Piet Murre legt uit hoe christelijk leraarschap wel degelijk verschil maakt
Hoe breng je christelijk leraarschap in de praktijk en wat houdt dat precies in? Een antwoord op die vraag krijg je op de ontmoetingsdag voor christelijke leraren op het Driestar educatief in Gouda. De praktijk zien, doorzien, herzien is daar het thema. Piet Murre, lector op het gebied van schoolvakken en onderwijskunde, zal op deze dag spreken. Samen met CIP.nl blikt hij kort vooruit en licht hij een tipje van de sluier op als het gaat om christelijk leraarschap en wat dat precies is.
Murre trapt af: “Het grootste deel van de schooldag ben je als leraar samen met je leerlingen bezig met de lesinhoud. Daarom is het belangrijk om na te denken over de vraag hoe je de inhoud van het vak en de onderwijskundige aanpak zo kunt inzetten dat er voor de leerlingen iets oplicht van de Bijbel en dus van Christus. Tijdens de conferentie van donderdag richten we ons op de lessen die gegeven worden en de vraag of die ‘christelijk’ zijn. Hoe merken leerlingen het verschil tussen lesgeven vanuit een seculiere mindset en een christelijk perspectief?”
Motivatie
“Wanneer je lesgeeft, is het mogelijk om met de Bijbel in je achterhoofd bepaalde accenten in je lessen aan te brengen. Misschien niet altijd, maar wel regelmatig. We reiken principes aan op basis van onderzoeken. Als je ‘gewoon’ docent bent en je hebt een drukke baan, dan proberen we aan te tonen hoe je je eigen lessen in kan richten op basis van Gods Woord.”
“Christelijk leraarschap kan uiteindelijk alleen als je christen bent. Iedere leerkracht zal een bepaalde drive hebben, maar de motivatie van een christen komt bij Jezus vandaan. Wat geef je je leerlingen mee? Wat merken zij van jouw relatie met Jezus? Dat geef je door bij bijvoorbeeld economie; hoe gaan wij met ons geld om? Met onze schepping en de grondstoffen die we tot onze beschikking hebben. Dat moet je concreet maken, ook in het dagelijks leven. Wat betekent het voor je bijbaantje op zaterdag? Dus niet alleen meegeven hoe de economie in elkaar zit; wat de productiefactoren zijn en dergelijke, maar het praktisch maken.”
Rekenen en taal
Murre merkt dat er mensen naar hem toe komen die vraagtekens zetten bij het idee dat je elk vak naast de Bijbel kan leggen. Vakken als rekenen en taal hoort hij regelmatig voorbij komen. Maar zelfs op die terreinen kun je met een open Bijbel lesgeven: “Het rekenen van tegenwoordig is realistisch rekenen, dus met voorbeelden uit de praktijk. In plaats van een opdracht waarin gesteld wordt dat je met een lot uit de loterij 50.000 euro gewonnen hebt en je voor de keuze gesteld wordt om op een bepaalde vakantie te gaan, kun je de vraag zo formuleren dat je 50.000 euro hebt en besluit om anderen ermee te helpen. Het is dezelfde rekensom, maar je verandert de focus. Je maakt leerlingen bewuster door de voorbeelden toe te passen op de vraag: “Hoe wordt de ander er beter van?” en niet op de vraag: “Hoe word ik er beter van?”
“Het kan bij taal ook. Met moderne vreemde talen leer je woordjes en hoe je bijvoorbeeld een hotelkamer boekt. Maar je moet daarnaast leren hoe je met anderen in contact kan komen en wat je van hen kan leren. Hoe je iemand helpt door de weg te wijzen. Hoe je iemand een compliment geeft of hoe je het geloof in het Engels omschrijft. Je kiest een inhoud die ertoe doet, die helpt en zo ervoor zorgt dat kinderen voor hun naaste klaarstaan en voor God. Het klinkt niet wereldschokkend, maar het zijn alle beetjes bij elkaar.”
Bredere vorming
“Scholen die het goed doen, blijken vaak aan een aantal dingen te voldoen. Ze gaan er met z’n allen voor en werken als een team. Ze luisteren naar wat nodig is. Je ziet dat bijvoorbeeld reformatorische scholen het landelijk vaak goed doen, maar christelijk onderwijs is geen garantie voor betere vakprestaties. Er treedt eerder iets op als brede vorming en inzicht in deze wereld, wat niet altijd in rapportcijfers te lezen is. Je zal er niet slechter van worden; als de lessen voor leerlingen zinvoller worden, zijn ze meer gemotiveerd. Het gaat vooral om het anders leren kijken naar de wereld; vanuit Bijbels perspectief.”
“Onderwijs werkt verrijkend wanneer je het expliciet maakt. Als je seculier bent, heb je net zo goed een geloof, maar dan in bijvoorbeeld natuurwetten. Dan ‘propageer’ je dat. Bij het christelijk onderwijs krijgen de kinderen vaak de kans om de wereld vanuit verschillende perspectieven te bekijken door bijvoorbeeld de lesboeken naast de Bijbel te leggen. Daarbij zeggen we niet: “Jij moet dit ‘zo’ en ‘zo’ vinden”, want dat zou indoctrineren zijn. Je maakt leerlingen meer bewust van de verschillende posities die bestaan.
Ik denk dat het ook verrijkend zou zijn als bijvoorbeeld een humanist op die manier lesgeeft; “Wat zegt het boek en wat zijn mijn overtuigingen, die ik niet bewijzen kan?” Je hoopt dat jongeren door deze manier van lesgeven, met de Bijbel naast de lesstof, dichter bij Jezus komen. Dat kun je ze niet opleggen. Dat moet God uiteindelijk in hun hart geven.”
Praatmee