Wat moet je doen als je tieners niet meer naar kerk willen? Bekijk het inspirerende antwoord van David de Vos
In een gezin krijgen ouders regelmatig te maken met tieners die niet meer mee naar de kerk willen. Dat kan zorgen voor heel veel verdriet. Soms ontstaan ere zelfs ruzies en verwijdering door. Maar hoe kun je daar als ouders nu het beste om gaan? Je kinderen verplichten om te gaan of toch voor een andere aanpak kiezen? David de Vos kreeg die vraag door New Faith Network.
“Verplichten heeft vaak een averechts effect”, begint De Vos. “Ik kom nog steeds mensen tegen die zeggen dat ze vroeger van hun ouders naar kerk moesten. En ze hebben nu nog last van dat hele stramien. Als je tieners niet meer naar kerk willen, is dat niet zozeer een teken dat ze niets met God te maken willen hebben. Sterker nog: ze zijn zijn waarschijnlijk zat van de mensen in de kerk, van de omgeving en van de echtheidsgraad, of mensen ook echt wel doen wat ze zeggen.”
“Ik denk dat als je met je tiener dáár over praat, dat je een heel ander gesprek krijgt. Als je vraagt waarom ze niet meer naar kerk willen, zullen ze niet zeggen: ‘Omdat ik niet van God houd of niks meer met God te maken wil hebben.’ Nee, dat is omdat de manier waarop het geloof beleefd wordt mij niet meer aanspreekt of omdat ik het lastig vindt.”
“Tieners zijn er heel erg goed in om door te prikken tot het hart van iemand. Die proeven de echtheidsgraad. De omgeving waar tieners in zijn is heel belangrijk.”, aldus De Vos die vervolgens met een voorbeeld komt. “Als je kipfilet in de vriezer hebt liggen, dan is het bevroren. Alles wat je moet doen om die kipfilet te ontdooien is het uit de koude omgeving te halen en in een warme omgeving te brengen. Voor sommige tieners kan een kerk een koude ijskast zijn. Ze beleven er niks, ze voelen er niks. Er zijn goede plekken waar je tieners naar toe kunnen. Wij doen bijvoorbeeld speciale events voor tieners. Daar zien ze hoe gaaf het kan zijn om God te dienen. Tieners hebben helden nodig, mensen naar wie ze kijken en zeggen: als hij of zij met God kan wandelen dan kan ik dat ook.”
Praatmee