Omgaan met lijden na een sterfgeval: "Loslaten is niet langer een must om te rouwen"
‘Loslaten’ is niet langer een must voor rouwverwerking. Het kan zelfs averechts werken. Dat zegt Albert van Dieren, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Tijdens een congres over proactief werken in de palliatieve fase zal hij aanstaande donderdag nieuwe inzichten uit de doeken doen over rouw en verlies.
Volgens Van Dieren is het juist goed om een relatie te blijven onderhouden met de overledene. “Een zogenaamde continuing bond”, zegt hij. “Als je als moeder je kind troost, wanneer ze even weggaat, leert het: ‘Ook al zie ik mama niet, ik weet toch dat ze er is. Ik kan doorgaan met mijn leven.’ Zo gaan kinderen de hele wereld verkennen stapje voor stapje. Met het overlijden van iemand is dat ook zo. De betekenis die iemand heeft (gehad) in iemands leven is niet zomaar verdwenen. Het ingewikkelde van rouw is alleen dat je niet meer aan de ander kunt geven zoals je gewend bent.”
Van Dieren spreekt de hoop uit dat onder andere het congres bijdraagt aan verandering in zienswijze van professionals. “Het zou mooi zijn als we met z’n allen beseffen dat rouwen niet in nette stapjes te vangen is, zoals we tegenwoordig allemaal willen. Dat we met z’n allen beseffen dat leven en verlies een proces zijn, waarin ook praktische zaken geregeld moeten worden. Als iemand overleden is of ernstig ziek, dan is het nodig dat je samen opnieuw betekenis geeft aan het leven. Dat doe je door er met elkaar over te praten, naar de ander te luisteren en er voor elkaar te zijn.”
Hoop als houvast
Hoe kan je als zorgprofessional bijdragen aan de kwaliteit van leven van mensen die ongeneeslijk ziek zijn? En het verschil maken voor hun naasten? Tijdens het congres, dat wordt georganiseerd door de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en het Netwerk Palliatieve Zorg, is er aandacht voor zingeving en hoop in de palliatieve fase. Volgens Van Dieren, die zelf ook mensen begeleid door middel van contextuele therapie is hoop een van de meest belangrijke werkzame factoren in begeleiden van mensen. “Wanneer mensen geconfronteerd worden met een naderend einde, kan hoop ondergesneeuwd raken. Juist op momenten dat mensen wel wat houvast kunnen gebruiken.”
“Om met het naderend verlies te leren omgaan, is het goed dat mensen hoop krijgen. Bijvoorbeeld doordat ze weer opnieuw betekenisvolle verbintenissen met mensen leggen”, meent hij. Ook heeft levensbeschouwing een belangrijke plaats. “Bij naderend verlies staat eerst de schok centraal. Het feit dat iemand bijvoorbeeld niet meer beter wordt. Dan moeten er opeens allerlei praktische dingen geregeld worden, en er ontstaan nieuwe verhoudingen tot degene die ziek is. Het is nogal een life event, wat er ineens ontstaat”, benadrukt Van Dieren. “Je wordt al op alle fronten door elkaar geschud, zowel emotioneel als qua gedachten. Het verandert bestaande relaties.”
Hechting
“Vroeger als je met rouw en verlies omging, was het vooral belangrijk dat je als gezin of individu leerde omgaan met rouw en verlies. Je moest ervan los leren komen. Daarna zijn er fase modellen gekomen, die ook prima zijn, maar heel erg voorschrijvend gebruikt worden. Hierbij moest je van de ene fase naar de andere gaan. Door onderzoek door de jaren heen blijkt nu dat rouw niet zo zeer in lineair proces te plakken is. Hechting heeft een veel grotere rol gekregen daarin. Tegenwoordig leggen we de nadruk meer op hoe we een blijvende band kunnen creëren met degene die is overleden. Dat is een grote verandering met hoe het voorheen was.”
Van Dieren vertelt dat het vaak gebeurt dat het ‘loslaten’ niet lukt. “Dan voelt men zich schuldig dat men er niet los van komt. In die zin ben ik persoonlijk blij met deze verandering. Het rouwproces gaat niet alleen om het stilstaan bij het verlies of negeren van een verlies. Het is een beweging van verschillende polen: de pool van verlies en het leven omarmen. Een punt van verwarring daarin is nog dat iedereen in het gezin daar op een eigen manier invulling aan geeft.”
Verstoorde relaties
Als contextueel therapeut komt hij regelmatig in gezinnen, waar sprake is van verstoorde relaties. “Dan wordt het nog ingewikkelder. Vaak is dan de vraag: Hoe gaan we ons nu verhouden tot elkaar? Hoe kunnen we elkaar steunen? Is daar ruimte voor. Het is een complex gebeuren.” Palliatieve zorg is naar zijn mening al heel lang niet meer voorbehouden aan de medische wereld. “Integendeel. Professionals blijven onmisbaar, maar mantelzorg wordt steeds belangrijker. Vooral in de latere fase zijn met name familieleden en vrienden belangrijk om het vol te houden samen.”
Nieuwe post-hbo opleiding CHE
Aan het congres werkt ook CHE-docent Arrien van Prooijen mee. Sprekers zijn onder andere medisch ethicus Eric Olsman die promoveerde op hoop in de palliatieve zorg en universitair hoofddocent palliatieve zorg Yvonne Engels. Naast het congres biedt de CHE vanaf april 2019 ook een nieuwe post-hbo opleiding Palliatieve Zorg voor verpleegkundigen en andere zorgprofessionals. In deze post-hbo staan wetenschappelijke kennis en nieuwe inzichten over palliatieve verpleegkundige, medische zorg centraal. Deelnemers leren in 22 dagen onder meer Evidence Based Practice toe te passen, pro actief te werken en samen met patiënten, hun netwerk en andere zorgverleners de kwaliteit van palliatieve zorg te verbeteren. Meer informatie en aanmelden voor het congres: www.che.nl/congrespalliatievezorg
Praatmee