Op onwaardige wijze avondmaal vieren: moeten we onszelf toetsen?
Paulus is nog niet klaar met de achteloosheid van sommige Korintiërs in verband met het avondmaal. Hij heeft ze nog een paar dingen te zeggen waarvan de bedoeling misschien niet meteen duidelijk is. Het zijn dan ook dingen waarmee de kerk in de loop van de eeuwen wel moeite heeft gehad. Een reden temeer om de volgende teksten nog eens zorgvuldig te overwegen:
Daarom maakt iemand die op onwaardige wijze van het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, zich schuldig tegenover het lichaam en het bloed van de Heer. Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij van het brood eet en uit de beker drinkt (1 Kor. 11:27,28).
Op onwaardige wijze avondmaal vieren heeft in dit verband te maken met het verzaken van het grote gebod van de liefde, zoals we hebben gezien. Je kan niet God liefhebben en tegelijk je broer of zus haten. Wie weigert om zijn naaste lief te hebben zondigt tegen de ander en tegen de Ander.
Maar niemand van ons slaagt er toch in om zonder zonden te leven? Is er dan wel iemand die waardig is om aan het avondmaal te gaan? Daarover lijkt de opmerking van Paulus te gaan, dat zegt dat wij onszelf moeten toetsen. Die uitspraak heeft in de kerk voor veel verwarring gezorgd. Ik ben zelf ook opgevoed met het idee dat je jezelf moet onderzoeken voor je aan het avondmaal gaat. En als je dan iets vindt dat niet goed is, werd mij geleerd, dan moet je het eerst oplossen, of je moet dan niet aan de tafel gaan. Want anders ga je op onwaardige wijze aan het avondmaal en eet je jezelf een oordeel. Ik denk dat velen van ons dat wel herkennen, zowel in de reformatorische als in de evangelische traditie. Over die veroordeling zullen we het de volgende keer hebben. Nu moeten we eerst nadenken over het toetsen van onszelf.
In sommige delen van de kerk heeft deze bijbeltekst geleid tot verregaande onthouding van het avondmaal, omdat men zichzelf als onwaardig beschouwde. Die mensen hebben natuurlijk wel een beetje gelijk: ze zijn onwaardig, wij zijn allemaal onwaardig. Sinds de zondeval is de mens onwaardig om bij God in de buurt te komen. Maar door het offer van Jezus hebben we weer toegang tot God. Dat vieren we juist met het feest van het avondmaal!
Jezus zegt dan ook tegen zijn leerlingen ‘doe dit…’ in de gebiedende wijs. En Hij noemt daarbij geen enkele uitzondering. Blijkbaar vindt hij ons wel waardig om bij Hem aan tafel te zitten. Wat zouden wij ooit voor argumenten kunnen aanvoeren om deze dringende opdracht van onze Verlosser af te slaan? ‘Maar’, hoor ik je denken, ‘Paulus zegt toch dat wij onszelf moeten toetsen?’ Laten we dan nog eens lezen wat hij nu precies schrijft:
Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij van het brood eet en uit de beker drinkt.
Je moet jezelf dus inderdaad toetsen, voordat je eet en drinkt van maaltijd van de Heer. De Naardense Bijbel en de Statenvertaling vertalen het wat letterlijker:
laat een mens zichzelf beproeven, en zó eten van het brood (NB)
de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood (SV)
Dat staat er: jezelf onderzoeken, en zó, op die manier, eten en drinken. Dat zegt het helemaal! Er staat niet dat dit zelfonderzoek kan leiden tot afzien van het avondmaal. Paulus geeft dus ook geen enkele reden om niet deel te nemen. Er is geen lijst met zonden waarmee je niet mag deelnemen aan het avondmaal of een lijst met ‘minder erge’ zonden die wel toelaatbaar zijn bij het avondmaal. En is er iemand van ons zonder zonden? Dat is nu net de hele kwestie: wij zondigen en wij hebben het soms moeilijk in het leven. En juist dan vieren we avondmaal om te gedenken dat al onze zonden vergeven zijn, en dat we op weg zijn naar een heerlijke toekomst met God.
Wie gelooft, is bekleed met Christus (Gal. 3:27). In hem zijn wij - onwaardig als we waren - gerechtigd om met God aan de feestelijke verbondsmaaltijd te zitten. Wie die uitnodiging weigert, vindt zijn eigen tekortkomingen blijkbaar belangrijker dan het volbrachte werk van Jezus.
Er is maar één conclusie mogelijk: niet aan tafel gaan betekent niet in Christus willen zijn! Niet deelnemen is belijden dat je geen christen bent!
Zo dacht Calvijn er ook over. De catechismus van Genève, vraag 363 zegt: 'Hoe zou men moeten oordelen over iemand die geen deel wenst te nemen aan het Heilig Avondmaal? Men zou hem niet voor een christen mogen houden. Want door zo te doen weigert hij te belijden en verloochent hij als het ware zwijgend Jezus Christus'.
Dat is inderdaad een indringende boodschap. Maar wel een diep bijbelse boodschap.
De tekst van Paulus geeft inderdaad geen enkele ruimte om als gelovige de uitnodiging en de opdracht van de Heer te weigeren. Er is geen achterdeur, er zijn geen voorwaarden, er is geen opsomming van bepaalde zonden waarna je niet aan het avondmaal mag, niets van dat alles. Natuurlijk moeten we werken aan onze tekortkomingen en moeten we zonden en problemen oplossen. Maar dat moeten we altijd doen, dagelijks, en niet alleen als we avondmaal vieren.
Ben je christen? Vier dan avondmaal en belijd op die manier dat Jezus jouw Heer en de komende Heer van de wereld is. En doe dat zo vaak mogelijk, want deze belijdenis helpt je om dicht bij Hem te blijven.
Arie-Jan Mulder is spreker en schrijver. Zijn boek over het avondmaal is verkrijgbaar als papieren boek en als ebook. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee