"Een Arabische vrouw verraste mij met vijf broden en twee vissen"
“Compleet onverwacht zette een Arabische gastvrouw me vijf broden en twee vissen voor met de mededeling: ’Dit is voor jou, omdat jij een christen bent. Zo was het toch in dat verhaal met Jezus?’,” vertelt Hadassa*. Een jaar lang verbleef ze in Jericho als Baanbreker via Near East Ministry (NEM) om daar de liefde van Jezus uit te dragen. Komend jaar hoopt ze als zendeling uitgezonden te worden.
“Onlangs las ik op één van de theezakjes van Pickwick de vraag: ‘Van welke baan droomde je als kind?’,” vertelt Hadassa. “Ik heb nooit gedroomd van een baan. Van jongs af aan verlangde ik naar een leven in dienst van God. Ik denk dat dit voor een groot gedeelte bij mijn moeder vandaan komt. Zij deelt heel graag het Evangelie met anderen. Met name met mensen uit haar buurt die niet zoveel met het geloof hebben. In dat opzicht is zij altijd mijn grote voorbeeld geweest. Die passie heb ik blijkbaar van haar overgenomen,” vertelt ze met een glimlach.
Hoe kwam de NEM op je pad?
“Ik dacht op een wettische manier over God. Door goede daden probeerde ik Hem zoveel mogelijk te pleasen. Bijvoorbeeld door zoveel mogelijk tijd te besteden aan het lezen van christelijke boeken dacht ik de goedkeuring van God te kunnen verdienen. In mijn studentenperiode ontdekte ik dat ik er finaal naast zat met dit beperkte beeld van wie God is. Lezend in de Bijbel zag ik dat God heel anders is dan ik dacht. Toen ik ontdekte dat ik alleen maar ‘amen’ hoefde te zeggen op Zijn sterven voor mij, ontdekte ik dat ik een geweldige boodschap heb die ik met de rest van de wereld mag delen.
Het verlangen om het evangelie te delen heb ik altijd gehad, maar lange tijd zag ik het in praktische zin niet zitten om daar handen en voeten aan te geven. Lange tijd heb ik het verlangen naast mij neer gelegd door te focussen op mijn gewone werk-leven. Maar ik bleef me altijd rusteloos voelen. Op een gegeven moment besloot ik om een paar dagen naar een klooster te gaan. Daar heb ik God gebeden om Zijn weg met mij duidelijk te maken. Tot die tijd nam ik het heft zoveel mogelijk zelf in handen, maar toen veranderde dat.
Toen ik het klooster binnenkwam vond ik op een gegeven moment een Bijbeltekst op mijn bed: ‘Ik heb u bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.’ Voor mij was dat een bevestiging van een verlangen dat nooit is verdwenen. Vervolgens bemoedigde een zuster uit het klooster mij met de tekst: ‘Heb goede moed! Sta op, Hij roept u’ (Marcus 10:49). Zij voegde eraan toe dat God een speciale taak voor mij heeft. Later ging ik weer naar huis en kwam de rusteloosheid die ik voor die periode in het klooster ervoer weer terug.”
Via vrienden die actief waren op De Wittenberg werd ik gewezen op de NEM. “Toen ik hoorde over hun missie voor Jood en Arabier raakte ik nieuwsgierig. Doordat ik eerder al tijdelijk naar Griekenland was geweest om vluchtelingen uit islamitische landen te helpen, had ik al veel liefde voor Arabieren. En liefde voor Israël is mij met de paplepel ingegoten. Na een gesprek met de NEM kwamen zij met het voorstel om een jaar lang naar Israël te gaan, om onder de Arabische bevolking in Jericho te leven en werken. Nadat ik dit in gebed bracht, wist ik het: ‘Dit is de weg die ik moet gaan.’
Later ging ik terug naar het klooster waar ik eerder bivakkeerde. Toen ik hen over dit nieuwe avontuur vertelde en ook wees op de Bijbeltekst die ik eerder van een zuster meekreeg over God die mij roept, maakte een broeder mij duidelijk dat die tekst gaat over de blinde Bartimeüs bij de poorten van Jericho. ‘Dat meen je niet?,’ zei ik. ‘Zat die man echt bij Jericho? Daar ga ik naartoe!’”
Waar hield je je tijdens dat jaar in Jericho mee bezig?
“Ik hield mij bezig met vrouwen- en kinderwerk,” maakt zij duidelijk. “Als christenen zijn we geroepen om oog te hebben voor de Arabische volkeren, zoals Hagar in Genesis door God werd gezien bij de waterput. Door het vrouwen- en kinderwerk ben ik met Arabische gezinnen in contact gekomen en zo ontstonden er mogelijkheden om het Evangelie met hen te delen.
Mijn uitgangspunt is dat ik meer van Gods koninkrijk wil laten zien. De ene keer is dat gewoon door er te zijn en te luisteren naar hun verhalen. Op andere momenten ontstaan er mogelijkheden om iets van het Evangelie duidelijk te maken. Ik heb bijvoorbeeld ook Bijbelstudie gedaan met een voormalig islamitisch meisje dat zich heeft bekeerd tot het christendom.”
Hadassa hoopt binnenkort te worden uitgezonden. In eerste instantie zal zij zich bezighouden met taal- en cultuurstudie. Vervolgens gaat zij in het Midden-Oosten aan de slag.
De NEM zet zich in voor ontmoeting met en verzoening tussen Joden en Arabieren. Hoe komt dit in jouw missie tot uiting?
“Tijdens mijn periode in Jericho heb ik helaas ontdekt dat er onder Arabieren veel misverstanden leven over de Israëli’s. De Arabische kinderen op mijn werk speelden bijvoorbeeld ‘Joden achtervolgertje’ in plaats van tikkertje. En alles wat op de Westbank misgaat, zoals de drugsproblematiek, wordt verweten aan de Israëli’s. Dat sentiment is helaas heel sterk aanwezig.
Er waren soms momenten waarbij ik mij heel zwak voelde, omdat het kan voelen alsof je onderdeel bent van een onoplosbaar conflict tussen Arabieren en Joden. Tegelijkertijd houd ik mij bezig met geloofswerk. God roept mij op dit missiewerk te doen en daarom mag ik erop vertrouwen dat Hij mijn aanwezigheid in die regio ten goede gebruikt.”
Welke lessen heb je geleerd tijdens je periode in Jericho?
“Ik heb geleerd hoe belangrijk gebed is,” antwoordt Hadassa. “Ik denk terug aan die aparte avond dat ik uitgenodigd werd bij een moeder en kind uit Jericho. Ik had gebeden of ik deze avond iets zou mogen spreken in Zijn Naam. Maar de moed zonk me in de schoenen toen bleek dat de moeder nog vier andere gasten uitgenodigd had voor het diner. Er was een continu rokende vrouw bij die nauwelijks aanspreekbaar was en de sfeer was vreemd.
De maaltijd begon. Ik wist niet wat te doen en durfde niet hardop te bidden voor deze familie, die ik half niet kende. Compleet onverwacht zette de gastvrouw me vijf broden en twee vissen voor met de mededeling: ’Dit is voor jou, omdat jij een christen bent. Zo was het toch in dat verhaal met Jezus?’ Ik was blij verrast; wat kon ik anders doen dan wat de Meester deed toen Hij vijf broden en twee vissen ontving: de Vader hardop danken en een zegen vragen voor dit huis in de Naam van Jezus. Ik vroeg de vrouw om toestemming en ontving woorden om te spreken.
Het werd een bijzondere avond, met open gesprekken. De rokende vrouw sloeg aan het spreken en vertelde me over haar gebroken leven. Na een hartelijk afscheid was ik om 02.00 uur thuis; niet zo best voor de reputatie van een vrouw hier. Maar het was een mooie avond. Mijn werk in Jericho is eenvoudig geweest. Vijf broden en twee vissen ontvangen, de zegen uitspreken en liefde uitdelen, in alle gebrokenheid. Maar het is genoeg. Zijn kracht wordt in zwakheid volbracht.”
Hadassa heeft gemerkt dat de honger naar het Evangelie groot is. “Ik herinner mij het moment dat moslimvrouwen smekend tegen een christelijk-Arabische vriendin van mij zeiden: ‘Breng die westerlingen naar ons toe, want we hebben gebed nodig.’ Ze hunkeren naar onze vriendschappen en zitten wel degelijk op ons te wachten. Wie komt zal zien dat Arabieren graag hun huis openstellen. Ook als ze weten dat je christen bent en je relatie met God anders vormgeeft. Sindsdien bid ik: ‘God, zend meer arbeiders deze kant op.’”
* Naam gefingeerd om veiligheidsredenen.
Praatmee