De anti-abortusbeweging is zich er terdege van bewust dat federale rechters de wetten kunnen tegenhouden en in een aantal staten is dat ook al gebeurd. De beweging voelt dat ze de wind in de rug heeft sinds president Trump twee ultraconservatieve rechters heeft benoemd in het Hooggerechtshof. Daarmee is de meerderheid van de negen rechters van het hof conservatief. 

Conservatieve staten hebben een reeks strenge procedures en regels ingevoerd. Zo moeten klinieken aan steeds strengere (en dus duurdere) eisen voldoen, die vaak niets met abortus te maken hebben. Veel klinieken kunnen daardoor niet opereren en zijn gedwongen hun deuren te sluiten. De NOS wijst ook op psychische en emotionele druk. In veel conservatieve staten worden vrouwen gedwongen een echo van de baby te zien, vlak voordat de abortus wordt uitgevoerd.

Ook binnen de anti-abortusbeweging is er verdeeldheid. De bekende televisiedominee Pat Robertson, een felle tegenstander van het recht op abortus, vindt het totaalverbod in Alabama te ver gaan. Hij wil dat er uitzonderingen mogelijk blijven voor slachtoffers van incest en verkrachting. President Trump is voorstander van een totaalverbod, al wil hij wel een uitzondering maken voor de slachtoffers van verkrachting en incest.