Wat Kerst en de huiveringwekkende ‘dag van de Heer’ met elkaar te maken hebben
‘Jullie zullen wegvluchten!’ (Zacharia 14:5). ‘Wie zal die dag kunnen doorstaan?’ (Maleachi 3:2). ‘Donderslagen, groot geraas, bliksemschichten en een aardbeving.’ (Openbaring 8:5) Deze bijbelteksten staan dit jaar op het oecumenisch leesrooster en worden dus in veel kerken gelezen tijdens Advent. Een merkwaardige keuze – met advent kijken we toch uit naar Kerst, het feest van ‘vrede op aarde’ bij uitstek? Of valt er toch iets voor deze stevige bijbelteksten te zeggen?
De bovengenoemde bijbelteksten komen zeker niet als eerste bij me op als ik aan Advent denk. Ze roepen niet bepaald het beeld op van knusse avonden op de bank, met glühwein, warme chocolademelk en I’m dreaming of a white Christmas op de achtergrond.
Toekomstvisioenen
Als je ze in hun context ziet, merk je dat ze allemaal deel uitmaken van grootse toekomstvisioenen, waar de profeten deels huiverend en deels reikhalzend naar uitzien. In de beelden die ze daarbij gebruiken, schijnt hun eigen werkelijkheid door. Een aardbeving, de dreunende laarzen van buitenlandse soldaten, verdrijving, uitbuiting en vervolging: voor de schrijvers zijn het geen loze woorden of literaire opsmuk, maar hun eigen ervaringen, of in ieder geval die van hun directe voorouders. Ze delen het gevoel dat Johannes in Openbaring 10:6 uitdrukt: ‘Het is de hoogste tijd!’ De hoogste tijd dat God gaat ingrijpen. De hoogste tijd dat beloften uit het verre verleden worden waargemaakt.
Een vergelijkbaar gevoel is herkenbaar in het lied van de band U2, Peace on Earth. Uit het lied, dat geschreven is naar aanleiding van een bomaanslag in het Ierse Omagh, spreekt verbijstering en misschien zelfs cynisme: wat is al dat gepraat over vrede op aarde nou waard? De schrijvers van het lied kijken om zich heen en concluderen: ‘Heaven on earth, we need it now’. Maar gedesillusioneerd stellen ze vast: ‘Hope and history won’t ryhme’. Die eerste uitspraak zullen Zacharia, Maleachi en Johannes hartgrondig hebben beaamd. Hoog tijd dat de hemelse werkelijkheid inbreekt in de aardse! Ook van de tweede uitspraak zullen ze iets herkend hebben. De geschiedenis – van Israël, en van de mensheid in het algemeen – gaf in hun tijd niet meer aanleiding tot hoop dan in de onze.
Toch kijken ze verder dan het verleden en het heden, naar een toekomst waarin God zelf naar de mensen toe komt. Hun teksten maken wel duidelijk dat dat niet zonder slag of stoot gaat. Voordat ‘vrede op aarde’ werkelijkheid kan worden, worden aardbevingen en oorlogen juist nog heviger. Op de ‘dag van de Heer’ komt God met vuur (Maleachi 3:2), de Olijfberg splijt in tweeën, en zelfs de sterren verliezen hun glans (Zacharia 14:1, 6). Het kwetsbare kind in de voederbak waar we tijdens de weken van advent naar uitkijken, lijkt weinig te maken te hebben met die indrukwekkende en dreigende beelden.
Verlangen
Toch is niets minder waar. Nee, Kerst en de huiveringwekkende ‘dag van de Heer’ waarover de profeten schrijven, vallen niet samen. Maar Kerst is wel het begin van Gods antwoord op het reikhalzend verlangen van de profeten dat ook in het lied van U2 doorklinkt. Door tijdens de advent juist deze teksten te lezen, delen we even in de onzekerheid en huiver, maar ook de hoop van de profeten. Zou God echt komen? Hoe zou dat eruitzien? Hoe lang duurt het nog? Kunnen we al tekenen ontdekken? Hoe kan ik me erop voorbereiden?
Hun woorden doen ons beseffen hoe kostbaar vrede is, hoe kwetsbaar en zwaarbevochten, en hoe afwezig nog steeds in veel delen van de wereld en soms in ons eigen leven. Door hen voelen we weer aan dat Kerst niet in de eerste plaats het feest is van glühwein en Bing Crosby, maar een keerpunt in de menselijke geschiedenis. Een stukje hemel op aarde, dat juist door zijn kwetsbaarheid tot op de dag van vandaag de hoop aanwakkert dat we onze zwaarden inderdaad tot ploegscharen kunnen omsmeden. Advent: letterlijk betekent het ‘aankomst’, het moment waarop God bij de mensen komt. Langverwacht en vaak beschreven, maar uiteindelijk toch weer heel anders dan wij mensen hadden kunnen bedenken.
Anne-Mareike Schol-Wetter werkt als hoofd bijbelgebruik bij het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). Lees hier meer over het werk van NBG.
Praatmee