Het klimaatdebat is opeens emotioneel geworden
Variërend van ‘Klimaatakkoord maakt Nederland tot een derdewereldland’ tot ‘Klimaatakkoord is vaalgroen, flinterdun en ambitieloos’: de reacties op het klimaatakkoord dat vlak voor de kerst is gepresenteerd zijn niet mals. Rechts en links, coalitie en oppositie proberen elkaar te overtroeven in hun kritiek op het klimaatakkoord. Het eens zo saaie, technische klimaatdebat is ineens emotioneel geworden.
En dat is op zich niet onlogisch of verkeerd. Klimaatbeleid gaat immers over grote keuzes. Hoe geven we invulling aan onze opdracht om de schepping netjes te verzorgen? Zijn zon en wind de energiebronnen van de toekomst of moeten we onze hoop vestigen op kernenenergie? Is CO2 opslaan onder de grond een veilige en efficiënte manier om onze uitstoot te reduceren of is het gevaarlijk en bovendien onnodig? En natuurlijk: wie gaat de rekening van de energietransitie betalen en wie gaat er van profiteren?
Dat zijn belangrijke, maar lastige keuzes. Het is goed dat daar in de politiek een discussie over plaatsvindt en logisch dat dit bij de kiezers emoties oproept. Maar het wordt gevaarlijk als politici of opiniemakers met allerlei onware, extreme teksten angst proberen aan te wakkeren over de gevolgen van het klimaatbeleid om daar een politiek slaatje uit te slaan. Het is dus niet goed dat sommige politici vooral bezig zijn met het zwart maken van de ander in plaats van het beantwoorden van de vragen in de vorige alinea.
Ook inhoudelijk ontspoort het debat soms. Doen alsof de wereld zal vergaan bij het nemen van bepaalde maatregelen is immers nonsens, net als het ontkennen van klimaatverandering. Ook de stelling van de oppositie op de politieke flanken dat de bevolking volledig opdraait voor de kosten van het klimaatakkoord is bijzonder prematuur, omdat de doorrekeningen van het CPB er nog niet zijn. Natuurlijk zou het fout zijn als de industrie niet mee hoeft te betalen aan de energietransitie of dat de koopkracht van de burger onredelijk hard wordt getroffen. Het is dus van het grootste belang dat het kabinet haar belofte nakomt de kosten voor gewone burgers binnen de perken te houden.
Kortom: de politiek moet zich niet bezighouden met emotionele stemmingmakerij, maar leiderschap tonen. Het kabinet en de partijen in de Tweede Kamer moeten uitstralen dat klimaatbeleid noodzakelijk is. En dat de politiek er van links tot rechts voor zal gaan om de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar te houden. Klimaatbeleid vraagt dus niet om politici die de bevolking angst aanpraten of collega’s zwart maken, maar om krachtig, visionair leiderschap.
Pieter Meijers is politiek bestuurslid SGP-jongeren.
Praatmee