Vrouwen in navolging van Jezus: Waarom wilde Salome met Jezus mee?
Zebedeüs is de man van Salome. Johannes en Jakobus zijn de zonen van Zebedeüs. Jezus had oog voor hen. Hij ging vandaar verder en zag twee andere broers, namelijk Jakobus, de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broer, in het schip met hun vader Zebedeüs, terwijl zij hun netten aan het herstellen waren, en Hij riep hen. Zij lieten meteen het schip en hun vader achter en volgden Hem - Mattheus 4:21,22.
We komen Zebedeüs tegen op het moment dat Jezus zijn zonen achter Zich aan roept. Zebedeüs en zijn zonen hebben een vissersbedrijf. Hij is zeker niet onbemiddeld, want hij heeft – behalve zijn zonen – ook knechten. Als die jongens Jezus willen volgen vindt Zebedeüs dat goed. Ook al gaat hij zelf niet mee. Misschien heeft hij overwogen dat er iemand moet zijn die het bedrijf gaande houdt. Wel gaat – naar wij nu weten – ook Salome, de vrouw van Zebedeüs met Jezus mee.
Salome moet Zich aangesproken hebben gevoeld door Jezus. Ze wil met Jezus mee. Misschien doet ze het ook voor haar zonen. Wie weet heeft ze gedacht dat dat niks wordt met die mannen. Hoe moeten ze dan eten en wie moet hun sokken stoppen? Er moet toch iemand voor hen zorgen. Salome heeft inderdaad zorg voor haar kinderen die de Heere Jezus willen volgen. Ze gaat mee achter Jezus aan. Maar wie weet doet ze het wel vooral voor haar zus Maria, de moeder van Jezus. Of voor Jezus. Vaak is een mens moeilijk los te zien van zijn volgen van Jezus en zijn dienst aan de mensen. Dat moeten we ook niet willen. Ieder werkt met zijn gaven en mogelijkheden. Ook blijken er – wanneer we een sociogram zouden maken – kleine groepen van mensen in de kerk te zitten, die elkaar in het bijzonder tot steun zijn.
Zonder geloof red je het niet
De vraag is: ‘Hoever kun je meegaan met iemand die je lief is?’ Wanneer zo iemand Jezus wil volgen? Hoe doe je dat? Waar houdt jouw verantwoordelijkheid op en begint die van de ander? Wil iemand Jezus volgen dan moet hij of zij ook zelf gemotiveerd zijn. Dat kan bijna niet anders. Soms heb je een meegaande man of vrouw, vriend of vriendin, maar er komt een moment waarop ze ook zelf moeten kiezen: ‘Wat wil ik?’ Jezus volgen kun je wel met anderen doen, maar het is de vraag of je dit – op den duur – ook voor een ander kunt doen. Navolging van de Heere Jezus vraagt gewoon om geloof, want er zijn perioden waarop je niets van God ziet. Het geloof moet dan fungeren als de vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet (Hebreeën 11:1). Het doet wel een beetje denken aan navigatie in de auto. Daar moet je bij tijden ook blind op vertrouwen. De weg en de omgeving komen je totaal niet bekend voor en je hebt maar het vervelende gevoel dat je verkeerd zit, maar dan opeens klinkt het bevrijdende woord. Het adres dat u zoekt bevindt zich rechts. ‘Zonder geloof vaart niemand wel’, zegt het spreekwoord. Maar zonder de gemeenschap red je het ook niet.
Wij kunnen niet zonder de kerkelijke gemeenschap
Daar is een organist. Hij is niet gelovig. Maar de kerk is één van de weinige plekken waar hij orgel kan spelen en dus speelt hij. Hij begeleidt de gemeente. De gemeenschap brengt hem onder het woord van God. Daar zijn kinderen. Zij moeten mee. Sommigen willen liever niet. Het zegt hen niets. Maar ze zitten wel onder het Woord. Het gezin neemt ze mee. Daar is een man die meegaat voor zijn vrouw of andersom. Hij vindt het zo ongezellig als ze thuis blijft. Zo zit ze door haar huwelijk onder het Woord.
Wij kunnen niet zonder de kerkelijke gemeenschap. Maar als het er op aankomt staat ieder mens alleen voor de keuze. Alleen al omdat er wel erg verschillend gedacht wordt. Je kunt natuurlijk zeggen: ‘Gooi maar in mijn pet dan zoeken we het morgen wel uit’, maar een gelovig mens wil toch zo denken als God denkt en zo handelen zoals God het graag zou zien. Ook zijn er altijd christenen die je doen afvragen of je zelf nog wel christen wilt blijven. En dan de kerk. Soms heb je een periode dat je graag gaat, maar er komen onvermijdelijk ook momenten dat je neigt om thuis te blijven. Toch maar gaan. Maar goed, geloven doe je als mens persoonlijk. Je doet het niet voor een ander. Je laat het ook niet voor een ander.
Drs. Gerard de Lange is emeritus-predikant binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK).
Praatmee