Brutaliteit en autoriteit - laten we stoppen met zielig doen
God heeft een plan voor je leven: hoe vaak heb je die uitspraak al gehoord? Maar wat is dat plan precies en hoe kom je daar achter? Die bemoedigende uitspraak kan frustrerend zijn. Ik ben aan het einde van mijn ‘wedloop’. Ruim 50 jaar mocht ik de HERE dienen met vreugde en vrucht. Ik kan dankbaar terugkijken.
Maar hoe vaak heb ik aan het begin van bepaalde uitdagingen gestaan en gedacht: wat moet ik hiermee? Hoe pak ik dit aan? Is dit van God of van mezelf? Ik weet niet hoelang jij al mag meelopen in het Koninkrijk van God. Maar worstel jij soms ook met dat soort vragen?
In de Bijbel ontdek je, dat God vroeg begint met Zijn plan. Neem Jeremia. Op z’n 24e hoort hij Gods stem. Hij moet als profeet Gods woord doorgeven. Hij schrikt zich wezenloos: Ik ben veel te jong! Dan vertelt God, dat Zijn plan voor Jeremia al vast stond toen hij nog in de moederschoot was.
Wat betekent dat voor mijn denken over het begin en het einde van het leven? Als God mijn vormeloos begin kent, weet Hij ook hoe het afloopt. Mag ik op Hem vertrouwen. Hoef ik niet bang te zijn. Durf ik het aan God over te laten om Zijn plan in mij uit te voeren?
Jeremia 1:5 zegt, dat God Jeremia heeft uitgekozen. Hij is aan God gewijd met een bepaalde opdracht. Meer dan 40 jaar heeft Jeremia zich met die taak beziggehouden. Denk niet, dat het hem in dank is afgenomen. Want de boodschap kon hard en confronterend zijn. God zegt: ‘Wees voor niemand bang, want Ik zal je terzijde staan.’
Als ik kijk naar christenen vandaag, zie ik angst voor radicaliteit. Het profetisch geluid is zacht geworden. We zijn meer van het pastorale, liefdevolle soort. Dat is niet verkeerd. Maar kweekt misschien ook wel ‘watjes-christendom’. Waar zijn de voorgangers, die ons de weg wijzen?
Jeremia gaat ervoor. Hij weet: ‘Als God mij roept voor een taak, geeft Hij mij ook de kracht om die taak uit te voeren’. God vormt ons lichaam in de moederschoot en bereid ons voor op de taak die ons wacht. Soms moeten we door moeilijke situaties heen. We begrijpen niet waarom dingen gebeuren, maar mogen erop vertrouwen, dat God het kan en zal gebruiken.
Ik las het verhaal van een beeldhouwer, die een steen uitzocht. Toen hij er een gevonden had, zei hij: ‘Kijk wat een prachtige beeld in deze steen zit. Ik hoef alleen maar weg te halen wat er niet in thuishoort.’ Zou God zo ook naar ons kijken? Hij vormt ons, kijkt niet naar hoe je vandaag bent, maar hoe je morgen kunt worden.
Twee woorden staan boven dit artikeltje: Brutaliteit en autoriteit. Hoe zou het zijn als we stoppen met zielig doen: ‘Ik ben te jong, ik weet niet hoe dat moet, dat durf ik niet’: weg ermee! Laten we met geestelijke brutaliteit die prachtige boodschap van God doorgeven. Jezus heeft voor ons de weg gebaand naar eeuwig leven: hoe kan ik wegwijzer zijn, zodat mijn vrienden die weg ontdekken en bewandelen?
Maar doe dat niet in eigen kracht of uit frustratie. Doe het met geestelijke autoriteit. Bij Jeremia raakt God zijn mond aan: ‘Zo leg Ik mijn woorden in jouw mond… Ik geef je gezag.’ In Gods naam hoeven we geen genoegen te nemen met een lauw christelijk leven. Dat betekent enerzijds dat zaken in ons leven - of in onze kerk of samenleving - moeten worden afgebroken, maar dat we anderzijds ook mogen bouwen en planten aan Gods Koninkrijk.
Hans Eschbach heeft een inoperabele tumor aan de alvleesklier. Dankzij een goede palliatieve behandeling kan hij gedeeltelijk nog functioneren. "Met veel vreugde heb ik de HEER altijd mogen dienen. Nu mag ik mij voorbereiden op de reis naar het Vaderhuis," zei hij onlangs.
Praatmee