Openbaring is helemaal niet zo spectaculair en uniek
Je kunt het zomaar denken: Openbaring bestaat uit allerlei spectaculaire beelden en unieke visioenen. En naar de betekenis kun je slechts raden, schrijft ds. A. J. Mouw in De Waarheidsvriend. Bij een gewoon boek lopen alle verhaallijnen naar het slothoofdstuk. Maar hoe Openbaring als ‘slothoofdstuk’ die rol zou moeten vervullen…
Tot je ontdekt dat Openbaring helemaal niet zo ‘spectaculair’ en ‘uniek’ is. Meer dan de helft van Openbaring zijn directe citaten uit of zinspelingen op het Oude Testament. Veel in Openbaring is dus niet nieuw – een heel aantal beelden en visioenen zijn allang een keer voorbijgekomen. Ze worden slechts in één nieuw, laatste perspectief gezet. In dit artikel kijken we vooral naar de verbindingen met het Oude Testament. Eerst zien we een vier concrete voorbeelden, bij kernthema’s uit het boek. Daarna volgt van daaruit een aantal leeswijzers.
Troon
Misschien is het wel het hoofdthema in het boek: de aanbidding van God op de troon (Openb.4-5). Hij regeert en is daarom alle hulde waard. Het visioen dat Johannes ziet, komt terug in Ezechiël 1, bijvoorbeeld in vers 26-28: ‘En boven het gewelf dat boven hun hoofden was, was iets met het uiterlijk van een saffiersteen, iets wat leek op een troon. En daarboven, op wat op een troon leek, was iets wat leek op een mens. (…) Zoals het uiterlijk van de regenboog, die in de wolken verschijnt op de dag van de regen, zo was het uiterlijk van de lichtglans rondom.’
Ook in Jesaja 6 klinken dergelijke woorden: ‘In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel.’ In het gebeuren rondom die troon vind je treffende overeenkomsten. Telkens straalt het van macht en majesteit. Je voelt wel: híer gebeuren allesbepalende dingen. Het koningschap is aan Hem alleen – een belijdenis die vooral ook in het psalmboek steeds weer wordt bezongen. Veel psalmen lijken bij Openbaring geschreven, zoals die prachtige Psalm 2: de koningen kunnen beraadslagen en zich opstellen tegen de Heere en Zijn Gezalfde; maar Hij Die in de hemel woont zal lachen en hen bespotten. Denk aan Psalm 97, 99, 110 en vele anderen. Een fundamentele belijdenis die begint in het Oude Testament en wordt doorgetrokken tot en met de voleinding: God regeert!
Oordelen
De contexten van die woorden in Ezechiël, Jesaja en Openbaring maken ondertussen wel duidelijk: Gods regering betekent ook dat God oordelen kan en zal (Openb. 6-16). Juist door oordelen heen volvoert Hij Zijn plan. In hoofdstuk 6-16 wordt duidelijk gemaakt dat dat een door en door bijbelse lijn is. We vinden er vele citaten en zinspelingen uit de profeten en het boek Exodus. De vier ‘beruchte’ gekleurde paarden vinden we terug in Zacharia 1 en 8. De bazuinen en sprinkhanen bepalen het oordeelsverhaal in Joël 2. Joël 2 maakt meteen ook duidelijk dat oordeel zegen betekent. Want zó is er de garantie dat er met het kwaad ook echt wordt afgerekend. In Joël 2:21 klinkt: ‘Wees niet bevreesd, land, verheug u en wees blij, want de Heere heeft grote dingen gedaan.’
Juist in dat kader staat ook het oordeel in Exodus: een bevrijdingsverhaal waarin de Heere God Israël onder leiding van Mozes bevrijdt door de tien plagen uit Egypte. Die plagen komen in willekeurige volgorde en met herhaling terug binnen de drie cycli (zie vorige artikel) van zeven oordelen (zegels, en met name de bazuinen, schalen) in Openbaring 6-16. Wat de Heere God doet in de voleinding van de tijd, is net als dat wat Hij toen en daar deed. De farao leek dé machthebber. Israël zat hopeloos vast. Totdat de Heere van de legermachten Zijn macht liet blijken. Toen bleek hoe het er echt voorstond. Dat fundamentele verhaal in de Bijbel zal opnieuw tot leven komen. En dat zet Gods oordelen in Openbaring in het juiste perspectief. Als wij psalmen zingen, laten we oordeelsverzen nogal eens liggen. Met Openbaring kun je ineens héle psalmen vol overtuiging zingen. Want vertellen zij niet het verhaal van de God op de troon die door plagen heen Zijn volk bevrijdt?
Tota scriptura
Oude en Nieuwe Testament zijn aan elkaar verbonden met talloze draden. Je kúnt ze simpelweg niet ‘los’ lezen. We leven niet alleen bij sola scriptura maar ook bij tota scriptura (de hele Schrift). Naar goed gereformeerd gebruik lezen we Openbaring dus ook vanuit het geheel van de Schrift. Dat betekent dat je bij citaten en zinspelingen dus ook moet kijken naar de context van dat oudtestamentische gedeelte. Die context mag vervolgens ook meedoen in de uitleg van het gedeelte uit Openbaring. En die lijn gaat heen en weer: zoals het Oude Testemant helpt Openbaring te lezen, zo mag Openbaring helpen het Oude Testament te lezen. Lezen, met de vervulling in het achterhoofd.
Overeenkomst en verschil
Bij vergelijking zie je telkens overeenkomst en verschil. De overeenkomsten laten dat doorlopende verhaal zien dat de Schrift vertelt. Tegelijk laten de verschillen ook iets zien. Alsof Openbaring vertelt: het is niet bij die oudtestamentische beelden gebleven. Vaak is er in de Openbaring-tekst sprake van een verbreding. In het Oude Testament lag de focus op Israël. In Openbaring is het volk van God verbreed en verwijd. In het Oude Testament is er vaak een ‘ten dele’. Openbaring geeft steeds iets weer van vervulling. Er komen dimensies, aantallen, beelden bíj.
Eén volk
Dat zet ons duidelijk op het spoor van één volk van God. Openbaring wordt nog wel eens gebruikt om de weg van God met Israël te schetsen. Maar als je het Oude Testament en het Nieuwe Testament aan elkaar verbindt, is de hoofdboodschap juist: één volk. 144.000 verzegelden die precies de volmaakte som (maal duizend) zijn van twaalf keer twaalf (al is deze uitleg ook altijd weer betwist). Twaalf poorten met stamvaders, twaalf fundamenten met apostelen. Het is niet óf Israël óf de kerk. God gaat Zijn weg met Zijn volk van Jood en heiden sámen. Precies zoals bijvoorbeeld Efeze 2 daarover schrijft.
Vervuiling
Die weg met dat ene volk kent slechts één middelpunt: het werk van Jezus Christus. Openbaring ‘trekt’ de vele oudtestamentische woorden door de Heere Jezus heen op weg naar de toekomst. In Jezus Christus vindt het Oude Testament haar grootste vervulling. In Hem is en komt Gods Koninkrijk dichtbij. Dáárover gaat Openbaring: Gods nieuwe wereld, waarin Jood en heiden samen aanbidden voor de troon. De wereld die tegelijk is en komen zal, ‘reeds en nog niet’. De wereld waarin alleen Hij regeert – ondanks alle machten. En dat is alle reden tot troost en bemoediging!
Ds. A. J. Mouw is predikant van de hervormde gemeente te Aalburg. Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 10 januari 2019. Klik hier om een abonnement op De Waarheidsvriend te nemen.
Praatmee