog nooit een Jood hebben gezien. Het was iets dat God in hun hart plantte. In een land als Egypte voel je je in deze situatie heel eenzaam. Je kan het niet delen, ook niet in de kerk; Israël wordt, ondanks een vredesverdrag tussen Israël en Egypte, gezien als de vijand. De mensen van NEM die in Egypte werkzaam zijn, kunnen die personen bijstaan door bijvoorbeeld met hen te bidden. God doet dit en wij mogen er dienstbaar in zijn.”
Joden in Egypte
“Voor het eerst sinds 2600 jaar is er in Egypte geen minjan meer, tien Joodse mannen die bar mitswa gedaan hebben. Voor verschillende delen van de Joodse gebedsdiensten of losse gebeden is die vereist. Als er geen minjan is, moeten die worden overgeslagen. Gedurende 2600 jaar kwamen er bijvoorbeeld Joden bij elkaar op de Grote Verzoendag. Zij baden de gebeden van verootmoediging en schuldbelijdenis. Elke zaterdag kwamen ze bij elkaar om de Sabbat te vieren. Aan het begin van de vorige eeuw woonden er tienduizenden Joden in Egypte, die ook tot zegen waren voor het land. Dat waren vaak artsen en bankiers. In de loop van de tijd heeft Egypte al zijn Joden als het ware uitgekotst. Ze werden steeds meer als de vijand gezien, zeker na de Jom Kippoeroorlog tussen Egypte en Israël van 1973.”
Jonkers vervolgt: “Je kan zeggen: “Who cares”, maar een land die haar Joden niet wil beschermen, gaat uiteindelijk ten onder. Een land dat haar Joden juist beschermt, zal gezegend worden. Dat zegt God tegen Abraham. En kijk naar Bileam. God laat hem de woorden “Gezegend die u zegenen en vervloekt die u vervloekt” spreken. Het feit dat er geen tien Joodse volwassen mannen meer zijn in Egypte, is een slecht teken. Er zijn in Egypte christenen met een liefde voor Israël, die dat zo erg vinden, dat ze in het geheim elkaar opzoeken om samen de sabbat te vieren volgens de Joodse rituelen. Zo willen ze laten zien dat niet alle Egyptenaren achter de behandeling van de Egyptische Joden staan. Dat vind ik heel ontroerend; uit compassie voor Gods volk de sabbat vieren.” Het gaat Jonkers duidelijk aan het hart. “Die groep kunnen wij tot steun zijn.”
“Het is best bizar als je erover nadenkt; waarom hebben die mensen een band met Israël? Het zijn over het algemeen jonge mensen die de aanwezigheid van grotere groepen Joden in Egypte niet meer hebben meegemaakt. Ik heb er geen andere verklaring voor dan dat God dit in hun hart geeft. Hij is hard aan het werk, zeker in het Midden-Oosten. In die regio is Jezus geboren en opgegroeid. En in Jeruzalem zal Hij terugkomen. Je ziet van die kleine vonkjes, die het vuur steeds verder aanwakkeren.”
NEM in Nederland
“Ik vind de NEM een heel mooie organisatie. Je kan met Gods hulp echt barrières doorbreken. Het is niet makkelijk; we zijn een kleine organisatie. We hebben een mooie bediening in het Midden-Oosten en daarnaast in Nederland. We willen graag zien dat mensen in Nederland wakker worden en zich gaan afvragen waar we eigenlijk mee bezig zijn. Waarom zijn we zo gejaagd en hebben we zoveel stress? De welvaart is hier geweldig en het is heel veilig, maar toch ligt er een enorme druk op ons. In Nederland ondervond zestig procent van de werknemers regelmatig of zeer vaak werk gerelateerde stress. Veel mensen krijgen een burn-out. Dat is Gods bedoeling niet; Hij is geen slavendrijver. De druk van de moderne tijd is zo zwaar. We willen mensen het zetje geven om zich om te draaien en achter Jezus aan te gaan. Het juk van Jezus is zacht en licht en het juk van de moderne tijd is heel zwaar. We gebruiken daarbij de verhalen uit het Midden-Oosten; we dienen een God die zo druk bezig is om de wederkomst voor te bereiden. Laat die God nu het leidmotief zijn in je leven; dat is het mooiste wat er is. We proberen zo mensen op te wekken als het ware tot een nieuwe levensstijl en hopen dat er ook het verlangen ontstaat om naar het Midden-Oosten te gaan. Om ons daar te helpen en zo hun leven in dienst van God te stellen.”
Tijdens de zomerse Reveilweken gaat NEM dieper op onze gehaaste levensstijl in. We gaan op zoek naar de machten die ons afmatten, opjagen en voortdrijven. De afgoden van deze tijd moderne willen we een halt toe roepen. Dat kan alleen door Jezus. Hij roept ons op om alles af te leggen, ons naar Hem toe te keren, dagelijks ons kruis op ons te nemen en achter Hem aan te gaan.
Praatmee