Spelen tussen de wolven
Hoe oud zou het meisje zijn? Ik denk een jaar of vier. Ze heeft blote voeten en is gekleed in een roze hempje en een vaalrood broekje. Haar donkere haar zit in een staart. Ze wandelt het ‘huis’ uit dat gemaakt is van golfplaten, stukken hout en kippengaas.
Met haar grote bruine ogen kijkt ze naar haar broer die rent met een vlieger. Of eigenlijk is het een gerafeld stuk plastic aan een touw. Echt hoog komt hij niet, daarvoor is het touw te kort. Maar zolang de jongen rent, blijft het plastic in de lucht.
Dit is hun thuis. Dit plekje in Manila, hoofdstad van de Filipijnen. Een stad vol flats, sloppenwijken en rondrazend verkeer. Een stad die zeven dagen per week bedekt ligt onder een dikke deken van smog.
Dit is hun wijk. Een wijk waar de vele duizenden inwoners zich voornamelijk in leven houden met het verzamelen en sorteren van afval. Als ze tussen het afval wat eetbaars tegenkomen, zoals resten hamburger, maken ze die weer warm en eten die op.
Het ziet er ongekend armoedig uit. Maar criminelen zien dat er in deze wijk goud ligt verborgen. Dat goud zijn kinderen. Zoals dat meisje dat vol bewondering staart naar haar vliegerende grote broer.
Ik ben in deze stad om, met een aantal journalisten, te leren over het werk van International Justice Mission (IJM). Gisteren hoorde ik het verhaal van Chang. Ze groeide op in Manila. Als veertienjarig meisje werd ze bij een van haar buren naar binnengelokt. Ze moest zich uitkleden voor een webcam en moest allerlei opdrachten uitvoeren. Opdrachten van mannen uit westerse landen. Mannen met geld.
Chang werd bevrijd, maar hoe zit het met die andere kinderen? Op dit moment, hier in Manila en waarschijnlijk in deze wijk, zitten kinderen vast in cyberseksslavernij. Tieners, maar ook jongere kinderen. Soms zelfs peuters en baby’s. Het is een gedachte die nauwelijks is te verdragen. Om me heen zie ik hoe kinderen vrolijk lachen en rennen. Ze spelen tussen de wolven.
Ik denk aan het gesprek dat ik de vorige dag had met Sam Inocencio, directeur van IJM op de Filipijnen. Hij herkende dat gevoel van radeloosheid. “Je kunt totaal overweldigd worden door die gevoelens en emoties, en je kunt er echt door neergedrukt worden. Maar als je in dat gevoel blijft, gebeurt er feitelijk niets, de kinderen blijven in het misbruik. Wat wij telkens weer doen is: we zetten ons gevoelens en emoties om in daden.”
Ik kijk opnieuw naar dat meisje in haar haar roze hempje. Ze rent nu haar broer achterna, de hoek om, mijn blikveld uit. Ik weet even niks anders dan een schietgebedje. 'God, houd dit meisje toch weg uit de klauwen van de wolven. En zegen het werk van Sam en zijn team.'
Meer lezen over het bevrijdingswerk van IJM of zelf deel worden van ons reddingsteam?
Praatmee