"De reformatorische cultuur wordt sterk veranderd door nieuwe theologen"
Het Reformatorisch Dagblad is decennia lang erg bepalend geweest voor de cultuur van de reformatorische gemeenschap. Dat vertelt cultuurhistoricus Martin Tijssen in gesprek met het Nederlands Dagblad.
Tijssen vertelt dat oud-hoofdredacteur Chris Janse zelfs op wetenschappelijk niveau criterea heeft opgesteld waaraan je als reformatorisch christen aan dient te voldoen. Daarbij hoorde tweemaal per zondag naar de kerk, langzaam zingen, predikanten gaan zwart gekleed en er nemen relatief weinig gemeenteleden deel aan het avondmaal.
Ideaal
Martin Tijssen: “Het beeld van een zuil is vooral door Janse ingezet als een ideaal: een gemeenschap waarin alle neuzen dezelfde kant op staan. De werkelijkheid was weerbarstiger. Ik vind het om die reden beter om van een gemeenschap te spreken. Je ziet ook dat het idee van de zuil steeds meer wordt losgelaten. De buitenwereld wordt niet langer als vijandig gezien, zeker nadat Wim Kranendonk Janse had opgevolgd als hoofdredacteur.”
Tijssen vertelt dat juist nieuwe theologen zoals Dietrich Bonhoeffer en Tim Keller hier een rol in hebben gespeeld.”Dat is een ontwikkeling waar onder anderen Janse erg kritisch op is. De grenzen van de gemeenschap roepen dus ook nu weer de nodige discussie op. Je kunt als krant niet meer zeggen: zo is het en deze personen en kerken horen erbij, zoals Janse dat deed. Desondanks denk ik dat het Reformatorisch Dagblad wel een belangrijke vormende functie houdt. Mensen lezen het nieuws nu vooral op internet, dus richt de redactie zich meer op achtergrondartikelen, waarin juist de identiteit ter sprake komt.”
Praatmee