Piet Vergunst: Is Europa het stervende continent?
Voor de negende keer gaan de kiezers in Europa volgende week – van donderdag tot zondag – naar de stembus. Uit de 28 lidstaten worden voor een nieuwe periode van vijf jaar in totaal 751 volksvertegenwoordigers gekozen. Is Europa het stervende continent?, vraagt Piet Vergunst zich af in De Waarheidsvriend.
De oud-Bondskanselier van Duitsland, Helmut Kohl, legde een sterk verband tussen Europa en het christendom, toen hij opmerkt dat ‘Europa eindigt waar de kerktorens eindigen’ – een uitspraak die de jaren door nogal eens geciteerd wordt. Zo is Turkije sinds 1963 geassocieerd met de voorlopers van de Europese Unie, maar tot een lidmaatschap kwam het (gelukkig) nooit. Soms leek dat lidmaatschap dichtbij, omdat er ook regeringsleiders waren die een Europees Turkije bruikbaar achten als een tegenwicht tegen een dominant Amerika.
In de visie van de ChristenUnie op Europa lees ik: ‘Per direct stoppen met onderhandelingen met Turkije’, terwijl de SGP opmerkt dat ‘Turkije cultureel, economisch, godsdienstig noch politiek bij Europa hoort’. Het CDA is milder, en streeft naar een ‘alternatieve vorm van samenwerking met Turkije’.
Notre Dame
Nu gaat het niet om Turkije op zichzelf, wel om de waarden waar Europa voor stond en voor staat. Europa en de kerktoren – ze hoorden bij elkaar. Op de avond dat de Notre Dame in Parijs vorige maand in brand stond, zei een van onze dominees me: ‘Ben er naar van, de Notre Dame in brand. Je hoeft niet veel historisch besef te hebben om er iets van de ondergang van het Avondland in te zien…’ Hij verwees met ‘Avondland’ naar de titel van een bekend boek over de ondergang van de westerse cultuur. Waar Europa seculariseert, herinnert de Notre Dame aan de tijd dat de kerk in de Franse samenleving een grote plaats had. En nu… staan we rond een Notre Dame in verval.
Deskundigen ten aanzien van Europa signaleren een vermoeide indruk, spreken over een werelddeel dat ooit centrum was van cultuur en geloof, van vooruitgang en vernieuwing, maar dat ingehaald wordt door een energiek China, door andere landen van de wereld. De bevolking van Europa neemt af en de kerk krimpt. Een eeuw geleden woonde een kwart van de wereldbevolking in Europa, terwijl dat vandaag voor tien procent van de mensen geldt. Is Europa het stervende continent, tevens symbool voor de neergang van de kerk? In die context klinkt vandaag de roep om ‘een nieuw, dragend verhaal’, ook al mag dit niet christelijke geïnspireerd zijn.
Populistische partijen
Voor gevestigde partijen is het een schrikbeeld dat dertig procent van de kiezers bereid is te stemmen op een populistische partij – wat volgende week een bom kan leggen onder de Europese samenwerking. Mensen laten zich in het stemhokje zomaar leiden door haat of wrok, door ressentiment of wantrouwen tegen de gevestigde regering. Juist als socialisten, communisten of liberalen geen levensovertuiging meer hebben die de toekomst van de samenleving bepalen moet, is het nodig naar de christelijke traditie te kijken, waarin hoop en zorgzaamheid, vertrouwen en solidariteit samengaan.
Gaat het volgende week vooral om de keuze tussen progressiviteit of populisme? Feit is dat nationalisten en progressieven sterk tegenover elkaar staan. Het accent ligt veel minder op de economie dan op de cultuur. Nu we een periode van economisch herstel meemaken, lijken kwesties als identiteit en religie er meer toe te doen, evenals etniciteit. Bijna de helft van de Europeanen beschouwt de globalisering van de wereld als een bedreiging voor de identiteit van het eigen land. Voor de Hongaarse premier Orbán zijn de keuzen helder: pro-immigratie tegenover anti-immigratie, een variabel spreken over gezinnen tegenover het christelijke gezin, het multiculturalisme tegenover de christelijke cultuur, denken over een federalistisch Europa tegenover het Europa van de natiestaten.
Tegengif
Al verstaan de Nederlandse christelijke partijen zich gelukkig niet als populistisch, ze brengen wel nadrukkelijk hun christelijke levensovertuiging als richtinggevend voor de vormgeving van de Europese samenleving in. De CU wil dat Europa meer recht doet aan de samenwerking van soevereine staten, wil de kernwaarden uit het begin van de Unie afstoffen, kernwaarden die kunnen dienen als tegengif voor haat en nationalisme. Ook willen Peter van Dalen c.s. één vestigingsplaats voor Europa: Brussel.
De SGP vraagt op zijn beurt aandacht voor essentiële verschillen tussen de lidstaten in cultuur en ontwikkeling en wil meer macht verschuiven naar de nationale parlementen. Wanneer ze pleit voor ‘volledig vrij zijn van de lidstaten om zelf te beslissen over thema’s als abortus, euthanasie en huwelijksmoraal’, lezen we dit als steun voor Hongaren, Polen en anderen.
Verscheidenheid
Hier hebben we de kern waar de kiezer zich over kan laten horen: gaat het om een Europa dat technocratisch bestuurd wordt en dat meer en meer zeggenschap krijgt over de inrichting van een land, zelfs een regio? Óf laten we zelfstandige naties in veel opzichten zelfstandig blijven, om wel te komen tot een hartelijk verbond? CU-politicus Roel Kuiper hekelde de eerste positie ooit toen hij schreef: ‘Europa is een uitzonderlijk continent. Ik houd enorm van de culturele rijkdom van Europa. Maar een overdreven Europees machtsdenken nivelleert die verscheidenheid met een arrogantie die verbluffend is. Altijd wel weet Brussel beleidsinitiatieven te ontplooien waar lidstaten niet om gevraagd hebben.’
Praatmee