Hoe zit het met iemands behoudenis?
Stel, iemand komt tot geloof en laat zich dopen, maar na een aantal jaren zegt hij/zij het geloof vaarwel of bekeert zich tot de islam. Hoe zit het dan met zijn/haar behoudenis? (C.. B. te @)
Antwoord:
In Mattheüs 13:21 wordt gesproken over ’iemand van het ogenblik’. Soms kan iemand heel enthousiast tot geloof komen, maar later blijkt dat het alleen een oppervlakkige, emotionele aanraking of ervaring was en geen wortel in zich had. In Handelingen 8 lezen we over een zekere Simon die zich bekeerde en liet dopen. Wat waren de gelovigen blij met zijn bekering, want het was een bekende in Samaria. Later bleek dat zijn motieven niet zuiver waren en dat hij zich alleen bekeerde omdat hij zo onder de indruk gekomen was van de wonderen die door de handen van de apostelen gebeurden. Zo komen vandaag ook velen onder de indruk van de mooie muziek, het samenzijn, de creativiteit, de interessante studies, de wonderen en genezingen en de vele andere activiteiten in de gemeente, zonder ooit tot bekering en wedergeboorte gekomen te zijn! Men trekt soms jaren met elkaar op, wordt zelfs ingeschakeld in allerlei activiteiten, zonder te weten dat het gaat om iemand die waarachtig wedergeboren is. Zelfs predikanten bleken later nooit echt bekeerd en wedergeboren te zijn en verlieten de gemeente en het christelijke geloof! Deze ontwikkeling past natuurlijk helemaal in het kader van de komst van de antichrist die zich als christus voor zal doen, zonder het waarachtig te zijn!
Daarnaast kan een waarachtig kind van God ook ‘ontsporen’ en zo op een dwaalweg terechtkomen. Ik denk dat God de Vader, wat dat betreft, misschien wel meer ongehoorzame-, dan gehoorzame kinderen heeft. Maar ongehoorzame kinderen blijven ondanks alles nog wel kinderen van hun Vader! Onze hemelse Vader heeft geduld met Zijn dwalende kinderen en laat ze soms een heel eind gaan, maar vroeg of laat komt Hij ze tegen! Soms nog tijdens hun leven op aarde, maar anders zullen ze voor de rechterstoel van Christus rekenschap over hun leven moeten geven en zijn ze toch nog behouden, ‘maar als door vuur heen’ (1 Korinthe 3:15).
Praatmee