Help, ik ben christen en...
Meer uit deze serie
Op zijn 21e leek er geen vuiltje aan de lucht voor de Utrechter Huub van Esch. Hij was gelukkig samen met zijn verloofde en maakte zich op voor de mooiste dag van zijn leven… Totdat schokkend nieuws bij hem inslaat als een bom: zijn vrouw is een dag voor de bruiloft verongelukt door een auto-ongeval. De bruidsjurk zat nog in de achterbak. “Uit pure wanhoop stak ik mezelf in de fik.” Deze video is gemaakt in samenwerking met Pro Life.
Huub van Esch heeft geen benen, en dat heeft alles te maken met de gebeurtenis van zijn ex-verloofde. “Wij deden een belofte aan elkaar. We hielden zo veel van elkaar, dat we zeiden: als één van ons overlijdt, dan gaat de ander er achteraan.”
Hij vertelt hoe het nieuws van zijn vrouw voor hem werkelijkheid werd. “Ik zat binnen en de politie klopte aan. Ze zeiden: ‘We zijn van de politie, wil je meekomen?’ Toen ben ik met hen in de auto gaan zitten en toen vertelden ze mijn vriendin is doodgereden op de snelweg tussen Den Haag en Leiden. En toen gingen we naar het ziekenhuis en moest ik vertellen of ze het was. Ze was helemaal verminkt.”
Trouwjurk
“Ik zei toen tegen hen: ‘De trouwjurk zit nog in de achterbak, die wil ik graag hebben. Toen heeft de politie de jurk uit de achterbak gehaald. Die is naar ons toe gekomen. Ik vroeg toen aan de arts, is er nog gelegenheid om deze jurk aan te trekken? ‘We gaan het proberen, ze is wel stijf’, zeiden ze. Ze hebben toen die trouwjurk aangetrokken. Ik vroeg: mag ik alleen zijn met haar? Toen heb ik ze helemaal vastgepakt. Toen zei de politie: ga je mee? Maar ik ging niet mee. Ik heb staan te janken. Toen hebben ze moeten wachten tot ik in slaap viel om mij zo los te krijgen. De volgende dag werd ik wakker in het ziekenhuis. Toen wilde ik weer naar haar toe om haar vast te pakken. Toen haalden ze de jurk en ik heb hem bij haar aangedaan.”
Na dat moment werd het voor Huub allemaal te veel, en hij wilde zich gaan houden aan de belofte die ze met zijn vriendin had gedaan. “Toen heb ik twaalf flessen spiritus gepakt en heb ik mezelf in de fik gestoken.” Toen Huub helemaal in de fik stond, bedacht hij zich desondanks. “Ik ben naar een grasveldje gerend en heb mezelf uitgerold. Ik was toen voor 70 procent verbrand. Een ingrijpende behandeling in het ziekenhuis moest de zaak nog een beetje redden.”
Huub kreeg verschillende huidtransplantaties en zo werd de schade enigszins beperkt. De pijn daarentegen stak in zijn latere jaren steeds meer de kop op. “Ik had zoveel pijn, dat ik niet eens meer buiten kwam. Ik crepeerde van de pijn. Toen ben ik naar het ziekenhuis gegaan en ik heb gevraagd of ze mijn been konden amputeren. Toen zeiden ze: ‘Nee’. Toen zei ik: ‘Oké, dan doe ik het zelf.’”
“De arts keek mij met grote ogen aan en haalde er toen een andere arts bij. Toen hebben ze samen de beslissing genomen om mijn been te amputeren.” Eerst hebben ze het tot Huub zijn knieën gedaan, maar zijn been was helemaal ontstoken. Toen is de beslissing gekomen om het er verder af te halen. “Ik zei tegen de dokter: ‘Het kan niet zo doorgaan, ik heb ontiegelijk veel pijn en ik zat onder de morfine.’” Dat veranderde toen zijn been er af was.
Geen vrouw meer
Ondanks dat het verlies van zijn vrouw al vele tientalen jaren terug is, heeft het nog altijd veel impact op Huub. “Ik heb toen gezegd: ‘Ik wil geen vrouw meer zien.’ Ik kan er niet tegen als ik er nog eentje kwijt moet raken. Ik woon nu alleen. Lichamelijk ga ik steeds achteruit. Soms zie ik geen uitweg meer. Mijn lichaam is op en het kan nergens meer tegen. Mijn lichaam is zó ver heen, dat ik eigenlijk niet meer wil leven.”
“Dan vraag ik: ‘Heer, waarom moet ik nog leven? Haal me alstublieft weg, want ik wil niet meer. Soms word ik weleens boos, dan zeg ik: ‘U bestaat niet hè, want U doet niets voor mij.’ Ik heb het er ook met mensen over als het niet zo goed gaat. Als ik een teleurstellende mededeling heb gehad. Dan gaan ze voor mij bidden. En als het een periode hartstikke goed gaat, dan vertel ik daar ook over. Dan vertel ik het in de gemeente en dan is iedereen weer blij.”
“Ook zijn er momenten dat het heel slecht gaat, en dat ze zelfs zeggen; ‘we kunnen niks meer voor je betekenen.’ Dat is een klap in je gezicht. Ze kunnen mijn levensprocedure niet meer garanderen. Via de telefoon gaan mensen voor mij bidden. Ik heb een hele gebedsgroep achter mij staan. Binnen korte tijd is iedereen ingeschakeld en dan gaan ze allemaal bidden. Ik moet zelf blijven vertrouwen op de Heere God.”
“Als ik in de hemel ben, dan verwacht ik dat er heel veel licht is, met allemaal engelen om mij heen. En die zingen voor mij mijn favoriete lied: ‘Samen in de Naam van Jezus’ en dan sluiten ze hun armen om mij heen.”
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee