De Man die de lakens uitdeelt
Op 4 december maakte ik weer eens mijn favoriete fietsrondje Apeldoorn–Zutphen–Deventer. Ongeveer halverwege, op een schitterende locatie aan een buitenbocht van de IJssel, staan drie bankjes. Als het zonnetje schijnt neem ik daar steevast een slokje water, eet er een appeltje en maak er een praatje. Want vrijwel altijd zitten er mensen te genieten van de rust en het uitzicht. Dit keer ontmoette ik een echtpaar op leeftijd.
Een boeiend gesprek
“Zo, ik kom er even bijzitten.”
Ik werd hartelijke onthaald door de mannelijke helft van het paar:
“Ruimte zat. Kom d’r bij!”
Hij had een karakteristieke, wilskrachtige kop. Ik weet niet of u oud-minister van Financiën Duisenberg nog kent. Nou, zo’n soort hoofd zat erop.
Al snel hadden we een boeiend gesprek over de IJssel. Hij had er, net als ik, in zijn jeugd nog in gezwommen. Met dien verstande dat hij, zoals hij het zei, ‘de stroom fluitend overzwom’. Terwijl ik die ene keer dat ik, als een overmoedige voorloper van Maarten van de Weijden, de overkant probeerde te halen, bijna het leven liet.
Maar goed, ik kan het gelukkig nog navertellen en bijna 50 jaar later gesprekken voeren:
“Mag ik eens vragen, wat u vroeger voor de kost deed?”
“Ik deelde de lakens uit.”
Ah, leidinggevend dus?
“Nee, ik zat in de textiel.”
Hij zei het met een uitgestreken gezicht en met een routine, die past bij een te veel gebruikte standaardgrap.
“De ambulante handel”, voegde hij er nog aan toe.
“Veel gereden, zeker?”
“60.000 kilometer per jaar. Maar ja, dat is nu voorbij, hè. We zijn mensen van de dag geworden. “
Zijn en haar godsbeeld
“Ja, het leven kan zomaar afgelopen zijn. Daarom ben ik blij dat er een hemel is.”
“Hemel, hemel… Weet je, ik ben afgehaakt door alle rotzooi die in de wereld gebeurt. Als ik naar die priesters kijk en dat seksuele misbruik, dan ga ik over mijn nek. Als er een God zou zijn, had Hij wel ingegrepen.”
Waar de man de mond van het echtpaar was, was zijn vrouw duidelijk het luisterend oor. En op gepaste momenten blijkbaar ook de wijste van het tweetal: “Maar Arie, je kunt God toch niet de schuld geven van wat de mensen doen?”
Verrast keek ik haar aan. Ze ontpopte zich daar bij de IJssel als een stil water met een diepe geestelijke grond.
Hij werd er wat stil van en hervatte na wat gemijmer het gesprek:
“Weet je, ik zie nog zo mijn vader op de stoel bij de kachel zitten. Hij was weduwnaar en had kanker. Zondags kwam hij na de kerk bij ons thuis en dan zei hij regelmatig dat we elkaar weer zien in de hemel. Hij was totaal niet bang voor de dood.”
“En u?”
“Nou ja, je weet natuurlijk nooit of God bestaat, hè.”
Het evangelie
Dit was voor mij een mooi moment om iets over mijn geloof te te vertellen.
“Bij mij ging het totaal anders dan bij u. Ik ben ongelovig opgevoed en later tot geloof gekomen.”
“Wat geloof je dan?” Dit was precies de vraag die de deur naar het evangelie wagenwijd opende!
“Dat Jezus voor mijn zonden is gestorven en dat ik daardoor in de hemel kom.”
“Zonden, zonden… Iedereen houdt daar zijn eigen mening op na. Wat is zonde?”
“Ik geloof dat zonde ten diepste is, dat een mens Jezus afwijst als zijn Verlosser.”
Weer werd de man stil en mompelde tenslotte: “Ik weet het niet… Ik weet het niet…”
Hij bleef nog wat in gedachten voor zich uit staren en toen hij zag dat ik aanstalten maakte om op te stappen, kwam er een onverwacht mooie afsluiter uit zijn mond: “Ach, misschien zien we elkaar straks in de hemel en zeggen we tegen elkaar: ‘Weet je nog, daar op dat bankje bij de IJssel?’.”
“Nou, als dat de uitwerking van ons gesprek eens mocht zijn!”, was mijn slotzin.
De vrouw knikte instemmend en hij drukte me warm de hand.
De lakens uitdelen
Zoals wel vaker na dit soort gesprekken, kreeg ik achteraf een aardige geestelijke metafoor aangereikt.
Want als we het hebben over de lakens uitdelen, dan is ook daar de Here Jezus een Meester in! Hij geeft namelijk iedereen die zich laat reinigen door Zijn bloed een wit gewaad. En of dat nou een modieus model is of een simpel laken, dat maakt mij niks uit. Als ik het van Jezus krijg, weet ik zeker dat dit de mooiste kleding is die ik me maar kan wensen, omdat het me bekleed met Hemzelf!
Maar ook figuurlijk deelt Jezus de lakens uit. En dat is voor mij een enorme geruststelling. De mensen maken er, zoals die man bij de IJssel terecht zei, een zootje van. Maar midden in die van onrecht schuimende wereldzee, is Jezus wél het rustgevende Baken voor wie in Hem geloven. Bovendien zal Hij die wrede zee op Zijn tijd en wijze tot rust brengen en haar tot op de geestelijke molecuul reinigen van alle ongerechtigheid.
Praatmee