Het oranjevirus in polariserende tijden
Mijn stad, Amersfoort, maakt zich op voor Koningsdag. Langzaam maar zeker ondergaan de straten in het centrum een metamorfose. Een paar huizen bij ons vandaan hangen voor alle ramen bijvoorbeeld al grote posters van Willem-Alexander, Máxima en de kinderen.
Het Oranjevirus is ook onze deur niet voorbijgegaan: ik merk dat ik steeds meer zin krijg in 27 april. Niet alleen omdat de royals vlakbij – ik meen zelfs in de straat achter ons – passeren. Maar vooral omdat ik geloof dat zij nog altijd een belangrijke rol kunnen spelen als samenbindende factor in onze samenleving.
In dat licht baart het me zorgen dat het vertrouwen in ons koningshuis afneemt onder jongeren. Was in 2007 nog zeventig procent enthousiast over de Oranjes, vorig jaar was dat geslonken naar 55 procent. Uit recent onderzoek van Ipsos in opdracht van de NOS blijkt dat velen van hen het instituut oubollig en ouderwets vinden.
We leven in een tijd waarin tegenstellingen hard lijken toe te nemen. Invloedrijke mensen, onder wie politici, spelen soms handig in op allerlei angsten en onderbuikgevoelens in de maatschappij (ze wakkeren die zelfs aan als dat in hun straatje past). Juist nu de polarisatie hand over hand lijkt toe te nemen, zouden we wat mij betreft alles moeten koesteren wat ons als Nederlanders met elkaar kan verbinden – inclusief ons koningshuis. En daar hoort met elkaar feestvieren bij!
Praatmee