Vijf uitspraken van ds. W. Markus over geweld in de Bijbel
De radicale islam confronteert ons met verbijsterend religieus geweld. Radicale moslims verbinden dit met duidelijke opdrachten in de Koran. Maar is het in de Bijbel zo veel anders? Ook daarin staan voorbeelden van geweld, vraagt ds. W. Markus zich af in De Waarheidsvriend.
- Als Jozua tegen de Israëlieten gezegd zou hebben, wat Jezus later zei in de Bergrede: ‘Ik zeg u echter dat u geen weerstand moet bieden aan de boze; maar wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe’ (Matt. 5:39), dan zou het volk binnen korte tijd uitgeroeid zijn. Juist dat moest voorkomen worden, omdat de Messias uit Israël zou voortkomen. Daarom zei God toen: oog om oog, tand om tand. Dat dit trouwens ook al geweld beperkend is, zegt meer over Gods ‘antigeweld’‑keuze dan wij misschien denken.
- Soms is geweld nodig om erger kwaad te voorkomen of in te dammen. Antigeweld dat verlost, bevrijdingsacties die levens redden. Ook God gebruikt geweld om geweld te stoppen. Hoe moeilijk misschien ook voor ons om te volgen, zelfs de oorlogswetten (Deut. 20) perken het geweld op bepaalde wijze in: eerst vrede aanbieden (Deut. 20:10), niet de gehele bevolking doden (Deut.20:14), de fruitbomen laten staan (Deut. 20:19).
- De kwetsbaarheid van Gods keuze om zo Zijn schepping te verlossen, blijkt duidelijk uit de geschiedenis van Israël. Het volk dwaalde rond en was nergens veilig, in het beloofde land zoals het er uitzag in de tijd van de Kanaänieten al helemaal niet. Zij zouden met hun militaire overwicht en goddeloze religie Israël binnen de kortste tijd fysiek en geestelijk vernietigd hebben. Hoe tegenstrijdig dat ook klinkt: alleen door geweld kon voor het ‘mosterdzaadje’ Israël in Kanaän ruimte komen om uit te groeien tot het volk waaruit de Messias zou voortkomen.
- De dag van Jezus’ komst zal vol vreugde zijn voor ieder die bij Hem hoort. Maar het is een dag van schrik voor ieder die Hem geweigerd heeft. Eenmaal zal er een einde komen aan alle kwaad en kwaden. De dader heeft niet voor altijd een voorsprong op zijn slachtoffer. Hij zal Gods toorn niet ontlopen. Hoewel Gods toorn dus een werkelijkheid is, geeft het niet het ‘karakter’ van God aan. Je leest nergens in de Bijbel dat God ‘toorn’ is. Zijn liefste werk is vergeven, verzoenen en redden van de dood. Het hele Nieuwe Testament is daar vol van en het hele Oude Testament verwijst daar al naar. De complete verzoeningsdienst in tabernakel en tempel laat dit zien. Niet van harte verdrukt en bedroeft God men‑ senkinderen (Klaagl. 3:33). Zo is Zijn karakter. Re‑ den genoeg Hem voortdurend te loven en te prijzen.
- Maar om het kwaad werkelijk te laten stoppen, is meer nodig. Daarvoor kwam Jezus Christus. In Hem gaf God Zichzelf om het kwaad weg te dragen tot op het kruis en daar het definitieve oor‑ deel erover te voltrekken. Aan het kruis zijn de kwade machten van de oude wereld ontmaskerd en verslagen (zie Kol. 2:15). Het kruis laat ook zien dat de Bijbel geen handleiding volkerenmoord is, maar het getuigenis van Gods reddingsplan, dat eenmaal zal uitlopen op een nieuwe hemel en aarde waar gerechtigheid woont (2 Petr. 3:13).
Ds. W. Markus uit Bergschenhoek is emeritus-predikant. Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 31 januari 2019. Klik hier om een abonnement op De Waarheidsvriend te nemen.
Praatmee