Ben Ferencz bezocht tal van concentratiekampen: "Het was een blik in de hel"
99 jaar is hij. Toch werkt Ben Ferencz nog iedere dag. Hij bezocht tal van concentratiekampen door zijn werk als onderzoeker van oorlogsmisdaden. Het veranderde zijn leven én zijn blik op bepaalde dingen. Volkskrant sprak met hem.
"Ik had gevochten in het Derde Leger van generaal Patton en werd na de oorlog benoemd tot onderzoeker van oorlogsmisdaden. Dat betekende dat ik verschillende concentratiekampen moest bezoeken. Flossenbürg, Ebensee, Mauthausen. Mijn eerste kamp was Buchenwald. Overal lagen lichamen. Je kon amper zien of de mensen nog leefden. Degenen die nog net in leven waren, konden alleen nog met hun ogen om hulp roepen. Het was als een blik in de hel, en wat ik zag heeft zeker een traumatisch effect op me gehad. Mijn hele denken is erdoor bepaald. Want ik heb de rest van mijn leven geprobeerd te voorkomen dat zoiets nog eens zou gebeuren. Dat is belangrijker, vind ik, dan het vervolgen van een handjevol massamoordenaars"
"Ik denk weleens aan de gebroeders Wright. Ze hadden een fiets, zetten er een vleugel op en zeiden: ‘Wij kunnen deze fiets laten vliegen.’ En mensen zeiden: ‘Als God de mens had willen laten vliegen, had hij hem wel vleugels gegeven.’ We noemden de Wright-broers ‘dromers’, zoals ik ook ben. Maar we hebben inmiddels duizenden vliegtuigen in de lucht en de meeste vliegen zonder te crashen. Daarom zeg ik tegen de jonge generatie: jullie zijn aan zet, stop met oorlogvoeren, zorg dat oorlog iets van het verleden wordt."
Praatmee