Een kudde uiteengedreven schapen, maar bijeengebracht onder de Herder
De Herder wordt geslagen, de kudde verstrooid. Maar na Zijn opstanding zoekt Jezus de discipelen weer op. Dat is de kerk: een kudde uiteengedreven schapen, maar bijeengebracht onder de Herder, schrijft ds. J. A. W. Verhoeven in De Waarheidsvriend.
Zacharia schrijft dat een zwaard de herder moet doden en dat de schapen van Israël uiteengedreven zullen worden. Velen komen om, maar toch niet allen. Er zal een rest zijn. Zij worden door het vuur heen gered, beproefd, gelouterd. De Heere zal op die dag zeggen: dit is Mijn volk. En zij zullen zeggen: de Heere is mijn God (Zach. 13:7-9). Deze woorden werpen licht over de weg die Christus moet gaan. De profeet schrijft Zijn profiel: een geslagen herder. Heden wordt deze Schrift in uw oren vervuld.
Wie slaat die herder? Dat is God Zelf. ‘Door God geslagen en verdrukt’ (Jes. 53:4). Dat gebeurt niet omdat Hij geen goede Herder is. Integendeel. Het is vanwege onze overtredingen, om onze ongerechtigheden. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem.
Wat weten wij daarvan? Wij zijn allang afgehaakt, gevlucht. Wij hebben Hem verloochend en verlaten. Er is een weg waarop wij Jezus niet volgen, waarop Hij volstrekt alleen is. Dat was toen Hij de klappen opving. De goede Herder geeft Zijn leven voor de schapen. Zij maken zich innerlijk los van Hem.
Hij kan dat niet. Hij houdt hen vast. Dat is geen huurling. Dat is de goede Herder, Die Zelf Zich naar de slachtbank liet leiden, Die onze schuld op Zich nam en aan ons Zijn gerechtigheid geeft.
Pasen
De discipelen zouden alle moed hebben verloren, als de Heere Jezus hun niet tevoren beloofd had dat al deze dingen moesten gebeuren, overeenkomstig de Schriften. Hij heeft hun bij voorbaat gezegd: ‘Ik zal worden opgewekt.’
Zoals er vanuit het Pascha een weg kwam door de zee, zo baant Christus Zich een weg door de dood heen. Hij zet Zijn voeten waar geen pad is. Hij was geslagen, maar Hij wordt opgewekt. Want Hij is zonder zonde, Hij alleen. Maar Hij blijft niet alleen. Hij roept de schapen bij hun naam. Hij zoekt de verloren schapen. Allen namen aan Hem aanstoot, maar Hij hield hen vast, dwars door het oordeel heen. Ik zal jullie voorgaan. Volg Mij! Zo brengt de goede Herder Zijn kudde samen.
Pinksteren
Kajafas, de hogepriester, heeft zijns ondanks geprofeteerd: het is nuttig dat één sterft voor het volk. Dat is beter dan dat het hele volk verloren gaat. Onwetend profeteerde hij dat Jezus zou sterven voor het volk. En bovendien: Jezus zal ook de kinderen van God, die overal verspreid zijn, bijeenbrengen (Joh. 11:50-52). De Herder is geslagen. Hij geeft Zijn leven voor de schapen.
Maar dat is niet alles. Hij zegt: Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn. Ook die moet Ik binnenbrengen. En het zal worden één kudde en één Herder (Joh. 10:16). Van Golgotha lopen er lijnen naar Pinksteren. Deze lijdende Knecht is veel te groot om alleen maar voor Israël de Herder te zijn. Hij is een Licht voor de heidenvolken (Jes. 49:6). Hij brengt de zegen van Abraham naar de volken toe. Aan het kruis breekt Hij de scheidsmuur af die er was tussen Israël en de volken.
Schapen van de kudde, of ze nu uit Israël of uit de volken komen, zijn eenkennig. Ze luisteren maar naar één stem: de stem van de goede Herder. Voor alle andere stemmen zijn ze doof. Dat is kenmerkend voor de kerk. Dat maakt de kerk tot wat ze is. Daar ligt ook de eenheid van de kerk.
Ds. J. A. W. Verhoeven is predikant van de hervormde gemeente te Krimpen aan den IJssel. Het volledige artikel was vorige week te lezen in De Waarheidsvriend. Klik hier om abonnee van De Waarheidsvriend te worden.
Praatmee