Herman van Rompuy: "De Bijbel biedt mij bestendige inspiratie"
Herman van Rompuy moest als voorzitter van de Europese Raad midden in de eurocrisis en de vluchtelingencrisis alle 27 EU-landen op één lijn zien te krijgen. Waarom leest deze bekende Europeaan dagelijks in de Bijbel – en wat is volgens hem het belang van dat boek voor Europa?
"Christenen moeten zich meer laten horen in de samenleving," vindt Van Rompuy, een bescheiden en beminnelijk man die naast politicus ook filosoof en econoom is. "Tegenwoordig is het christendom ontdaan van elke machtsfactor. Dat maakt getuigenissen van christenen authentieker dan vroeger. Positief, bewust en zelfbewust opkomen voor christelijke waarden als barmhartigheid en rechtvaardigheid is belangrijk, want onze samenleving is steeds minder een samenleving. Het is 'eigen ik eerst' – en die houding is een omkering van elke moraal. Van de Barmhartige Samaritaan – één van de kernparabelen – kunnen we leren afstand te nemen van onze eigen vooroordelen en voordelen. Daarom bepleit ik een barmhartige houding tegenover vluchtelingen die hier al zijn, zeker voor degenen die uit Syrië komen."
Verzoening
In november is het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog eindigde. Nog geen 25 jaar later volgde de Tweede Wereldoorlog. Van Rompuy zal bij verschillende herdenkingsplechtigheden vooral de verzoening na 1945 benadrukken. Want: ‘Wie niet vergeven kan, is er slecht aan toe.’ Vragen als: waar was God in die oorlogen of in Auschwitz, vindt hij niet vruchtbaar. "Het probleem van het kwaad in de wereld is altijd de rots van het atheïsme geweest. Ik concentreer me liever op wat je als mens in beweging kunt zetten. 'Dit nooit meer', zei men in 1945. Daarom wilden de oprichters van wat nu de EU is – Schuman, De Gasperi, Adenauer – die zwarte bladzij omslaan. Juist deze gelóvige mannen werkten aan verzoening, de christelijke deugd bij uitstek."
Bijbel
"Ik lees elke dag in de Bijbel volgens een rooster. De Bijbel is niet zozeer mijn kompas, maar biedt mij bestendige inspiratie. In het leven van mijn kinderen en hun gezinnen speelt de Bijbel geen grote rol. Dat vind ik spijtig, maar ik geef de hoop niet op. Zelf stopte ik op mijn twaalfde met geloven. Tegen de pastoor zei ik na een preek ter voorbereiding van mijn plechtige communie: 'Ik geloof niets van wat u daarnet verteld hebt.' Hij gaf mij de vijf godsbewijzen van Thomas van Aquino, maar ook die overtuigden mij niet. Hoe ik dan toch gelovig werd op m’n zesentwintigste? Dat zou ik u niet kunnen vertellen. Ineens was het er; er ging een wereld open en vanaf toen las ik
geregeld in de Bijbel."
"Een tekst waar ik herhaaldelijk bij stil sta, is de uitroep van Jezus aan het kruis: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Ge mij verlaten?” Als zelfs God – in de persoon van Jezus – die angst had, kan ik empathie
opbrengen voor anderen die zich verlaten voelen. Dit is één van de sterkste teksten die onze godsdienst zo menselijk maakt."
Foto: HH/Dieter Telemans
Praatmee