Ga jij even suiker halen bij de buurman?
Het is kort na negen uur in de ochtend als we het kinderlokaal inlopen van een project buiten Fortaleza. Zestig paar kinderogen kijken ons verwachtingsvol aan. Er wordt gefluisterd, gelachen en soms ongegeneerd gestaard. Wij nemen plaats op wat plastic stoeltjes en de leidster van het project neemt het woord. Esmaralda is een vrouw van in de veertig met prachtig donker haar, stralende ogen en een veel te lange rok die ze daarom tot ongeveer onder haar oksels heeft opgetrokken. Ze heet ons welkom en kondigt dan het kinderkoor aan.
Tien kinderen staan op en gaan naast Esmaralda staan, die inmiddels een gitaar tevoorschijn heeft getoverd. Er wordt voor ons gezongen, en hoe! Hard, vol enthousiasme en van tijd tot tijd knettervals. Maar dat laatste maakt niet uit, want de blikken van de zingende kinderen zijn geweldig om naar te kijken. Zeker het gezicht van een meisje van ongeveer zes jaar. Ze is duidelijk de kleinste, maar heeft de grootste stem, de grootste lach én de grootste ogen. We klappen onze handen stuk als ze klaar zijn en de kinderen gaan zitten.
Poppetjes op papier
Een half uur later schuiven we aan in de teamruimte van Esmaralda. Een presentatie over wat ze op dit project doen om kinderen te beschermen tegen allerlei vormen van misbruik. Esmaralda pakt een tekening en laat die aan ons zien. Haar houding verandert, de stralende ogen kijken nu verslagen. Op de tekening staan poppetjes zoals kinderen ze vaak tekenen: een paar streepjes met een bolletje als hoofd. De tekening laat een klein poppetje zien dat langs een huispoort loopt. Dan zien we het poppetje in het huis met een groot poppetje. Vervolgens hetzelfde poppetje onder een tafel met het grote poppetje ernaast en dan een rennend poppetje, weg van de poort.
Op basis van deze tekening is Esmaralda het gesprek aan gegaan met het meisje die dit tekende. Haar naam is Maria, ze is zes jaar, en het kleine poppetje is zij zelf. Schaamtevol had ze uiteindelijk vertelt dat het grote poppetje de buurman is en dat hij vaak zijn kleren uittrekt en haar dwingt hem aan te raken. Esmaralda schiet vol en ik kijk weg van de tekening. Het volgende plaatje is Maria die zich onder de tafel verstopt als de buurman binnenkomt en op het laatste plaatje rent ze weg, naar het project, omdat de buurman haar gevonden heeft en wil dat zij hem aanraakt. Ze komt vaak bij de buurman, want Maria’s ouders vragen haar regelmatig om een beetje suiker bij hem te halen. Nog nooit was de prijs van suiker zo hoog.
Er schiet van alles door mijn hoofd. Ik denk aan mijn eigen dochtertje, ik denk aan hoeveel zin ik heb om die buurman het Braziliaanse ziekenhuis in te meppen, ik voel verdriet, onmacht, woede en ik vraag Esmaralda naar wat ik eigenlijk niet wil weten:
‘Hebben we haar vanochtend ontmoet?’
‘Ja,’ zegt Esmaralda. ‘Het was dat kleine meisje in het koor dat vanochtend voor jullie zong.’
De weg die er nog niet is
We schijnen daarna nog een half uur te hebben gesproken over dit onderwerp, maar ik heb er niks van meegekregen. Ik heb murw op mijn stoeltje gezeten en aan Maria gedacht. Tegen de tijd dat ik mijn hoofd weer helder had ging het over de statistieken. Over dat er ontzettend veel misbruik voorkomt in dit deel van Brazilië. Dat het gecultiveerd is, het hoort nou eenmaal bij het dagelijks leven. Bij veel mensen ontbreekt totaal het besef dat dit misbruik is. Jonge meisjes zijn hier allemaal potentiële misbruikslachtoffers.
Als de meeting voorbij is en de onnavolgbare powerpointpresentatie plotseling gestopt is vraag ik aan Esmaralda hoe ze dit volhoudt. Ze zegt, opnieuw in tranen, dat ze soms niet kan slapen van alle verhalen en dat ze vaak weg wil. Maar dit project van Compassion is de enige plek waar dit soort verhalen verteld worden. De kinderen vertrouwen haar en zij vertrouwt op God dat Hij wél weet hoe dit goed moet komen. Maria snapt nu wat er gebeurt en leert op het project weerbaar te worden. Ook haar ouders krijgen een cursus over wat misbruik nou precies is. Gaat het langzaam? Zeker. Maar het gaat tenminste wel. Er is vaak geen andere weg voor verandering dan de weg die er nog niet is.
Als we weggaan bij het Compassion project kijk ik er heel anders naar. De muren en het gebouw zijn hetzelfde, maar ik zie een veilige haven, ik zie het begin van bewustwording, ik zie die druppel op de gloeiende plaat die hardnekkig weigert te verdampen. Achter mij rennen de kinderen de zandstraat in. Schreeuwend en lachend zoals kinderen overal in de wereld doen. Ik zal het me wel verbeeld hebben, maar ik meen Maria te zien lopen. Haar lange haar los op haar rug. Ik doe een schietgebedje en vraag of ze nooit meer suiker hoeft te halen bij de buurman.
Zanger en liedjesschrijver Matthijn maakt deel uit van het Compassion-sprekersnetwerk. Een netwerk van meer dan veertig sprekers die spreken over recht en gerechtigheid. Zij vertellen prachtige en inspirerende verhalen uit de Bijbel die opnieuw tot ons mogen spreken en die ons helpen om zelf prachtige, inspirerende verhalen te gaan maken. Verhalen van recht, gerechtigheid en liefde. Klik hier voor meer informatie.
Praatmee