"De Schrift spreekt nergens over homoseksueel zijn, alleen over homoseksuele daden"
Dominee Schouten nam de schrift letterlijk en huilde op zijn sterfbed om de streken van de duivel. Hij leefde zestig jaar samen met Jaap. NRC maakte een uitgebreid portret.
"Hans. Ik heet Hans. En ik ben priester", zegt Schouten als hij dominee wordt genoemd. "Hier staat dus dat we niet alleen zalig worden door ons geloof, maar ook door hoe we ons gedragen. Dat is toch geweldig?." Hij schaterde het uit. "Het doet er dus toe of je een goed mens bent of niet."
"Eerlijk gezegd," zei ik na een korte aarzeling, "verbaast me dat niet."
"Mij ook niet", zei hij, opeens ernstig. "En ik wist het natuurlijk allang. Maar waar mijn familie vandaan komt, van Putten op de Veluwe, werd daar heel anders over gedacht. Mijn grootvader groeide op in het besef dat God hem bij voorbaat verworpen had en hem geen kans gaf om het goed te maken. Laat dat even tot je doordringen. Je kunt bidden en smeken wat je wilt, maar je zult niet gered worden, tenzij je voor je geboorte bent uitverkoren. En dat zijn er maar weinig." Even leek het alsof hij in tranen zou uitbarsten.
"Waarom vertel je me die dingen, Hans?”, vroeg ik. "Wat heeft het te maken met waar ik voor gekomen ben?”
"Daar gaan we het niet meer over hebben", zei hij. "De Schrift spreekt nergens over homoseksueel zijn, alleen over homoseksuele daden. Lees Leviticus 18 vers 22. Dat is alles wat ik erover te zeggen heb."
Praatmee