Pavel getuigde in de rechtbank: 'Hier staat een misdadiger voor u, maar God heeft mij veranderd'
Pavel Joerijevitsj Grisjenko werd geboren op de Krim in de stad Sebastopol en is daar ook opgegroeid. "Ik ging drugs gebruiken, terwijl ik nog in militaire dienst was. Toen men daar achter kwam, moest ik voor de rechter verschijnen en werd ik gevangen gezet. Na enige tijd kwam ik vrij, ging ik weer gebruiken, werd ik weer veroordeeld, gevangen gezet, enzovoorts. In totaal ben ik zo vijf keer veroordeeld en gevangen gezet," vertelt hij in het magazine van Stichting Friedensstimme.
"Tijdens mijn laatste straftermijn bezochten gelovigen de gevangenis en ik luisterde naar een preek. Ook schonken zij mij het Nieuwe Testament. Toen ben ik de Heere gaan zoeken. In de gevangenis ging ik voor Hem op mijn knieën. Maar mijn hart veranderde niet, ik was niet wedergeboren. In de tijd die volgde, heb ik een leven van steeds weer vallen en opstaan gekend. Na zeven jaar schonk de Heere mij genade. In 2007 mocht ik vergeving van zonden en een nieuw Leven in Christus ontvangen. In de gevangenis werd ik gedoopt. Na mijn vrijlating ben ik terug gegaan naar Simferopol en vanaf dat moment hoorde ik bij de niet-geregistreerde baptistengemeente in die stad.
In de gevangenis leerde ik hoe groot de nood van mensen is. Vele mensen zijn ziek, zoeken genezing en vrede voor hun ziel. Ze dolen rond, maar vinden niet wat ze zoeken. Dat raakt mij. De Heere schonk mij een verlangen: het Evangelie verkondigen, verloren zielen vertellen van de Zaligmaker. Hij bond een tekst uit Spreuken op mijn hart: “Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt.” Ik evangeliseer vaak met een boekentafel die ik in de stad neerzet. Beambten van de overheid werken me vaak tegen. Vorig jaar had ik een tafeltje neergezet en de Bijbel en andere boeken erop geplaatst. Al snel kwamen er FSB (Russische geheime dienst – red.) agenten en gewone politieagenten bij mijn tafel staan. Ze stelden vragen: ‘Wat doe je hier?’ Ik heb eerlijk antwoord gegeven: ‘Ik sta hier om het Evangelie te verkondigen, zodat mensen in de Heere Jezus Christus zullen geloven en gered worden.’ Alles wat ik vertelde werd opgeschreven. Ook namen ze van de lectuur mee die ik op mijn tafeltje had liggen. Ik moest mee naar het bureau en werd voor de procureur gebracht. Deze noteerde al mijn persoonlijke gegevens. In stilte bad ik: ‘Heere wilt u mij de woorden geven die ik moet spreken, want ik weet het zelf niet. Spreekt U Zelf door mij heen.’
Het gesprek verliep als volgt. De procureur vroeg mij of ik al eerder in aanraking met justitie was geweest. Ik antwoordde: ‘Jazeker. In 1999 ben ik veroordeeld voor misdaden en diefstal en ik heb enkele jaren vastgezeten.’ ‘Is dat alles?’ vroeg hij. ‘Nee,’ zei ik. ‘Na mijn vrijlating ben ik al snel weer veroordeeld. In 2003, om dezelfde reden en in 2005 opnieuw voor diefstal.’ ‘Is dat alles?’ ‘Nee,’ antwoordde ik hem opnieuw. ‘In 2007 ben ik ook veroordeeld en heb ik weer vast gezeten.’ Toen gaf de Heere in mijn hart om met hem het gesprek te zoeken. Ik zei: ‘Nu moet u maar beoordelen of God bestaat. Ik ben een mens die diep in de zonde heeft geleefd en ik had geen kracht om ermee te breken. Men heeft mij terecht bestraft en ik heb vanwege eigen schuld herhaaldelijk in de gevangenis gezeten. Iedereen hoopte dat ik mijn leven na de gevangenis zou beteren, maar het gebeurde niet. Het werd eerder slechter met mij. Maar door Gods genade ben ik veranderd, ik ben niet langer wie ik was.’
Toen werden al die agenten die erbij stonden stil. Ze begonnen vragen te stellen, over mijn bekering, maar ook over de doop die ik ontvangen had: ‘Ben je echt helemaal onder water gegaan?’ Ik besloot mijn verhaal met de volgende woorden: ‘Hier staat een misdadiger voor u. Maar God heeft mij veranderd. Iedereen heeft Jezus nodig. Dat vertel ik aan bozen en goeden. Zegt u zelf maar of ik daarmee een slecht werk doe dat straf verdient.’ Toen was het klaar: ‘Je bent vrij,’ zei de procureur, om er aan toe te voegen: ‘Je hoort nog van ons.’ Voordat ik naar huis ging heb ik de procureur ernstig aangekeken en gezegd: ‘Moge de Heere u zegenen.’
De man was even stil, keek me aan en zei toen: ‘Moge de Heere ook jou zegenen.’ Met alle egards werd de deur voor me opengedaan en mocht ik gaan. Ik heb niets meer van hen gehoord en ik ben niet bestraft."
Stichting Friedensstimme staat dit jaar al 40 jaar voor ondersteuning van christenen in de voormalige Sovjet-Unie bij hun evangelisatie- en zendingsactiviteiten. Zij stelt honderd evangelisten in staat om zich volledig aan evangelieverkondiging te wijden en voorziet hen van lectuur en middelen voor vervoer. Lees hier meer over het werk van Stichting Friedensstimme.
Praatmee